22 MAART 2007 101 de begroting. Maar vorige week, in het recente pre-kadernotadebat bleek er weer onvoldoende steun in de raad om de uitvoering van de Economische Impulsnota op te nemen onder de punten waarvan kon worden geconcludeerd dat er voldoende breed draagvlak is in de raad om ze ook nadrukkelijk en expliciet op te nemen in de Kadernota 2008. Alleen CDA, GroenLinks en de VVD hebben toen dat pleidooi gevoerd. De Partij van de Arbeid ontbrak daarbij, maar ik ben ervan overtuigd dat de heer Leenders zich bij de komende kadernota als die definitief wordt vastgesteld, grandioos gaat revanche ren. De VVD-fractie zal blijven ijveren, mijnheer de voorzitter, voor meer financiële middelen voor de aandachtsvelden die nu niet kunnen worden opgepakt, althans niet voldoende, zoals met name voor de intensivering van de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Voor dat prioritaire aandachtsveld zijn in 2007 eenmalig middelen beschikbaar, maar voor de jaren daarna zijn voor het ruimtelijk eco nomisch beleid structurele middelen gewenst, aldus ook het college in zijn raadsvoorstel. Op zich is dat een belangrijk gegeven. Het college vindt dat ook, dus college, kom dan bij de kadernota met de middelen die daarvoor nodig zijn. De noodzaak daartoe blijkt inderdaad uit de notitie Behoefteraming Bedrijventerreinen in Breda, waarover zojuist door de heer Leenders een motie is ingediend die door de VVD is mede ondertekend. Om de economische ambities van de stad te realiseren, moet Breda ook in de toekomst kunnen beschikken over voldoende ruimte die aansluit bij de behoefte van het bedrijfsleven, zowel kwantitatief als ook kwalitatief. Dat zijn twee verschillende zaken. De VVD sluit zich volledig aan bij het betoog van de heer Leenders. De cijfers in de behoefteraming zijn schokken de cijfers voor de toekomst, en die waren niet helemaal onbekend, ook in de vorige raadsperiode ken den we die cijfers al en ze zijn nu nog eens een keer bevestigd, en ze zijn dus kennelijk heel serieus te nemen. Daarom is het heel goed dat nu de raad daarover een motie indient, althans een motie die door veel partijen wordt gesteund en zo mogelijk ook nog een algemene instemming krijgt. Dat zou op zich een heel goede zaak zijn. Het college verdient op dat stuk zeker ondersteuning van alle partijen, mijnheer de voorzitter. Alleen bij voldoende ruimte voor bedrijvigheid zal de wethouder Economische Zaken de komende jaren nog in de media kunnen schitteren met goede berichten over bedrijven die Breda als vestingsplaats kiezen, zoals vandaag ook weer gebeurd is. Overigens, gelukwensen, mijn heer Adank, voor dit succes dat weer binnengehaald is. De VVD rekent erop, mijnheer de voorzitter dat samen met de andere ondertekenaren van de motie de benodigde financiën kunnen worden ge vonden voor dit beleidsonderdeel, maar vooral ook dat het niet zal ontbreken aan de vereiste besluit vaardigheid, en dan bedoel ik ook de politieke moed om tijdig nieuwe bedrijventerreinen te ontwikke len. Want de heer Leenders heeft er terecht op gewezen dat er ook veel weerstand bestaat tegen die zaken. Ik denk dat het van politieke moed getuigt als wordt doorgepakt, uiteraard in goed overleg met personen, organisaties en dorpen die daardoor hun omgeving zien veranderen. Maar doortastendheid is op dit stuk essentieel, mét goede communicatie. De heer HAARHUIS Voorzitter, als ik even terugdenk aan de pre-kadernotabehandeling, en als u zegt: het vereist ook moed om dingen te besluiten, dan vereist het volgens ons ook moed om van zaken afscheid te ne men, om voldoende financiële ruimte met elkaar te maken om een aantal zaken te doen. De heer TAKS U komt met voorstellen om ruimte te maken om het bedrijventerreinenbeleid een wat beter cijfer te geven. De heer HAARHUIS Neen, wat ik vaststel, is dat bij de pre-kadernota met name de VVD het wensenlijstje en de beloftes uit het verleden heeft geventileerd. Maar als we ruimte willen maken voor de toekomst dan kan dat ook impliceren dat we keuzes moeten durven maken, niet voor het opstapelen van dingen maar voor het ruimte maken. De heer TAKS Maar daar zijn we het volledig over eens, mijnheer Haarhuis. Oud beleid voor nieuw beleid. Dat heeft de VVD altijd bepleit, ook in het verleden toen we nog in de coalitie zaten, maar het is nooit echt goed van de grond kunnen komen. Maar als we elkaar op dat onderdeel kunnen vinden bij de komende kadernota, dan kunnen we zaken doen. We zijn zeker bereid als VVD voorstellen te doen van zaken die kunnen worden teruggebracht, verminderd of zelfs afgeschaft. U zult ze horen bij het komende kadernotadebat. De VOORZITTER Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Vergroesen namens de SP.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 20