22 MAART 2007
109
De heer AKINCI
Voorzitter, begrijp ik het nou goed dat de wethouder is begonnen aan de onderhandelingen 2010?
De heer TAKS
Dat heb ik wel zo begrepen.
De heer AKINCI
Ik dacht dat het goed ging, eigenlijk. Maar?
De heer TAKS
Hij is een heel verstandig politicus.
Wethouder ADANK
Voorzitter, de eerste opzet van een bedrijventerrein tot en met het realiseren van de eerste panden
van een bedrijventerrein duurt zeven tot tien jaar. Ik dank in ieder geval ook met name de initiatiefne
mers dat zij zich realiseren, ook in het debat in de commissie, dat je niet de hele Economische Im
pulsnota met alle financiële vraagstukken die daar nog onder liggen, in een keer kunt uitvoeren. Ik ga
daaromtrent absoluut geen schot voor de boeg geven. Straks bij de kadernota en bij de begroting is
het in de richting van de raad uw besluitvorming dat u de impulsen die in die nota gegeven zijn, het
heet niet voor niets impulsen, we gaan het hele beleid niet wijzigen, we gaan accenten leggen, onder
steunt. We hebben ook duidelijk aangegeven wat we niet doen. Dat kunnen we wellicht, zoals ik zei, in
een vervolgperiode gaan doen. Dat betekent dat we ons dat goed moeten realiseren, en daar zijn
misschien de uitspraken van uw raad in tegenstelling tot de dictie, de overwegingen en de constate
ringen in de motie wat ambivalent in. Ik wens toch in de richting van de raad namens het college aan
te geven: nieuwe bedrijventerreinen prima, en mevrouw Boidin heeft al terecht aangegeven De Wig
hoogwaardig Europees, maar dan houdt het eigenlijk op, want voor die andere die we zouden moeten
gaan ontwikkelen, hebben we een ontwikkelingsperiode van zeven tot tien jaar nodig. Het is niet dat
Breda dat zo nodig vindt, maar het is omdat die opdracht van de provincie in het streekplan, in het
beleid van de stadsregio Breda-Tilburg en in de uitwerkingsplannen van het streekplan gewoon als
taakstelling opgenomen is, inclusief de dertig procent korting, dat is een stevige korting, geen nieuwe
bedrijventerreinen, probeer het eerst in te vullen, op de bestaande bedrijventerreinen. Wat dacht u van
het geld dat u uitgetrokken heeft als raad voor Krochten-Noord? Daar mag u uzelf een compliment
voor geven. Het Hazepad en omgeving worden opgeknapt. En terecht is ook in de commissie aange
geven dat er op dit moment investeerders zijn, er zijn bedrijven die opnieuw aan het investeren zijn in
Krochten. Natuurlijk is er leegstand, in welke gemeente niet? Maar als tegelijkertijd wordt herkend en
erkend dat er impulsen gegeven worden door het bedrijfsleven zelf, en daar ligt een heel groot stuk
van de verantwoordelijkheid voor de business die wij samen doen, dan vind ik dat een goede ontwik
keling. Die aanjaagfunctie, die die nieuwe bedrijven in Krochten op dit moment tentoonspreiden, zou
weieens een eerste wending kunnen zijn in het hergebruik van de oudere bedrijventerreinen, waarbij
we niet in eerste instantie spreken over het transformeren voor andere doeleinden, maar die bedrij
venterreinen zijn er om bedrijven te accommoderen. Dan uw opmerking, ik heb die van enkelen ge
hoord en ik ga er maar even zo doorheen, over de grote logistieke dozen, ik zeg het maar even heel
plat. Ik kijk nu even in de richting van de SP. Toen de eerste biofarmaceuten in onze richting kwamen,
werd er toch wat laatdunkend over gedaan. Krijgen we weer zo'n doos, in de meest fysieke vorm van
het woord. Vergis u niet, van de 80 arbeidsplaatsen toen, zes jaar geleden, zijn deze bedrijven wel
gegroeid naar 800 arbeidsplaatsen nu per locatie. Dan moet u eens nagaan wat dat in de relatie on-
derwijs-bedrijfsleven voor onze jongere generatie van het vmbo en de onderbouw mbo ook in dat
segment aan werkgelegenheid creëert. Dat moet voor de SP een uitstekende reden zijn, zeker als het
gaat om de werkgelegenheid, om u, u doet dat met de woningbouwcontingenten ook, waarom doen
we het dan ook niet samen voor de werkgelegenheid voor onze jonge mensen, redelijk volmondig aan
te sluiten bij het betoog dat door de woordvoerders van de fracties hier naar voren is gebracht. Dus ik
zou graag uw overweging in de tweede termijn daarover nog eens willen horen. U vraagt met z'n allen:
zet er druk op en probeer dat masterplan of dat plan van aanpak vóór 1 juli op tafel te leggen. U zet
mij het pistool bijna op de borst. 1 juli is met datgene wat wij in huis hebben op dit moment nauwelijks
te doen. Mag ik u namens het college vragen, want het college heeft daar uitgebreid over gediscussi
eerd, om ons de ruimte te geven en u vóór 1 juli de stand van zaken aan te geven, het materiaal op
tafel te leggen over de grote lijnen die in de motie van ondersteuning in de overwegingen en de con
stateringen in onze richting als opdracht weergegeven zijn. Dan kunnen we elkaar in ieder geval bij
praten en informeren, en kunnen we in september of oktober het bestuurlijke traject in gang zetten. Ik
denk dat dat ook terecht zou zijn als je kijkt naar de begroting en de volgende jaarschijven, en we