15 MAART 2007
56
De VOORZITTER
Ik denk: van welke wielerploeg
De heer AKINCI
Neen, het zit prima zo. Het is ook lente. Een aantal opmerkingen die gemaakt zijn, laat ik toch lekker
even liggen voor de tweede termijn, omdat het anders ten koste zou gaan van de vijf minuten die ik
heb voor ons eigen verhaal. Voorzitter, de bespreking van de kadernota is in Breda tot nu eigenlijk
altijd een soort postzegelbespreking geweest, waarbij hier en daar nog een klein bedragje kon worden
binnengehaald voor een bepaalde buurt of wijk. Zo'n jaarlijkse dans, waarbij na een urenlange verga
dering duidelijk werd welke stoeptegel het komende jaar weer recht gelegd zou worden. Dit is nu een
wat andere vergadering. Over stoeptegels gesproken: de wensen die de dorps- en wijkraden neerleg
gen, betreffen toch vaak het fysieke onderhoud van de stad. Dat wil niet zeggen dat dat niet belangrijk
is. Ik ben blij dat een aantal andere fracties ook gezegd heeft om maar eens met een planning, een
prioriteitenlijst te komen en eens te laten zien hoe het onderhoudsprogramma eruitziet, zodat we op
basis daarvan een discussie kunnen aangaan, en niet telkens weer bij de kadernotabespreking voor
een soort fait accompli worden gesteld, zo van: 62 punten, en kies daar maar uit. Dan is je vrije ruimte
op en ga je weer door naar het volgende jaar. Dus in die zin deel ik de opmerking van de heer Ar-
bouw, die zegt dat we eens moeten kijken in hoeverre dat gewoon in je normale planning ook op te
nemen is. De kadernotavergadering is deze keer nog wat anders, want we hebben nu een pre-
kadernotavergadering. Dat vraagt volgens mij, en mevrouw Vossenaar deed dat net al een beetje, om
een wat meer thematische benadering, waarbij het college van ons, van de raad, onderwerpen mee
krijgt die nadere uitwerking vragen in de uiteindelijke kadernota. We kunnen in deze vergadering de
accenten vaststellen voor het beleid in het komende jaar 2008. Verwacht dus van mij geen verhaal op
de vierkante millimeter, want daar is volgens mij deze vergadering niet voor bedoeld, alhoewel ik het
dan toch niet kan laten om de problemen rondom het dierenasiel wel even te noemen, waarbij ik op
nieuw de opmerking van de heer Arbouw deel. Het is een wettelijke verplichting, dus kijk in eerste
instantie eens welke ruimte er binnen de reguliere begroting is en kijk niet meteen naar de minieme
vrije ruimte die er voor de raad is. De financiële situatie. Of die nou rooskleurig is of niet en of er nou
wel of niet veel extra geld te verdelen is, we kunnen volgens mij met zijn allen constateren dat we,
voor zover er extra middelen zijn, het afgelopen jaar ook allemaal geconfronteerd zijn met een aantal
knelpunten waar we ons ook terdege van bewust zijn als het gaat om bijvoorbeeld de Economische
Impulsnota, wat je wilt met Stadsbeheer en het onderhoud van de stad, en de risicoreserve waar nog
een hele opgave ligt. Dus in die zin is de ruimte die misschien tijdens de begrotingsbehandeling nog
heel ruim leek, of in ieder geval door sommige mensen zo gepresenteerd wordt, een stuk kleiner dan
die toen leek. Wat betreft die accenten, want daar gaat het bij de pre-kadernotabehandeling wat ons
betreft om, zou ik willen beginnen met de klimaatverandering die internationaal eindelijk weer eens
hoog op de agenda staat. Dat gevoel van urgentie wordt gevoed door alarmerende rapporten van de
Verenigde Naties, waarin geconcludeerd wordt dat het niet zozeer de vraag is óf het klimaat verandert
maar hoe ernstig die veranderingen zullen zijn, en ook dat die klimaatverandering aan de mens is toe
te schrijven. Ook dat wordt door wetenschappers niet langer in twijfel getrokken. De gevolgen van die
klimaatcrisis, laten we dat woord maar eens een keer gebruiken, zijn niet eenzijdig af te wentelen op
de landelijke overheid of op de internationale gemeenschap. Ook op gemeentelijk niveau moet een
krachtige extra inspanning geleverd worden om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Door
energiezuinig te bouwen, door nieuwe wijken zo in te richten dat ze qua energieverbruik nagenoeg
zelfvoorzienend zijn. Er is in Breda een streven om te komen tot een energieneutrale of klimaatneutra-
Ie stad. Als we dat doel ook daadwerkelijk willen halen, dan is het noodzakelijk om daar een helder
beleid op te voeren en hier ook voldoende middelen voor beschikbaar te stellen. Qua luchtkwaliteit
maar ook als het gaat om de kwaliteit van bodem- en oppervlaktewater wordt Breda geconfronteerd
met nieuwe strengere Europese normen. Willen we aan onze verplichtingen voldoen, en ook dat zijn
wettelijke verplichtingen, dan zal daar wat extra geld voor beschikbaar gesteld moeten worden als het
gaat om het formuleren van nieuw beleid en een plan van aanpak. Een extra voordeel van het op die
manier te werk gaan, is dat je ook een beroep kunt doen op andere fondsen dan alleen maar de fond
sen die je als gemeente binnen je eigen budgetten tot je beschikking hebt. Met een beperkte investe
ring van gemeentelijke gelden kan ook geld met geld gemaakt worden door een beroep te doen op
provinciale, landelijke of zelfs Europese fondsen. Wat GroenLinks betreft, wordt het thema van duur
zaamheid, naast de bestaande thema's die in het programakkoord staan, leidend in de kadernota
2008. Daarbij gaat het om meer dan alleen maar het tevoorschijn toveren van geld. Het gaat evenzeer
om een toekomstgerichte visie waarin je ook gaat nadenken over wat die klimaatverandering nou be
tekent voor de wijze waarop we in de toekomst de zaken in de stad moeten aanpakken. Dat geldt ook