22 MAART 2007 115 inwoners krijgen. We moeten dus ook heel goed anticiperen op wat ons staat te wachten als die de mografische ontwikkeling, die voorspeld wordt, in gaat zetten. Dan heb ik nog een laatste opmerking. Revitalisering kost veel geld, dat heeft de wethouder ook aangegeven. Dat kost abnormaal veel geld. Maar we moeten eraan werken dat dat anders wordt. Het kan toch niet zo zijn dat de vervuiler niet betaalt. Na 20 jaar op een bedrijventerrein zegt het bedrijf: nou, doei, ik ga naar een nieuw stuk terrein en ik laat de rommel voor de gemeenschap achter. Dat moet toch anders worden. De vervuiler dient toch te betalen. Ik vind dat we daar in Breda ook over moeten nadenken, en dat we van tevoren af spreken dat bedrijven die op nieuwe bedrijventerreinen, als we die nodig hebben, komen alvast geld betalen voor als ze die gaan verlaten. Want dan krijg je ook het effect dat men niet wil gaan verhuizen, omdat men dan in de bestaande plek gaat investeren. En daar moeten we naar toe. Het kan niet zo zijn dat de overheid voor die vervuiling moet gaan betalen. Zo komen we dus nooit verder als we steeds nieuwe ruimte uitleggen en de oude bestaande bedrijventerreinen achtergelaten worden voor de overheid. De heer ARBOUW Voorzitter, ter interruptie. Na de bijdrage van Breda '97 en GroenLinks krijg ik toch een beetje een déja-vu-gevoel, vergelijkbaar met het debat over het onderzoek naar het bouwen boven de Bredes- traat. Inhoudelijk zijn ze het er niet mee eens, maar ze stemmen toch voor de motie. De VOORZITTER Ik ga door naar mevrouw Boelema, D66. De heer AKINCI Voorzitter, een korte reactie. Volgens mij heeft mevrouw Schokker het duidelijk verwoord. Dat is ook de discussie die we in de fractie gevoerd hebben. Je hebt een aantal constateringen en overwegingen die je maakt en daarover kun je van mening verschillen, en dat is ook de reden dat de fractie van GroenLinks heeft gezegd: wij ondertekenen de motie niet, omdat wij die niet delen. Maar los daarvan staat het dictum. Dat is het besluit dat genomen wordt. Dat gaat over het onderzoek. Met de reikwijdte van het onderzoek en wat daar allemaal in meegenomen wordt, kunnen wij ten volle meegaan, juist vanuit die argumentatie. En daarom stem je voor de motie, alleen onderteken je haar niet. De VOORZITTER Mevrouw Boelema, D66. De heer VAN YPEREN Mijnheer de voorzitter, ik moet even reageren. Ik vind dat de heer Arbouw een behoorlijke fantasie heeft, want ik denk dat ik heel duidelijk ben geweest hoe ik ten opzichte van deze zaak sta. Ik denk dat, wat dat betreft, de fantasie hem erg parten speelt. De VOORZITTER Mevrouw Boelema maakt geen gebruik van het woord? De heer Boer nog? De heer BOER Mijnheer de voorzitter, ik hoor eigenlijk dat zoveel kromme dingen recht gesproken worden dat ik even moet nadenken. Ik wil het heel kort maken. De heer LIPS Kan dat niet morgen? De heer BOER Van de wethouder willen wij weten dat als wij tegen die 90 hectare in Bavel zijn of wij dan ook tegen de Economische Impulsnota moeten zijn. Tegen die motie zijn we sowieso, want daarin wordt het genoemd. Dat wil ik graag van de wethouder weten. De VOORZITTER U heeft een groot vertrouwen in de wethouder. Dat wordt gewaardeerd. De heer BOER Als adviseur denk ik wel, ja.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 34