22 MAART 2007
135
waarvan u zegt: daar denken we verschillend over. Maar het is niet zo dat op voorhand bewust daarin
geopereerd wordt.
De heer BOER
U kunt niet zeggen dat dit een vergissing is. Het gaat niet om centimeters.
De VOORZITTER
Goed. Ik ga naar de heer Scheltens van GroenLinks.
De heer SCHELTENS
Dank u wel. Nou u daar toch staat, mijnheer Oomen. Er wordt gezegd: een burenruzie of een juridi
sche strijd tussen twee partijen. Maar het gaat eigenlijk over drie partijen, en de derde is de gemeente
Breda. Bent u het niet met ons eens dat wij als gemeente Breda, ik wil niet eens zeggen u als wet
houder, maar wij als gemeente Breda hoofdverantwoordelijk zijn voor dit debacle? En als dat onder
schreven wordt door u, zij het natuurlijk met een beetje tegenzin, maar ik denk dat u daar bijna niet
omheen kunt na deze discussie, is dat dan niet op zijn minst een aanleiding om richting de twee par
tijen, die dan anders weer een juridische strijd gaan voeren, gewoon te zeggen: nou, dit is allemaal
uiterst ongelukkig verlopen, wij zijn daar mede debet aan, kunnen wij niet als een soort bemiddelaar,
mediator, kijken naar wat wij voor oplossing kunnen verzinnen die voor beide partijen aanvaardbaar
isWant nogmaals, ik denk dat geen van beide partijen zit te wachten op weer een juridische proce
dure. Zij zitten niet te wachten op een planschadeprocedure, wij zitten niet te wachten op afbraak van
een huis. Denkt u niet dat een rol in die zin voor u weggelegd zou kunnen zijn?
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan de wethouder.
Wethouder OOMEN
Voorzitter, ik ben één keer met mijn volle bewustzijn door de commissie op pad gestuurd om met deze
partijen aan tafel te gaan zitten. Ik kan u zeggen, dat waren geen gemakkelijke momenten. Maar je
bent er als bestuurder niet alleen voor de makkelijke momenten, je moet ook de moeilijke momenten
in je ransel meenemen. Ik heb dat gedaan. Ik heb geprobeerd om partijen tot elkaar te brengen en ik
heb ook gemerkt, want daarvoor loop ik lang genoeg mee in het vak en enige communicatievaardig
heden heb ik, dat mag u gewoon van mij aannemen, die heb ik, daar beschik ik over, dat het onmoge
lijk was om op welke manier ook deze partijen één centimeter nader tot elkaar te brengen. Dat is een
onmogelijkheid. Verder ga ik op geen enkele wijze namens het college in op welke suggestie u ook
doet in mijn richting of in de richting van het college om partijen op een andere manier bij elkaar te
brengen naar aanleiding van de uitspraak die u nu doet over datgene wat hier voorligt U vindt mii
daar niet aan uw zijde.
De heer SCHELTENS
Dat laatste betreur ik toch wel. De vorige keer heeft u ook gezegd: dat lukt niet. Maar de situatie is nu
heel anders. Er ligt straks een duidelijke uitspraak. Of die nou wel of niet is, zoals ik die wens, er ligt
straks een duidelijke uitspraak van deze raad. En dan is er weer een totaal nieuwe situatie.
Wethouder OOMEN
Voorzitter, ik wil er niet op vooruitlopen, maar van deze uitspraak van de raad, die binnen nu en een
paar minuten zal gaan plaatsvinden, nemen beide partijen kennis, en ik sluit niet uit dat na de uit
spraak van de raad ook voor partijen een nieuwe situatie ontstaat. En neem van mij aan dat partijen
daarop zullen reageren. En daar wil ik het bij laten.
De VOORZITTER
Wij hebben in twee termijnen gesproken. We gaan over tot de stemming. Is er behoefte tot het afleq-
gen van stemverklaringen? De heer Boer, ga uw gang.
De heer BOER
Mijnheer de voorzitter, soms schaam ik me om hier in de raad te zitten.