22 MAART 2007 130 De heer HARDORFF Ja, ik ook. Maar ik ben er ook geweest. Even een stukje van het huis afbreken, is makkelijker gezegd dan gedaan. De heer GOUKA U gaat gewoon voorbij aan de bestuursrechter en aan de Raad van State, plus aan de wensen van de familie Van der Maas, die duidelijk op voorhand al aangegeven heeft: als jullie het op een andere ma nier doen, hebben wij geen problemen. Nu is het wel een probleem. De VOORZITTER Voor de goede orde, aan de orde is de vaststelling van het bestemmingsplan Lijsterhof. Ik denk dat we dat niet uit het oog moeten verliezen. Los van het andere. Het woord is aan de heer Van Yoeren Breda '97. De heer VAN YPEREN Mijnheer de voorzitter, dit is een buitengewoon moeilijk onderwerp. Hoe moeten we hier nou mee omgaan? Er is met vergunning gebouwd. In de directe omgeving is en wordt op dezelfde wijze ge bouwd met vergunning. En is er nou echt wel zoveel schade aan privacy als wordt gesteld? Is het niet een gewone burenruzie? Dat zou je kunnen concluderen, omdat er gesteld wordt dat alleen schade vergoeding wordt geaccepteerd van de buren. Aan de andere kant staat als een paal boven water dat het oorspronkelijke bestemmingsplan geen hogere goothoogte toestond. Dat plan gaf de burger de garantie dat er geen hoge landhuizen konden verschijnen in de directe omgeving. Dat bestemmings plan gaf ook de garantie, als het ware, voor dat stukje privacy. Hoe geloofwaardig zijn onze bestem mingsplannen als we dit toestaan? Mijnheer de voorzitter, wat moeten we ermee? Breda '97 weegt in dit geval de belangen af. Is het verantwoord de nieuwe bovenbouw af te breken ten behoeve van de belangen wat betreft de privacy van de buren? Is dat verantwoord? Heeft de burger geen recht op bescherming van zijn eigendom door handhaving van de regels die gesteld zijn door de raad in een vastgesteld bestemmingsplan? Kan er zo zonder meer, al is het op eigen risico, door de gemeente met de huidige regels in zo'n bestemmingsplan een bouwvergunning worden afgegeven? Kan dat nou? Dat zijn nogal wat vragen die eigenlijk om antwoord vragen. Tot welke slotconclusie komt Breda '97 nadat al die vragen de revue hebben gepasseerd? Breda '97 vindt dat de kapconstructie kan blij ven staan. Het belang van privacy is uiterst belangrijk, maar weegt niet op tegen de schade die af braak met zich meebrengt, temeer, omdat er maatregelen mogelijk zijn om aan de eis op privacy te kunnen voldoen. Dat betekent dat wij het voorstel zullen steunen om de weg vrij te maken voor ge rechtelijke procedures, en ook om de weg vrij te maken dat een onpartijdige instantie alle ins en outs bestudeert om planschade te kunnen vaststellen. Immers, deze gang van zaken, die we nu kunnen vaststellen, is alleen mogelijk als we dit voorstel aannemen. Het planschadeverzoek komt automatisch weer in deze raad, hoe u het ook wilt. En dan kunt u het alsnog beoordelen. De raad kan dan bepalen of het wel voldoende is. Maar er gaat wel degelijk een verwijt naar de gemeente Breda om zuiverder om te gaan met de regels van bestemmingsplannen. De burger moet erop kunnen rekenen dat men daar duidelijk naar iedereen ondubbelzinnig mee omgaat. Deze affaire krijgt geen schoonheidsprijs van ons. De gemeente Breda dient ook in de afgifte van bouwvergunningen duurzaam te zijn. Conclu sie: groen licht voor dit raadsvoorstel, om een planschadeprocedure en gerechtelijk onderzoek moge lijk te maken, met het verwijt naar de gemeente toe dat handhaven van de regels van bestemmings plannen geen uitzonderingen toestaat. Dank u wel. De VOORZITTER Het woord is aan mevrouw Overboom, D66. Mevrouw OVERBOOM Voorzitter, de D66-fractie constateert dat er bepaald geen zorgvuldige procedure is doorlopen, en dat blijkt wel als eerst het bezwaarschrift gegrond wordt verklaard en vervolgens in het hoger beroep de gemeente in het ongelijk gesteld wordt. Dus, wat ons betreft, bepaald geen schoonheidsprijs, en ik hoop dat het college dat ook wil onderkennen. Alleen, in het hoger beroep heeft de rechter aangege ven dat er wel een mogelijkheid is als de beleidsregels worden aangepast of het bestemmingsplan. En onze fractie zit met een probleem. Ook al is het absoluut niet netjes, en wij eigenlijk zouden willen zeggen, ga desnoods afbreken, want dit is geen legaal bouwwerk, wij hebben de plicht vanuit de lam delijke jurisprudentie om de legalisatiemogelijkheden te bekijken. En dat heeft tenslotte de rechter in hoger beroep ook aangegeven. De legalisatiemogelijkheden zijn, het is al aangegeven, óf een be stemmingsplan, óf aanpassen van de beleidsregels. Dus wij denken dat er geen andere weg voor ons

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 49