14 DECEMBER 2006
508
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan wethouder Schoenmakers.
Wethouder SCHOENMAKERS
Mijnheer de voorzitter, in de jaren negentig, en de jaren negentig beginnen voor mij in deze raad in
1997, zijn we bezig geweest met de nota volkshuisvesting. Daarin hebben we toen opgenomen de
verdeling van de te produceren woningen: een derde, een derde, een derde. Degenen die toen in de
raad zaten, zullen zich dat allemaal herinneren. Een derde duur, een derde middelbaar en een derde
goedkoop. Daarna is dat wat losgelaten, omdat bleek dat er voldoende bereikbare woningen waren.
Maar we hebben daaruit geleerd dat dat niet zo was. We hebben in de vorige raadsperiode gezien dat
vanuit bijna alle fracties gezegd is dat we meer moeten doen aan die bereikbare woningen. Dat heb
ben we natuurlijk in het coalitieprogram weggezet. Niet omdat we dat met nattevingerwerk wilden
doen, maar omdat we eigenlijk wilden terugpakken naar datgene wat er geweest is. Vandaar die 30
procent, en dat komt ongeveer uit bij die een derde. Vraag 2, volgens onze gegevens zullen we die 30
procent niet halen. Volgens onze gegevens zullen wij in ieder geval een uiterste krachtsinspanning
doen om die 30 procent te halen. Maar dat is natuurlijk afhankelijk van: kunnen we snel aan de slag in
Teteringen, kunnen we aan de slag in Bavel-Oost? Wij hebben als college de ambitie om die 30 pro
cent te halen en we zullen daar al het mogelijke voor doen. U zult in de woonvisie, waarover ik het
direct nog even heb, in ieder geval aangeven op welke manier we dat zullen doen. Kan het college
duidelijkheid verschaffen waarom het volkshuisvestingsdebat nog niet is geweest? Er is inderdaad
een vertraging opgetreden in de start van dat debat. Dat houdt verband met een aantal zaken waarop
ik, gezien de tijd, nu niet verder zal ingaan. Maar in februari 2007 zouden we dat debat kunnen star
ten. Uw commissie zal tussen de reguliere vergadering van januari en de reguliere vergadering van
maart in ieder geval zien dat wij daar een tussenweg in hebben bewandeld. We zullen dan opnieuw
met de raad informeel spreken over datgene wat we in die woonvisie wegzetten. En we doen dat ex
pres, omdat in de vorige bijeenkomst door de raad en met name door de raadscommissie is aangege
ven: kunt u de bandbreedte aangeven waarin de raad ook zijn invulling kan geven binnen die woonvi
sie? Maar ik zal erop toezien dat die vertraging nu niet verder doorloopt. Eind maart/begin april is het
debat met de stad voorzien. We willen ook kijken op welke manier, en daarover heb ik met de griffie
en met de voorzitter van uw commissie ook al afspraken gemaakt, uw commissie of uw raad met de
stad kan debatteren. Voorzitter, ik wil het hierbij laten.
De VOORZITTER
De heer Gouka. Een korte reactie?
De heer GOUKA
Voorzitter, even een korte reactie. Over die 30 procent die gekozen is, begrijp ik van de wethouder dat
dit toch eigenlijk iets is wat uit de lucht gegrepen is, in die zin dat we terug zijn bij een derde, een der
de, een derde, zij het in een magere vorm. Maar er is geen onderbouwing waarom daar per se voor
gekozen is. Is dat nou naar aanleiding van de behoefte die er is, of betekent het: laten we het met
elkaar eens zijn dat er in ieder geval gebouwd gaat worden?
Wethouder SCHOENMAKERS
Neen, ik wil zeggen dat het geen nattevingerwerk is. We hebben daar heel serieus naar gekeken. Ik
kan u op dit ogenblik de onderbouwing niet in zijn totaliteit geven, maar u kunt ervan op aan dat wij
ons hebben laten voorlichten door onze ambtelijke organisatie. Wat betreft die 30 procent is ook uit
een vergelijking met andere steden gebleken dat zij ongeveer hetzelfde handhaven.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer.
Onderwerp: HORNBACH-VESTIGING AAN DE BACKER EN RUEBWEG (D66-fractie.)
De VOORZITTER
Dan stel ik aan de orde de vragen met betrekking tot de Hornbach-vestiging. Mevrouw Overboom,
D66.
Mevrouw OVERBOOM
Voorzitter, van de week konden we in BN/DeStem lezen dat er vanuit de bestaande tuincentra en
bouwmarktcentra in deze stad grote bezwaren zijn tegen de komst van een vestiging van Hornbach,