15 FEBRUARI 2007
17
D. VERORDENING BEGELEIDINGSCOMMISSIE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ON
DERSTEUNING 2007
Voorstellen aan de raad die voldoende zijn besproken in een raadscommissie en waarover geen poli
tiek debat meer hoeft te worden gevoerd in de raad, worden geplaatst op de verzamellijst. Deze be
sluiten worden in één keer aangenomen waarbij er alleen de mogelijkheid is voor fracties om desge
wenst een korte stemverklaring af te geven.
De VOORZITTER
Aan de orde is agendapunt VII, punt 1, de verzamelde punten. Daarover zijn geen opmerkingen ont
vangen. Aldus beslist.
Akkoord met de verzamelde punten A. tot en met D.
2. VASTSTELLEN BELEIDSNOTITIE "FUNCTIEVERRUIMING BUITENGEBIED".
In 2003 is door de raad de motie Verbrede landbouw aangenomen, waarin het college wordt gevraagd
om te onderzoeken welke mogelijkheden voor verbrede vormen van landbouw kunnen dienen als
nieuwe economische dragers in het buitengebied van Breda. Het college heeft vervolgens een inven
tarisatie laten maken en een beleidsnota opgesteld die nu aan de raad ter vaststelling wordt aangebo
den. Het begrip verbrede landbouw' is daarbij breed ingevuld: het gaat om verruimde mogelijkheden
voor het gebruik van agrarische en niet-agrarische bebouwing in het buitengebied. De voorstellen van
het college passen binnen het in de jaren 2004 en 2005 vastgestelde nieuwe beleidskader van de
Provincie Noord-Brabant.
De VOORZITTER
Aan de orde is het vaststellen van de beleidsnotitie "Functieverruiming buitengebied". Wie wenst
daarover het woord? Het woord is aan mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid.
Mevrouw HAAGH-REIJNE
Dank u wel, voorzitter. Beste raadsleden. Op 16 januari is de beleidsnotitie "Functieverruiming buiten
gebied" uitgebreid inhoudelijk besproken. We hebben nog wat vragen nagestuurd en die zijn alle naar
tevredenheid beantwoord. Ook over het werk dat de heer Oomen samen met een aantal ambtenaren
in de richting van gedeputeerde Rüpp heeft gedaan, zijn we heel erg tevreden. Er blijven eigenlijk nog
maar twee puntjes openstaan waarover we vanavond graag van gedachten wisselen. Het eerste punt
betreft de nieuwe voorwaarden zoals voorgesteld door het college om op te nemen in de beleidsnotitie
functieverruiming. We zijn samen met veel betrokken mensen uit Prinsenbeek - ik heb er al een aan
tal op de tribune zien zitten - er heel erg tevreden over dat het zogenoemde glastuinbouwgebied in
Prinsenbeek-Noord nu ook wordt aangewezen als functieverruimingsgebied. Uit het overleg met ge
deputeerde Rüpp is gekomen dat er nog wel een extra voorwaarde opgenomen moet worden over dit
gebied. En het is die voorwaarde waarover ik het graag wil hebben. In januari complimenteerde ik het
college nog over de helderheid van de notitie, maar helaas is de gestelde voorwaarde, wat ons betreft,
niet zo heel erg helder. Ik zal de voorwaarde even oplezen, zodat iedereen weet waar het over gaat.
De voorwaarde luidt: "Indien de locatie gelegen is binnen een vestigingsgebied voor de glastuinbouw,
dan mag de functieverruiming de ontwikkeling van glastuinbouw niet frustreren." Wij hebben moeite
met het woord 'frustreren', want volgens ons valt de voorwaarde door het woord 'frustreren' eigenlijk
op heel veel verschillende manieren uit te leggen. Sowieso is de ene persoon wat sneller gefrustreerd
dan een ander. Maar wij vragen ons ook af of het juridisch en planologisch nou echt een goed werkba
re omschrijving is. Als Partij van de Arbeid vonden wij de beschrijving zoals wethouder Oomen die zelf
in de richting van de heer Rüpp beschreef veel beter. In die brief werd namelijk voorgesteld om een
clausule op te nemen waarin staat dat de vestigingsmogelijkheden voor glastuinbouw op aangrenzen
de kavels niet mag worden beperkt door de nieuw toegelaten functies door de functieverruiming.
Daaruit lees ik in ieder geval een boodschap richting de mensen die in dit gebied wonen: mensen die
hier wonen en een beroep willen doen op de mogelijkheden voor functieverruiming moeten zich reali
seren dat er op de aangrenzende kavels de mogelijkheid bestaat dat er kassen komen. Volgens mij is
dat de boodschap die thuishoort in de notitie. Onze vraag aan het college is dan ook of de voorgestel
de clausule op een andere manier geformuleerd zou kunnen worden, zodat het voor iedereen duidelijk
is en met name voor alle inwoners in het gebied waar het om gaat, waar men aan toe is wat betreft de
functieverruiming. Ik heb nog een kort tweede punt. Dat is ook al kort ter sprake gekomen in de com-