18 DECEMBER 2006 568 Mevrouw BOELEMA waar het in het amendement om gaat. Als u de overwegingen gelezen heeft, dan heeft u kunnen zien dat het er juist om gaat - en of dat nou verordening of regeling heet, dat is niet een noodzaak van dit amendement - dat het amendement ervoor zorgt dat wij als laatsten nog kunnen amenderen, want deze notitie is gewoon heel onhandig te amenderen. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik heb er alle vertrouwen in dat het college morgen in zijn vergadering alle onderwerpen die in de noti tie genoemd zijn, ook zal honoreren en dat het zal gaan om een complete verordening waarmee wij heel goed zullen kunnen leven. De VOORZITTER Het woord is aan de heer Gouka, SP. Niet? Dan de heer Akinci, GroenLinks. De heer AKINCI Voorzitter, ik doe het ook even vanaf deze plek. Ik reageer nu niet meer op de heer Ernst, volgens mij is daarop zojuist al voldoende gereageerd, maar wel op het amendement van D66. Op zich kan ik me de wens om dit in een raad te bespreken best wel voorstellen, alhoewel de kaderstellende functie van de raad in mijn ogen via de totstandkoming van een notitie en de bespreking in de commissie al vol doende is neergezet. Maar het is wel zo dat het om een redelijk groot bedrag gaat. Het is een subsi dieregeling en geen subsidieverordening, maar dat is toch een beetje een diffuus gebied. Dus ik kan me die worsteling voorstellen: moet je dit nou wel of niet in de raad willen bespreken? Anderzijds, de commissiebehandeling van een notitie zou ook al genoeg ruimte geboden moeten hebben om daar eventuele afwijkende meningen neer te leggen. Als die afwijkende meningen op draagvlak van de meerderheid van de commissie konden rekenen, dan waren die volgens mij ook absoluut als opdracht wel naar de wethouder gegaan, maar daar is mij niets van ter ore gekomen. Als je die redenering Mevrouw BOELEMA Mijnheer Akinci, ik geloof dat u geïnspireerd bent geraakt door de bijeenkomst die wij vanmorgen had den over dingen die wij in een commissie ter sprake konden brengen die op een meerderheid konden rekenen. Ik heb andere partijen inderdaad niets daarover horen zeggen, maar dat wil niet zeggen dat het misschien niet een breed draagvlak heeft. Dat is iets anders. Wij kunnen dat alleen maar vaststel len door dat hier in de raad met zijn allen per stemming te bekijken, en niet in de commissie. De heer AKINCI Ik bedoel dat er natuurlijk best wat af te dingen valt. Wat dat betreft, is het nog zoeken. Overigens ben ik niet door vanochtend geïnspireerd, want we zouden deze discussie eigenlijk afgelopen donderdag gehad hebben. Ik moet u teleurstellen, want toen had ik exact dezelfde mening. Misschien is dit een aardig onderwerp voor de heidag op de 26®. In het kader van de notitie Dienstverlening heeft de heer Haarhuis ook al een aantal opmerkingen daarover gemaakt, in die zin dat we dan nog weieens zou den kijken naar hoe we in het algemeen met de kaderstelling omgaan en hoe we een commissiever gadering zouden moeten inrichten om dat zo goed mogelijk te borgen. Hoe dan ook, als het gaat om dit stuk heb ik weinig behoefte aan een vertraging van anderhalve maand, ook omdat ik niet denk dat de notitie tot veranderingen zal leiden, en ik, nogmaals, vind dat we al genoeg gelegenheden gehad hebben om ons daarover uit te spreken. Ik wil graag dat de wethouder op 1 januari, nog voordat de kruitdampen van het vuurwerk weg zijn, met het Fonds Maatschappelijke Ontwikkeling verder kan. Overigens, en dat moet ik er wel bij zeggen, als de notitie inderdaad morgen al in het college bespro ken wordt, had ik het op zich wel aardig gevonden, maar misschien kon dat niet vanwege de tijds planning of iets dergelijks, om dat dan ook als een soort onderlegger hier al bij te hebben. Maar waar schijnlijk kon dat niet. Hoe dan ook, we zullen het amendement niet ondersteunen. Mevrouw VAN MAANEN Even als naruptie dan, als dat mag, voor de heer Akinci. Als wij straks een subsidieverordening krij gen, en u ziet welke criteria en kaderstelling hieronder liggen, dan is dat wel heel erg breed. Dan geef je, vind ik, als raad toch wel 10 miljoen gewoon aan een wethouder om daarover te beslissen. Als je concreet zegt: alleen maar dat, dat en dat soort zaken komen in aanmerking, dan zou het kaderstel lend zijn en dan is het puur uitvoering wat het college doet. Maar dit is gewoon beleid maken straks. Wat wij daarvan zeggen is: daar doen we even niet meer aan mee.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 14