22 MAART 2007
105
wordt het als een feit gepresenteerd. Ik wil u dan ook heel even in herinnering roepen dat het nog
helemaal geen feit is, want de MER is nog niet vastgesteld en de structuurvisie moet ook nog steeds
vastgesteld worden. Dus die discussie is nog helemaal niet gelopen. Het verbaast me enigszins dat er
hier een aantal partijen zijn, die er maar coüte que coüte van uitgaan dat die 90 hectare er komen. Dat
is in onze optiek nog steeds een zaak waar wij absoluut tegen zijn. Eigenlijk wil ik het hierbij laten.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Mevrouw Boelema, even naar aanleiding van uw opmerking over de MER met betrekking tot Bavel en
die 90 hectare, dat die nog niet is goedgekeurd. Die opmerking is terecht. Dat weten wij ook nog niet
exact. Stel dat dat nu niet doorgaat, hebt u dan een idee waar dan wel hectares te vinden ziin in Bre
da?
Mevrouw BOELEMA
Mevrouw Boidin, volgens ons gaat de discussie dan een heel andere kant op, namelijk dat onze gren
zen bereikt zijn en dat we veel specifieker moeten kiezen wat we dan willen in deze stad, en dat mis
schien die bedrijvigheid in die logistieke sfeer op dat moment gewoon losgelaten moet worden, omdat
we dan een heel andere discussie over vierkante meters krijgen. Volgens mij is het een andere' politie
ke keuze die we op dat moment moeten maken. Dus het gaat, volgens ons, dan helemaal niet meer
over de vraag waar die vierkante meters dan nog gezocht kunnen worden, maar hoe je, en daarmee
citeer ik eigenlijk ook de heer Van Yperen uit de commissie, efficiënt gebruik moet maken van de ruim
te en dat we ons moeten afvragen waar onze grenzen liggen als Breda.
De heer LEENDERS
Ter interruptie, voorzitter. Dat betekent, mevrouw Boelema, dat u op dat punt de Economische Im
pulsnota niet ondersteunt waar het gaat om een van de prioritaire sectoren?
Mevrouw BOELEMA
Wij hebben heel duidelijk aangegeven in ons betoog in de commissie dat het ons met name om die
hospitality en kenniseconomie in de kennisintensieve sectoren gaat. Dat is heel duidelijk naar voren
gekomen, mijnheer Leenders. Dat wil niet zeggen dat wij de Economische Impulsnota niet hoeven te
steunen, maar dat betekent wel dat wij daar een kanttekening bij gemaakt hebben. Dat is iets heel
anders dan dat we het verder met de rest van de inhoud niet eens zijn, want dat zijn we wel. En wij
hebben, en dat mag ik nog even in herinnering roepen, zowel bij de Kadernota 2007 als bij de alge
mene beschouwingen over het coalitieakkoord wel degelijk ook, net als de VVD, ontzettend veel aan
dacht voor economie gevraagd, waar de PvdA het op dat moment liet afweten.
De VOORZITTER
Goed. Dan is nu het woord aan de heer Boer.
De heer BOER
Mijnheer de voorzitter, beste kijkers, sorry dat ik jullie in eerste instantie vergeten was. Daar doen we
het toch allemaal voor. Ik zat in een heel stevige stoel, mijnheer de voorzitter, maar ik had toch moeite
om daarin te blijven zitten toen ik het betoog van D66 net hoorde over het feit dat men mede-indiener
is van deze motie. Want bij de constateringen staat bij het eerste streepje: onderzoek laat zien dat
Breda tot 2020 behoefte heeft aan 140 hectare bedrijventerrein. Ik heb hier de nota Behoefteraming
Bedrijventerreinen Breda, en daar staat duidelijk in dat die 140 hectare, bestaat uit 50 hectare in Prin
senbeek en 90 hectare in Bavel-zuid. Dus snap ik absoluut niet hoe u die 90 hectare buiten deze mo
tie wilt houden. Óf u bent voor deze motie mét die 90 hectare in Bavel-zuid, óf u bent ertegen, en dan
kunt u nog best voor de Economische Impulsnota zijn. Maar u kunt niet tégen de 90 hectare zijn en
vóór de motie. Dat kan gewoon niet. D66 is altijd een heel duidelijke en open partij geweest, maar dit
snap ik echt niet.
Mevrouw BOELEMA
Ik zal u dan heel duidelijk en helder uiteenzetten waarom wij deze motie kunnen steunen. Dat is na
melijk, omdat dat voor ons nog niet helemaal vaststaat. De uitkomsten van dat plan van aanpak zijn
ook nog helemaal niet duidelijk over die 140 hectare. Bovendien wordt Bavel hier niet in genoemd. Ik
wil alleen maar in herinnering roepen... Neen, want wij hebben daar in de commissie ook al uitgebreid
over gediscussieerd, mijnheer Boer. Toen was u het volgens mij wel met ons eens, dus het frappeert
mij enigszins dat u daar nu zo op terugkomt. Wat dat betreft, had ik eigenlijk ook wel wat steun ver
wacht voor ons betoog van uw kant. Maar goed, dat laat