22 MAART 2007 99 - het van groot belang is dat bij de betrokken omwonenden en andere belanghebbenden draaqvlak bestaat voor de invulling van de bedrijventerreinen in relatie tot de (woon)omgeving; verzoekt het college om: - vóór 1 juli 2007 een integraal plan van aanpak te maken en te presenteren voor een optimale af stemming tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen in Breda; -daarbij rekening te houden met de behoefte en beschikbaarheid van bedrijventerreinen in West- braoant; - m dit Plan een visie op te nemen over de mogelijkheden tot herontwikkeling en revitaliserinq van bestaande bedrijventerreinen in relatie tot de noodzaak tot ontwikkeling van nieuwe bedrijventerrei- - dit plan toe te spitsen op specifieke bedrijven die werkgelegenheid meebrengen waar Breda behoef te aan heeft; - in dit plan aan te geven op welke wijze wordt gewaarborgd dat het gaat om kwalitatief hoogwaardiqe bedrijven, passend binnen de ambities van de Economische Impulsnota; - in dit plan aan te geven op welke wijze er sprake kan zijn van een duurzame inpassing in een lande lijke omgeving; 3 -in dit plan een visie aan te geven over de wijze waarop omwonenden en eventueel andere belanq- hebbenden worden betrokken bij de eventuele ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen- - aan te geven welke procedurele en financiële kaders nodig zijn om de ambities op het' gebied van economische ontwikkeling en werkgelegenheid te behalen; en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER Het woord is aan mevrouw Boidin namens het CDA. Ga uw gang, mevrouw. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Ik wil beginnen met de Economische Impulsnota. Van de Economische Impulsnota, de Partij van de Arbeid heeft het zojuist ook al aangegeven, vinden wij eveneens dat het een duidelijke en goed lees bare nota is en bovendien ook een eerlijke nota. Eerlijk, omdat er ook in wordt aangegeven wat er niet wordt gerealiseerd. En daar wil ik zo meteen ook nog even op terugkomen. Woorden zijn belanqrijk maar waar het hier om gaat, is: wat kunnen wij in de toekomst, in de nabije toekomst, eigenlijk con creet maken? Heel belangrijk zijn de actiepunten, en dat zijn er heel veel, 35. Maar die zijn ook nodiq als wij een stevig economisch profiel willen wegzetten. De fasering en de status van de plannen wor den aangegeven, en ook dat is heel goed gedaan. Er wordt aangegeven nieuw beleid, zoals bijvoor beeld de citymarketing, er wordt aangegeven wat er geïntensiveerd wordt, zoals de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen, wat al vastgesteld is, onder andere de herstructurering van bedrijventerrei nen zoals De Krogten en Emer-Hintelaken, maar ook zaken die aangepast moeten worden zoals bijvoorbeeld de verouderde winkelstrips. Maar er is een probleem. Het actieprogram kan slechts voor een deel uitgevoerd worden binnen de afdeling Economische Zaken, omdat financiën en menskracht onvoldoende zijn. Dat zal ook de reden zijn dat wij in de kadernota uitvoerig terugkomen op dit onder deel. Wel zijn we blij met de ton extra voor de accountmanager kennis en onderwijs, en we zijn ook blij met de ton extra incidenteel als werkbudget. Waarom blij met die kennis- en onderwijsmanager? Goed opgeleide mensen moeten wij zien te binden aan de stad, omdat zij ook een netwerk opzetten, zeker tussen onderwijs en economie. Men heeft ingezet op drie kansrijke sectoren. Uitstekend. Internationa le handel en logistiek, daar wordt op dit moment hard aan gewerkt. Kennisindustrie, voedsel, farma, elektra en, niet te vergeten, onze creatieve industrie. Ook wordt genoemd de zorgeconomie. Helaas zien we daar in de praktijk erg weinig van terug. Wij leveren nu geen inspanningen die belanqrijk zijn °m,,e zorgeconomie misschien via de onderwijskant er wel bij te betrekken, gelet op het enorme te kort dat de komende jaren aan verzorgend personeel wordt verwacht. Wie wel eens in een ziekenhuis of een verpleegtehuis komt, ziet daar maar al te goed dat het verplegend personeel werkelijk de be nen onder het lijf uit loopt, maar dat er vaak óf geen geld óf onvoldoende menskracht te krijgen is. Wat doen we nog meer niet? Intensivering stedelijke en regionale samenwerking. En als we bedenken en het lijstje bekijken waar wij als Breda in participeren, dan is dat heel veel, maar als wij daar reqionaal met echt op inzetten dan is onze inbreng, denkt het CDA, zeer gering. Denk aan Brabantstad, het btb West-Brabant-Zeeland en zo kunnen we dat rijtje nog aanvullen. De intensivering acquisitie wordt aangegeven, daar doen we op dit moment niet zoveel aan. De heer Leenders haalde het voor beeld aan dat er binnenkort inderdaad een ambtenaar richting Amerika gaat om daar zijn licht op te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 18