22 MAART 2007
98
bedrijventerreinen in Breda, rekening houdend met de door ons genoemde opmerkingen. Wij hebben
de vraag aan het college verwoord in een motie, en dat is misschien wel merkwaardig in een eerste
termijn, maar wij vinden het een heel belangrijk verhaal en ook redelijk complex, dus wij hebben het
verwoord in een motie, die wij de motie van ondersteuning hebben genoemd voor het college, want
we hebben absoluut geen twijfels aan de intentie van het college om dit ook daadwerkelijk te gaan
doen. Dus ik mag u mede namens het CDA, Breda '97, VVD en D66 een motie doen toekomen Dank
u wel.
De VOORZITTER
(Voor de aanwezigen en de kijkers leest de voorzitter het verzoek van de motie aan het college voor.)
De motie maakt deel uit van de beraadslagingen.
De door de heer Leenders, namens de Partij van de Arbeid ingediende motie, die door de fracties van
het CDA, Breda '97, VVD en D66 is meeondertekend, luidt als volgt:
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 37 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden
van de gemeenteraad;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 22 maart 2007 ter behandeling van het voor
stel van burgemeester en wethouders ter zake de Economische Impulsnota Breda 2006-2010;
gelet op de discussie over behoefteraming bedrijventerreinen in Breda in de commissie Onderwijs en
Economie d.d. 1 maart 2007;
constaterende dat:
- onderzoek laat zien dat Breda tot 2020 behoefte heeft aan circa 140 hectare bedrijventerrein;
- het huidige aanbod van bestaande bedrijventerreinen slecht aansluit bij de behoefte, met name voor
grotere bedrijven;
- dit betekent dat er een tekort is aan ruimte voor grotere bedrijven;
het ontbreken van voldoende geschikte ruimte voor bedrijven een ernstige rem zet op de economi
sche groei van Breda en de regio;
er daardoor een ernstig beletsel is voor het ontstaan van nieuwe arbeidsplaatsen (voor hoger en
lager opgeleiden);
- de raadsbreed gedeelde ambities van Breda op het gebied van economie en werkgelegenheid (Eco
nomische Impulsnota 2006-2010) als gevolg hiervan slecht gerealiseerd kunnen worden;
overwegende dat:
- de noodzaak tot het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen in landelijke gebieden kritisch bezien
moet worden in relatie tot de mogelijkheden tot revitalisering en herontwikkeling van bestaande bedrij
venterreinen;
- Breda de nodige bestaande bedrijventerreinen heeft waar revitalisering en herontwikkeling mogelijk
- het van belang is deze mogelijkheden optimaal te benutten;
Breda in beginsel geen behoefte heeft aan grote bedrijven die veel ruimte innemen en die weinig
nieuwe werkgelegenheid meebrengen voor de Bredase bevolking;
- Breda specifieke hoogwaardige bedrijven wil aantrekken in de prioritaire sectoren die zijn gerelateerd
aan de Economische Impulsnota 2006-2010 (kenniseconomie, logistiek en hospitality);
- Breda actief samenwerkt in regio's, in dit verband vooral in de regio Tilburg en West-Brabant, en dat
juist met het oog op grootschalige planologische ontwikkelingen ten behoeve van het creëren van
bedrijventerreinen een optimale afstemming mogelijk en noodzakelijk is;
Breda een duurzame stad is en dat wil blijven en het in dat verband van belang is de
(her)ontwikkeling van bedrijventerreinen nadrukkelijk te spiegelen aan duurzaamheidscriteria;
- het bij de visieontwikkeling nodig is de gevolgen in ogenschouw te nemen van de verwachte afname
van de behoefte aan bedrijventerreinen na 2020;
IS,