22 MAART 2007 91 wegen wanneer je dat wel doet en wanneer je dat niet doet. In onze optiek levert deze deregulering heel weinig op, het kost maar een paar dagen werk, heb ik begrepen. Maar we hebben eigenlijk nog een ander argument, en dat is ons belangrijkste argument om tegen deze verordening te zijn, of deze wijziging. Wij willen geen verdere verrommeling van de binnenstad meer. D66 heeft altijd gepleit meer voor het Maastrichtse model, hele kleine uithangbordjes waardoor eigenlijk het historische karakter van de binnenstad veel beter uitkomt. Wat ons betreft, is het risico, en dat staat ook eigenlijk in het raadsvoorstel, met deze aanpassing te groot. In het raadsvoorstel staat namelijk dat het niet ondenk baar is dat daarbij de grenzen worden opgezocht. Wij willen dat niet, en vandaar dat wij tegen deze verordening zijn. Onze vraag aan het college is of u bereid bent toe te zeggen dat er over twee jaar een evaluatie plaatsvindt en dat er veel intensiever gehandhaafd gaat worden in de binnenstad dan nu het geval is. De VOORZITTER De heer Swablewski, Partij van de Arbeid. De heer SWABLEWSKI Voorzitter, raad, we hebben twee opmerkingen over de verordening. De eerste gaat over de relatie bij deze verordening en de doelstellingen in het coalitieakkoord om de lasten en regeldruk voor burgers en bedrijven te verminderen, en ik verwijs daarbij onder andere naar het onderzoek van de Kamer van Koophandel en het rapport van SIRA. Dus we hebben daar een iets andere opvatting over dan D66. Wij gaan iets zeggen of een opmerking maken over de in onze ogen verzameling van overlastgeven de onderdelen aan de westzijde van het gebied. Maar even over de uitstallingen en de terrassen. Wij stellen vast dat in de verordening het college eigenlijk twee verschillende keuzes maakt. Wat betreft de uitstallingen zegt het college: geen vergunning, daar volstaan wij met regels, en het terras anders om. Wij vragen ons af: waarom die keuze voor het een wel en voor het ander niet? Kan het college daar iets over zeggen? Wij stellen ook vast dat het college eigenlijk vooruitloopt op een bredere dis cussie over: wat doen we nou met het vergunningenbeleid? Het college, en ook de Partij van de Ar beid, heeft hoog in het vaandel staan om die regeldruk voor onze burgers en ondernemers te verklei nen. Dus wij willen u toch vragen op welke termijn wij die stukken krijgen, waarbij wij een totaalbeeld krijgen van wat gaan we nou doen aan dat vergunningensysteem, waardoor we in ieder geval kunnen voldoen aan datgene wat we gaan eisen. Onze vraag is ook of er in het kader van die uitstallingen en het vergunningenbeleid sprake zou kunnen zijn van ongelijke behandeling. Misschien dat u daar ook iets over kunt zeggen. Afhankelijk van uw antwoord komen we daar in de tweede termijn op terug. De overlast aan de westkant, we hebben daar in de commissie ook over gesproken. Wij stellen vast dat aan de westkant van het nieuwe gedeelte een openbare wc wordt geplaatst, er komt een loempiatent te staan en taxistandplaatsen. Wij hebben de indruk dat zich daar toch heel erg veel verplaatst naar één plek. Wij, maar ook andere partijen, hebben daar in de commissievergadering vragen over ge steld. Wij doen toch een dringend beroep op het college om met de bewoners daar in gesprek te gaan om te kijken of er andere oplossingen denkbaar zijn om in ieder geval de overlast zo veel mogelijk te spreiden, ledereen snapt dat aan de rand van een zeer dynamisch centrum als het centrum van Breda daar straks overlast plaatsvindt. Wij vinden wel datje dat zoveel mogelijk moet spreiden en niet bij een groep moet neerleggen. Dus wat dat betreft geen eenrichtingsverkeer daar in de zin van: wij zeggen wel wat er moet gebeuren en je hebt dat maar te slikken, maar de dialoog met de bewoners daar op zoeken. Daarmee kunt u ook laten zien dat de communicatie steeds beter gaat. Wij willen aan de wet houder vragen of hij dat gaat doen, of hij dat al gedaan heeft, omdat daarover ook in de commissie toezeggingen zijn gedaan, en of hij dat in ieder geval voortvarend gaat opnemen. Dat in eerste ter mijn. De VOORZITTER De heer Hendrickx, CDA. De heer HENDRICKX Dank u wel, voorzitter. Haven-west versus haven-oost. Het college stelt een ongelijke verdeling voor van de lasten en de lusten aan de haven. De haven-west en de Adriaan van Bergenstraat krijgen alle lasten toebedeeld: urinoirs, glasbakken, taxistandplaatsen en noem maar op. De CDA-fractie heeft vorig jaar artikel 41-vragen gesteld over de overlast aan de Adriaan van Bergenstraat. Met name de bewoners aan het Spanjaardsgat ondervinden enorm veel overlast van het uitgaanspubliek en fout- parkeerders. Hierop is wel een ambtelijke procedure gestart met hoor en wederhoor vanuit de ge meente. Die zaak loopt. Maar de CDA-fractie vindt het voorstel dat er nu ligt onredelijk. De haven-west en de Adriaan van Bergenstraat moeten leefbaar gehouden worden. We begrijpen dat een urinoir

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 10