15 FEBRUARI 2007
21
De VOORZITTER
Ik dank u zeer, mevrouw. Het woord is aan mevrouw Overboom, D66.
Mevrouw OVERBOOM
Voorzitter, voor D66-Breda is het buitengebied zoals wij dat hebben een zeer belangrijke reden waar
om het in onze optiek prettig wonen is in Breda. Wij hechten daarom ook aan het behoud en de ont
wikkeling van de kwaliteit van ons buitengebied. Zoals de heer Van Yperen al zei: er moet geen wild
groei komen. U vergeleek het met België. Ik zie het ook weieens in ander buitenland, in Zuid-Europa
bijvoorbeeld. Daar moeten we niet naartoe willen. Ons beeld is dat de nota zoals die nu voorligt met
de criteria die daarin zijn opgenomen, voldoende garanties biedt voor de kwaliteit en het behoud van
het landschap. Dat vinden wij ook omdat de landbouw een heel belangrijke partij is in het buitengebied
die bijdraagt aan het beheer van het onder druk staande buitengebied. De mogelijkheden die men
hiermee krijgt, bijvoorbeeld met een minicamping, met woningen in bepaalde gebouwen en met het
verkopen van streekeigen producten, bieden garanties om die agrarische sector in het buitengebied te
handhaven, waarmee men dus ook een bijdrage kan leveren aan de kwaliteit van ons buitengebied. Ik
wil ook nog even persoonlijk ingaan op de rol die de familie Mathijssen heeft gespeeld, en dat is al
vaker gezegd in deze raadsvergadering, bij het tot stand brengen van deze nota. Ik schat in dat deze
hele nota uiteindelijk is voortgevloeid uit hun vragen van drie, vier jaar geleden over de maisdoolhof.
Ik wil u een compliment maken voor uw doorzettingsvermogen om die maisdoolhof te realiseren. Toen
het na een paar jaar voor de rechter kwam, bleek zelfs dat het volgens de bestaande regels in deze
gemeente gewoon kón. Dus nogmaals, mijn compliment ervoor. Wat ons opviel bij de commissiever
gadering was dat uitgerekend in het gebied waar de familie Mathijssen woont geen functieverruiming
mogelijk bleek. Nu willen wij niet om een individueel geval zeggen dat een gebied verruimd moet wor
den, want wij hadden sowieso de mening dat functieverruiming aan de rand van Prinsenbeek en een
stukje daarbuiten wel kon, maar in de tussenliggende zone niet. Wij vonden het volstrekt onlogisch.
Vandaar dat wij in de commissie al hebben aangegeven dat wij mogelijk in deze vergadering met een
amendement zouden komen om dat gebied in die zone uit te breiden. Dat is inmiddels niet nodig,
want in het voorliggende voorstel wordt die functieverruiming voor dat gebied opgeschoven naar de
rand van Prinsenbeek. Wij vinden, en dat is hier al eerder opgemerkt, dat de passage die in de nota
staat over de relatie met de glastuinbouw, die 'niet gefrustreerd mag worden', nog onduidelijk is.
Daarover zouden wij graag meer willen weten. Sowieso hebben wij ons als D66-fractie in de vorige
periode altijd sterk gemaakt om niet meer glastuinbouw in die zone te krijgen. Nu er gepraat wordt
over grootschalige projecten, bijvoorbeeld in Steenbergen, waar je ongeveer tweehonderd hectare
glastuinbouw zou krijgen, vragen wij ons serieus af of we dat in dit gebied in deze zone nog moeten
doen. Het voorstel van de WD om in de commissie erop terug te komen of we dat hier nog wel moe
ten willen, steunen wij daarom van harte.
De VOORZITTER
Zijn er nog andere sprekers? De heer Boer. Ga uw gang.
De heer BOER
Dank u, mijnheer de voorzitter. Ik weet niet of de kijkers het nog kunnen volgen. Mij begint het een
beetje te duizelen. Ik weet niet of ik daar verduidelijking in kan krijgen. Het is wel zo dat al heel lang
geprobeerd wordt om functieverruiming - zoals dat dan heet - te krijgen, zodanig dat de mensen die
in het buitengebied wonen niet alleen agrarisch bezig hoeven te zijn, maar ook aanverwant bezig kün-
nen zijn. Wat betreft de glastuinbouw, waarmee de strijd wordt gevoerd, is door mij twintig jaar gele
den al gepleit voor veel glastuinbouw, maar dan in de Plukmadese polder. Daar kan men ook gelijk de
warmte van de centrale gebruiken. Dat was ook prima, en dan hoeft men daar de woningen niet mee
te pesten, want dat is wat er aan het gebeuren is. Het verhaal waar het om ging, betrof de familie Ma
thijssen. Die is al jaren bezig om op haar grondgebied die functieverruiming toe te passen. Daarbij
ging het speciaal over de doolhof en het jeu de boules. Dat is ze steeds moeilijk gemaakt. Bij de Pro
vincie was allang heel duidelijk dat dat wel mocht, maar op de een of andere wonderbaarlijke manier
kon dat in Breda niet. Wij hebben daar geen prettige gevoelens over. Er is op een gegeven moment
gezegd dat de wethouder daarover nog een keer een gesprek zou gaan hebben met de gedeputeer
de. En wat zien we? Er komt nu een buitengewoon cryptische zin waar niemand echt heel duidelijk uit
komt. Die zin luidt: Indien de locatie gelegen is binnen een vestigingsgebied voor de glastuinbouw,
dan mag de functieverruiming de ontwikkeling van de glastuinbouw, zowel nieuwe vestiging als uit
breiding, niet frustreren. Dat is voor mij maar op één manier uitlegbaar en dat is dat er gewoon priori
teit wordt gegeven aan de glastuinbouw en dat de functieverruiming ondergeschikt is. Er is gevraagd