15 MAART 2007 63 De VOORZITTER De beraadslagingen worden hervat. Wederom gaan wij het lot trekken. Even kijken, waar zit de heer Boer? (Trekking lot.) De eerste spreker is de vertegenwoordiger van GroenLinks, de heer Akinci. Even voor de orde. Uit de stukken die u heeft ontvangen en uit datgene wat naar voren is gebracht, mag in ieder geval vastgesteld worden dat zich een meerderheid heeft uitgesproken om aandacht te beste den aan de volgende punten. Een verdere detaillering vindt u onder andere op de door u ontvangen lijst. 6. volkshuisvesting; 13. buitenruimte; 14. handhaving in de binnenstad; 18. Ginnekenweg-Noord; 19. evenementenbeleid. Ik zeg dat, zodat u zich ook enigszins kunt beperken tot die punten die voor u relevant zijn. Dit zijn de onderwerpen die, uiteraard kennisnemende van de handelingen van deze gedachtewisseling, in ieder geval vragen om een opvatting van het college. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, De VOORZITTER Dat zijn dus de nummers 6, 13, 14, 18 en 19. 6 is volkshuisvesting, 13 buitenruimte, 14 handhaving in binnenstad, 18 Ginnekenweg-Noord en 19 evenementenbeleid. Een meerderheid heeft daarover dus gesproken, en dat vraagt in ieder geval om een opvatting van het college. Daarbij zullen de handelin gen ook een leidraad zijn. Die betrekken wij ook daarbij. Ik geef dit even aan u mee, zodat u dat weet voor uw inbreng in de tweede termijn. Dat kan tot enige mate van verdere helderheid leiden. Het woord is aan de heer Akinci. De spreektijd is vijf minuten, zoals met elkaar afgesproken, en interrup ties zijn toegestaan. De heer AKINCI Voorzitter, ik wil even een misverstand voorkomen, want wij kregen hier al te horen dat GroenLinks de grootste voorstander zou zijn van bouwen boven de Bredestraat. Laten we dit misverstand weg wer ken. Wat ik net probeerde aan te geven, en ik herhaal dat ook even in de richting van de heer Arbouw, is dat je in het kader van visies op de stad, plannen die je maakt en dergelijke, en op basis van zaken die in het verleden al onderzocht zijn, daarnaar nog eens in breed verband zou kunnen kijken. Dan neem je dus ook mee behoeftes die er zijn, andere bouwlocaties en prioriteiten die er liggen. In dat licht zien wij de wens die er bij het CDA ligt om dat daarin mee te nemen. Daar gaan wij dan niet voor liggen. Dus ik denk dat u dat in die zin moet wegen. De heer ARBOUW Vindt u dan, mijnheer Akinci, de mening van de Bekom, die zich er toch duidelijk over heeft uitgespro ken daarin absoluut geen gat te zien, minder belangrijk? De heer AKINCI Neen, want ik heb net al proberen aan te geven dat ook ik niet denk dat daar uiteindelijk iets concreet positiefs uit komt. Maar dat wil niet zeggen dat je er met z'n allen niet open, in breed verband, met al die zaken die ik net noemde, over zou kunnen praten. De heer LIPS Misschien, mijnheer Arbouw, dat door zo'n onderzoek de Bekom uiteindelijk wel heel enthousiast wordt. De heer AKINCI En daar groeien wij dan al meteen weer uit elkaar, maar dat moet ook kunnen. Ten aanzien van Mevrouw OVERBOOM Ik proef toch enige verwachting dat er uit het onderzoek weieens wat positiefs zou kunnen komen. Ik hoop niet dat er in dat onderzoek, als het er komt, gestuurd gaat worden. De heer AKINCI Daar ga ik niet van uit als je een onafhankelijk onderzoek gaat doen. Die mening deel ik met u. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Voorzitter, mag ik me even in deze discussie mengen, want ook wij hebben ons uitgesproken voor een onderzoek. Stel nu dat dat onderzoek uitwijst dat er in deze stad eigenlijk nergens plaats is voor een toekomstige bouwlocatie, terwijl die blijkens de cijfers, die we nu niet exact kennen, wel voor wo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 29