2 NOVEMBER 2006
471
veranderd. U krijgt nou niet meer subsidie per jong kind dat sport, maar u moet sociale activiteiten
organiseren. Dus wat gebeurde er toen? Dat hebben we gelukkig in het vorige college weer terugge
draaid. Een sportvereniging moest zich met allerlei vrijwilligers helemaal krom organiseren om sinter
klaasfeestjes en andere dingen te doen, want dan kwam men in aanmerking voor subsidie, terwijl als
men gewoon voetbalde, waar die voetbalvereniging voor was, men die subsidie niet kreeg. Nou, zo
vertaal ik die opmerking maar. Ik denk dat dat eigenlijk niet helemaal de juiste kant is. Maar goed, we
komen bij de verdere uitwerking ongetwijfeld daarop terug. Voorzitter, ik ben wel blij met de toezeg
ging van de wethouder over het jeugdbeleid. Zij geeft duidelijk aan dat we de vervolgstappen en de
aanbevelingen gaan bespreken in de commissie. Ik denk dat we wat dat betreft zeer constructief met
elkaar verder door kunnen op dat onderwerp. Wethouder Snier had het nog even over de kwijtschel
ding. Nu moet me toch van het hart, zoals de heer Boer ook aangaf, dat wat ons betreft de kwijtschel
ding in de riooltarieven en afvaltarieven toch gezien moet worden als een stukje inkomenspolitiek, als
armoedebeleid. Dat hoort feitelijk niet in deze tarieven thuis en moet dus niet worden doorberekend en
doorbelast aan de mensen die voor hun riool en voor hun afval betalen. Voorzitter, de heer Oomen
heeft het een en ander gezegd over de ontwikkelingsvisie. Ik ga daar niet uitgebreid op in, maar ik ben
het wel eens met mevrouw Overboom, die aangeeft dat die visie allang klaar is en dat we die allang in
de raad met elkaar hadden kunnen bespreken, eventueel met voorstellen tot wijziging. Het voordeel
van zo'n ontwikkelingsvisie is dat het een stuk structuur geeft aan de ontwikkeling van de stad. Want
je maakt dus keuzes: eerst dit en dan dat. Uiteindelijk voorkom je dan dat men met voorstellen komt
zoals de heer Lips nu doet over de Bredestraat, een van de gebieden die in de ontwikkelingsvisie wel
degelijk is aangewezen. Maar in die ontwikkelingsvisie is een duidelijke keuze gemaakt: eerst Oost,
Bavel, Lijndonk en Teteringen, pas daarna kijken op een termijn van tien jaar naar Prinsenbeek, en
eventueel als je nog ruimte nodig hebt, naar de Haagse Beemden. Dan heb je een duidelijke priori
teitstelling, een duidelijk keuze en weet iedereen waar hij aan toe is.
De heer BOER
Even,
De heer ARBOUW
Dan, voorzitter, even nog
De heer BOER
Even ter interruptie.
De heer ARBOUW
Dat zouden we hierna doen, mijnheer Boer. Voor de heer Willems heb ik nog twee opmerkingen. Ik
vind het toch jammer dat hij niet bereid is om even het besluit ten aanzien van die venstertijden aan te
houden, totdat we een goed debat, wat ook de heer Jackson terecht vraagt, in de commissie kunnen
voeren over de nadere detaillering en de onderzoeken per gebied. U suggereert een beetje dat de
wijkraden in de binnenstad het al eens zijn. Ik heb die brief vandaag nog eens gelezen waarin zij ei
genlijk aangeven nog een heleboel vraagpunten te hebben. Zij willen die eerst met u behandelen, en
pas daarna kunnen ze tegen het totaalpakket ja of neen zeggen. Dat is eigenlijk ook een beetje de
vraag van de VVD-fractie vanavond. Dan, voorzitter, zal ik kort even op de moties ingaan. Ten aan
zien van de venstertijden zijn wij het dus eens met de lijn van de heer Haarhuis dat we die eerst in de
commissie moeten bespreken. Daar kan dan uitkomen dat op een aantal locaties die verruiming in
derdaad nodig is. Ten aanzien van de motie van het CDA over de Ginnekenweg-Noord moet ik zeg
gen dat ik die persoonlijk eigenlijk beter vind dan de motie van de VVD. Mijn fractie heeft gezegd: wij
zijn medeondertekenaar van motie 2 van het CDA over de Ginnekenweg-Noord. Mocht die motie het
nou niet halen, dan vinden wij onze eigen motie uiteraard wel van die kwaliteit dat wij die dan gewoon
op de markt laten liggen. Ik had er nog een die ik wilde toelichten
De heer BOER
Welke motie is dat van u?
De heer ARBOUW
Mijn motie, mijnheer Boer, is motie 4.
De heer BOER
Motie 4.