15 FEBRUARI 2007
18
missievergadering. Na het lezen van de notitie is het heel erg duidelijk wat er wel en niet mag gebeu
ren in het buitengebied als het gaat om functieverruiming. Maar wat ons betreft, is er een cruciale
vraag die nog niet beantwoord is. Dat is namelijk: wat willen we zelf, wat wil Breda nou echt met die
ontwikkeling van het buitengebied? Daar hebben we inmiddels wat informatie over ontvangen. De
notitie Landgoed Breda, maar die dateert uit begin 2000. Ook op provinciaal niveau zijn er wat meer
visiestukken. Maar er blijft eigenlijk toch een behoefte bestaan aan een goede, wat meer proactieve
visie vanuit de gemeente zelf op dat buitengebied. We willen het college vragen om die discussie mee
te nemen in de discussie over de structuurvisie, zodat in de structuurvisie in ieder geval de te ver
wachten en gewenste ontwikkelingen komen voor zowel de binnenstad alsook voor het buitengebied
van Breda. Dat was het. Dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Van Hasselt, WD-fractie.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Dank u wel, voorzitter. In de commissie Bouwen en Wonen van 16 januari jl. hebben we aangegeven
dat de VVD-fractie positief staat tegenover de notitie "Functieverruiming buitengebied", maar dat we
problemen hebben met de manier waarop de grenzen van het gebied zijn aangegeven. Het grondge
bied van de familie Mathijssen viel net buiten het functieverruimingsgebied, en dat terwijl zij toch mede
de aanleiding waren voor het opstellen van deze notitie. Wij hebben er dan ook in de commissie op
aangedrongen om de grenzen op te rekken, en niet alleen tot en met het gebied van de familie Ma
thijssen, maar helemaal tot aan de Brielsedreef. Wethouder Oomen heeft inderdaad in de commissie
toegezegd om nog eens te gaan praten met gedeputeerde Rüpp en de uitkomst van dit gesprek is
inmiddels bekend. De vorige spreker verwees hier ook al naar. De Provincie heeft er geen problemen
mee om het glastuinbouwgebied in Prinsenbeek aan te wijzen als functieverruimingsgebied. Op het
eerste gezicht lijkt dit prima, maar we hebben wel een probleem met de voorwaarde die de Provincie
hieraan stelt. Die is namelijk: als de locatie gelegen is binnen een vestigingsgebied voor de glastuin
bouw, dan mag functieverruiming de ontwikkeling van de glastuinbouw niet frustreren. Mijn verhaal
sluit een beetje aan bij dat van de vorige spreker. Het is onze fractie niet duidelijk wat die voorwaarde
nou precies betekent en wat de gevolgen hiervan zijn. Worden er in een vestigingsgebied voor glas
tuinbouw bepaalde beperkingen opgelegd ten opzichte van andere functieverruimingsgebieden en als
dat zo is, welke zijn dat dan? Is het bijvoorbeeld mogelijk om in dit gebied een boerderij om te bouwen
tot een zorgboerderij voor verstandelijk gehandicapten, of is het ook mogelijk om hier een manege in
te vestigen? Wij weten het niet en wij vragen aan de wethouder of hij precies kan uitleggen wat er nu
wel en wat er nu niet in dit gebied mag, en wat de verschillen zijn met een functieverruimingsgebied
zonder deze extra voorwaarde. Want als de wethouder aangeeft dat de mogelijkheden gelijk zijn in
beide gebieden, dan vragen wij ons af waarom het nodig is om deze extra voorwaarde op te nemen.
In onze ogen is die dan totaal overbodig. Elke keer komt weer aan de orde of het wel wenselijk is dat
Prinsenbeek-Noord een vestigingsgebied is voor de glastuinbouw. De WD-fractie heeft al eerder
aangegeven dat zij geen voorstander is van grootschalige glastuinbouw in Prinsenbeek en dat zij dit
probleem liever regionaal zou willen oplossen. De ontwikkelingsvisie lijkt ons bij uitstek de gelegen
heid om hierover met elkaar in discussie te gaan, en wij willen de wethouder dan ook vragen om ter
voorbereiding van de ontwikkelingsvisie dit probleem te bespreken in de betreffende commissie. Ik
denk dat dat de commissie Bouwen en Wonen is, maar ik weet het niet helemaal zeker. Wij willen
hem dan ook vragen om tot die tijd de genoemde clausule nog niet op te nemen. Wij hebben een mo
tie in voorbereiding die wij eventueel in tweede termijn willen inbrengen. Dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Hendrickx, CDA.
De heer HENDRICKX
Voorzitter, dank u wel. Uiteindelijk is er de functieverruiming. Daar is lang over gedaan, lang over ge
sproken en veel over gediscussieerd. De mogelijkheden in het buitengebied worden verruimd. Wat zijn
verruimingsmogelijkheden? Er kan van alles wat. Wat extra in de categorie 1- en 2-activiteiten. Dat
betekent dus een architectje erbij, een klein ateliertje erbij. Dat past allemaal in de functieverruiming.
Ook de minicamping past erin en de maïsdoolhof, waar we zo lang over gesproken hebben. Wat heb
ben we daar nog meer? Heel veel. Er is heel wat verruimd. Maar de daar zittende agrariërs hebben
ook hun rechten. Ook die mensen die daar wonen, werken en hun bedrijven hebben, zullen in de toe
komst mee moeten met de ontwikkeling van hun bedrijven. Zo niet, dan trekken wij hier als bestuur
van Breda de stekker eruit. En dat is ook weer niet de bedoeling. Die mensen hebben ook recht om