15 MAART 2007
70
De VOORZITTER
Ik stel voor dat de heer Haarhuis verdergaat en tracht antwoord te geven op de beide interrupties, en
dan verdergaat met zijn betoog.
De heer HAARHUIS
Ik geef een voorbeeld van een zaak waarvan ik denk dat het jammer is dat die steeds op die lijstjes
blijft prijken. Ik doe een beroep op het college én op de gemeenteraad om die zaken nou eens op een
andere manier te benaderen. Ik heb ook in mijn eerste termijn gevraagd aan het college: kom eens
met een visie hoe je van dat soort zaken af kunt komen, waardoor je de debatten en de discussies
met de wijkraden én hier in de raad kunt houden over de grote thema's waar de raad het feitelijk over
hoort te hebben als kaderstellend orgaan.
De heer BOER
Als u nou die tien procent doet, dan houdt u negentig procent over om over visie te praten.
De heer HAARHUIS
Ik vind het zonde, want dit gaat allemaal van mijn spreektijd af en
De VOORZITTER
Gaat u verder, mijnheer Haarhuis.
De heer HAARHUIS
dat was mijn bedoeling eigenlijk niet. Voorzitter, het tweede waarop ik even wil ingaan, is het eco
nomisch beleid waarover de VVD iets heeft gezegd. We hebben dat natuurlijk onder elkaar wel vaker
besproken. De Partij van de Arbeid heeft samen met het CDA de thematiek van de bedrijventerreinen
stevig op de agenda gezet. We hebben voorstellen gedaan met betrekking tot deregulering. We zijn
bezig in de stad met de business case het station, wat een enorm grote opgave is. We willen nog een
voorstel doen over scholen en leerbedrijven. Dat is allemaal staand beleid, dat zijn allemaal lopende
dingen. Ik denk dat je de Partij van de Arbeid nu niet moet verwijten dat zij nu bij deze pre-kadernota
dat niet weer als hoofdonderwerp aanhaalt, terwijl de collega's in de debatten in de commissie On
derwijs en Economie en andere commissies er steeds mee bezig zijn om dat uit te voeren en uit te
werken. Voorzitter, het voorstel van GroenLinks om een energieneutrale stad te realiseren, klinkt na
tuurlijk prima. Ik heb geen idee waar je dan ja tegen zegt. Ik vind het wel interessant om te zoeken
naar zo veel mogelijk duurzaamheid. Daarin willen wij u graag steunen, met de opmerkingen die wij
daarover ook zelf hebben gemaakt en de inbreng die D66 daar ook al eerder bij heeft gehad. De sug
gestie van GroenLinks of ons college extra inspanningen kan doen om te kijken of De Stilte in dat
grote fonds beter te realiseren is, vinden wij een goed plan. Anders lopen we het risico, als we daar
niet hard op inzetten, dat veel te veel middelen naar de Randstad verdwijnen, terwijl de stad Breda en
ook andere middelgrote steden daar eigenlijk heel veel behoefte aan hebben. Wat ik ook nog even
onder de aandacht wil brengen, is dat we een pleidooi houden voor sociale binding in de stad, de
thema's die we al genoemd hebben. Ik hoop dat u daar ook nog op wilt ingaan en kijkt naar het ar
moedebeleid, met name of je de armoedeval kunt verkleinen. Sociaal veilig. In Tuinzigt en in andere
wijken nog eens goed kijken naar de veiligheid en de buurtcontrole, buurtmeesters en dergelijke. Dat
vinden wij een heel belangrijk punt. Over bouwen boven de Bredestraat wil ik ook nog even wat zeg
gen. Het zou de Partij van de Arbeidfractie eigenlijk een lief ding waard zijn als we wat meer inzicht
hadden in waar we het nou precies over hebben als het gaat over aantallen woningen, wat we waar,
wanneer en hoe gaan bouwen, als we die opgave met elkaar bediscussiëren tijdens de structuurvisie
die we met elkaar moeten vaststellen, en dat we dan kijken, afhankelijk van wat we tegenkomen, op
welke wijze en hoe we vorm moeten geven aan een onderzoek, wat er dan in moet staan en welke
criteria we daaraan willen meegeven. Want vooralsnog delen wij ook met GroenLinks de gedachte dat
wij ons op dit moment helemaal niet kunnen voorstellen dat je er wat aan hebt om dat te ontwikkelen.
Dus als je dat in de lijn van de structuurvisie legt en je kijkt nog eens naar de zoeklocaties, die je dan
ook opnieuw moet gaan aanwijzen, dan is dat wat ons betreft een moment waarop we een beter be
sluit kunnen nemen over welke vorm we aan zo'n onderzoek moeten geven. Dat we wat moeten laten
onderzoeken, dat is evident. Dat hebben we met elkaar ook besproken. Maar welke vorm en inhoud
we daaraan moeten geven, dat zouden we graag in de structuurvisie met u vaststellen.
Mevrouw OVERBOOM
Heeft u dat al met elkaar besproken, dat het onderzocht moet worden? Wat hoor ik u nu zeggen?
