14 DECEMBER 2006
539
De heer VAN YPEREN
Tijdens de commissievergadering heb ik de wethouder gevraagd wat 18 buitenevenementen beteke
nen. De heer Adank was duidelijk in zijn antwoord. Dat zijn maximaal 18 dagen. Een buitenevenement
kan uiteraard meer dan een dag duren en dan zouden het makkelijk 54 dagen kunnen worden. Neen,
de wethouder zei heel duidelijk: dat zijn 18 dagen. Ook in het verslag van de vergadering staat op
bladzijde 8, en ik citeer: 'In de nota zal een correctie plaatsvinden, want het gaat om 18 dagen in
plaats van evenementen.' Met grote verbazing lezen we nu in een brief van dezelfde wethouder dat
het nu weer gaat om 8, 12 of 18 geluidsbelastende buitenevenementen. Het kunnen dus weer 54 da
gen worden, terwijl we een duidelijk antwoord hadden van de wethouder. Wat moeten we hiermee?
De Vereniging Dorp Bavel en de inwoners van Lijndonk hebben herhaaldelijk gewezen op de ver
keerstoename en in het bijzonder op de mogelijke afwikkeling van het verkeer via de Lange Bunder in
Bavel en eventueel via de nieuwe weg die het toekomstige tuindorp Tervoort/Lijndonk verbindt met de
A58 en de Zuidelijke Rondweg of de A27. Niemand gelooft erin dat die weg, zoals het nu op papier
staat, door dat nieuwe dorp heen zal lopen. Natuurlijk wordt dat anders. Wie heeft dat ooit verzonnen?
Dat wordt natuurlijk een rondweg. Zij stellen: neem deze ontsluiting niet op in deze MER. Breda '97
deelt deze zorgen. Wij vinden dat het verkeer naar en van het evenemententerrein afgewikkeld moet
worden op de A27, en ook dat sluipverkeer niet mogelijk moet zijn richting Bavel of Lijndonk. Deson
danks vindt Breda '97 dat we, wanneer we de ontsluitingen via Bavel en via Lijndonk niet opnemen in
de MER, de gevolgen daarvan ook niet kunnen inschatten. De besluitvorming is immers later. We
krijgen dus eerst op papier wat het betekent en dan kunnen we naderhand onze besluiten nemen. Het
niet in de MER meenemen, betekent nog lang niet dat die opties in de toekomst ongewild geen extra
verkeersbelasting kunnen krijgen door de bezoekers van het evenementencomplex. De uitkomst van
de MER zal ons duidelijk wijzen waarop we moeten letten en waaraan we grote zorgen moeten beste
den. Zeker aan dat sluipverkeer, daar twijfelen wij niet aan. Daarom moeten die wegen deel uit blijven
maken van de MER. Dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u wel. De heer Vergroesen, SP.
De heer VERGROESEN
Voorzitter, het doel van een startnotitie is duidelijk. Een startnotitie is het begin van een MER. Daar
komt in wat we in de MER gaan onderzoeken. De SP vindt het een groot goed dat die startnotitie de
inspraak in gaat. Dan kan iedere burger erop reageren. Dat is al gebeurd in de commissie door leden
van de commissie, ook door bewoners uit Bavel en mensen uit Lijndonk/Tervoort. De SP pleit er in het
bijzonder voor dat er serieus naar al die reacties wordt gekeken en dat die behandeld worden in de
startnotitie of in het overleg, en vóór de MER. Dat vraag ik niet voor niks. Als we het niet doen, betalen
we de rekening - niet wij, maar de gemeente Breda - en we weten allemaal dat onze burgers uitste
kend in staat zijn om de weg naar de Raad van State te vinden. We zitten er echt niet op te wachten
dat dit nog een keer gebeurt. Ik ben het met D66 eens dat we zeggen: dan maar een paar maanden
later beginnen, maar in godsnaam niet twee keer. Ik wil sowieso eerst de beantwoording door de wet
houder afwachten, maar ik zou wél een ding voorop willen stellen: overdoen is altijd meer werk dan
één keer goed.
De VOORZITTER
Andere leden nog? Dan is het woord aan de wethouder.
Wethouder WILLEMS
Voorzitter. Deze startnotitie MER roept toch wat meer vragen op dan de vorige, ofschoon het proces
eigenlijk precies hetzelfde is. Het leek er even op dat deze raad al begonnen was met de inspraak
over de startnotitie, want een groot aantal opmerkingen die u heeft gemaakt, hoort inderdaad thuis, en
sommigen hebben dat ook gememoreerd, bij de discussie straks over de richtlijnen - mevrouw Boidin
heeft dat in die mate ook aangekondigd - en vervolgens bij het vaststellen van het milieueffectrapport
zelf. En daarna, en dat is nog belangrijker, bij de planologische vertaling van de MER. Er is een pro
ject aangekondigd. De coalitie heeft daarover na de verkiezingen afspraken gemaakt. Wij gaan dat
project samen met de Grontmij verder ontwikkelen en daar komt dus een projectvoorstel uit voort. Wat
wij nu doen, is de komende maanden eerst eens even kijken naar: wat zijn de milieueffecten van zo n
voorgenomen ontwikkeling, kan dat gebied dat dragen en wat komt er allemaal bij kijken qua verkeer,
bodem, geluid en water? En ook dus qua stank. Al die effecten komen dus aan de orde in de komen
de periode, want daarom ga je een milieueffectrapport opstellen. Dat is het voordeel