10 MEI 2007 176 ners van de interpellatie en zo nodig van andere partijen. En dan eventueel, als het noodzakelijk is, om tot een stemming te komen. Het woord is aan mevrouw Van Maanen, VVD. Mevrouw VAN MAANEN Confucius zei ooit: 'Een mens heeft twee oren en één mond om twee keer zoveel te luisteren als te praten.' Meer nog dan zenden, is goed ontvangen - luisteren dus - een belangrijke eigenschap waar aan communicatie moet voldoen. En daar ligt naar mijn mening nu juist het probleem in Breda. Het stadskantoor vuurt met zijn nieuwe communicatievormen vol goede bedoelingen een schot communi- catiehagel op de burger af en denkt dan dat het goed is. Er wordt alleen onvoldoende geluisterd en het gevolg is dan dat voor de buitenstaander het stadskantoor als een gesloten, naar binnen gekeerd front overkomt en dat de burger zich niet meer serieus genomen voelt. Op 25 april heeft het college de vragen van de VVD over communicatie beantwoord. Die avond was het onderwerp ook geagendeerd voor de commissie Bestuur, maar bij gebrek aan tijd is dat punt toen doorgeschoven. Op zich hadden wij daar vrede mee. Echter, toen ons nog geen week later een vele pagina's dik zwartboek bereikte rond de communicatie over het stationsgebied kregen wij toch onze twijfels en vinden wij het toch nodig om nu, en niet te wachten tot de volgende commissievergadering, met u hierover te spreken. Het afgelopen jaar hebben we incident op incident gehad over falende communicatie. Telkens moest de brand geblust worden en het vertrouwen worden hersteld. Na zoveel incidenten kunnen wij niet anders dan concluderen dat hier sprake is van een structureel probleem. Desondanks antwoordt het college op onze vraag 'Wat is de oorzaak van de keer op keer falende communicatie?': 'Het college deelt uw mening over falende communicatie niet.' Deze constatering begrijpt de VVD niet. Wij vragen ons af welke criteria het college dan hanteert om te beoordelen dat de gemeentelijke organisatie vol doet aan de eisen van een goede communicatie. Verder schrijft het college nogal cryptisch: 'Niet een van de genoemde voorbeelden doet afbreuk aan de wens van het college om het belangrijk te vinden elkaar te verstaan en te vinden.' Hier staat feitelijk dat het college de wil en de ambitie heeft om goed te communiceren. Ook in het programakkoord spreekt het college die ambitie uit. De VVD ondersteunt die ambitie dan ook van harte. Deze ambitie wordt door ons ook niet ter discussie gesteld. Daarnaast is de VVD van opvatting dat de communicatie met de stad doelmatig en effectief dient te zijn. Deelt het college deze opvatting? Is het college van opvatting dat de communicatie in Teteringen, Bavel en het Stationskwartier doelmatig en effectief is geweest? Op grond van welke argumentatie komt het college tot deze conclusie? De VVD is van mening dat de communicatie met de stad planmatig dient te zijn. Naar de mening van onze fractie gebeurt dat tot nog toe in onvoldoende mate. Er is nu sprake van een incidentele aanpak die daardoor een wisselend resultaat geeft. Er zijn trajecten waar de commu nicatie zeer goed verloopt, maar ook trajecten waar communicatie bijna afwezig lijkt te zijn. Een plan matige aanpak zal naar de mening van de VVD een kwalitatieve impuls geven aan de communicatie als geheel. Deelt het college de mening dat een meer planmatige aanpak in communicatie nodig is? Natuurlijk is het zo dat tegengestelde belangen de communicatie onder druk zetten. Dit maakt dat juist dan planmatig en doelgericht communiceren extra belangrijk is. Het inzichtelijk maken van inspraak momenten, het formuleren wat insprekers wel en niet kunnen verwachten, is naar de mening van de VVD een belangrijke taak van de gemeente. Het biedt partijen houvast om zo over de inhoud met elkaar te debatteren in plaats van een oeverloze discussie over de vorm. De overheid dient een pro fessionele, betrouwbare partner te zijn met een open en transparante houding naar de samenleving. Als wij als raad nadrukkelijker kaders willen stellen en beter in staat gesteld worden het beleid te con troleren, kunnen we bijdragen aan een effectiever communicatiebeleid en een meer planmatige aan pak. Nu zegt u wellicht: de rekenkamer komt binnenkort met haar conclusies en aanbevelingen om trent de communicatie met de wijk- en dorpsraden; kunnen we daar niet op wachten? De VVD is van mening dat het niet meer kan wachten en dat communicatie in een breder verband aangepakt dient te worden. Ik hoop u met dit betoog hiervan voldoende overtuigd te hebben en luister graag naar uw reactie. De VOORZITTER Dank u zeer, mevrouw Van Maanen. U heeft een aantal interessante vragen en bemerkingen gemaakt die, wat mij betreft, het geheel betreffen van raad, college en anderen, maar ik wil toch in algemene zin opmerken dat zeker ook dit college zich op basis van het gesloten beleidsakkoord veel inspannin gen getroost om juist de dialoog tussen samenleving en gemeente te bevorderen. Ik denk dat het te ver gaat om daar vanavond alle projecten en activiteiten bij op te noemen. Maar ik durf wel te stellen dat dagelijks de collegeleden, en namens hen ook ontzettend veel ambtenaren, in de stad overleggen, beleid toelichten, draagvlak voor beleid proberen te verwerven, maar ook luisteren wat er aan denk beelden in de stad en omgeving leeft. Naar mijn mening is er sprake van een enorm, complex en con tinu proces, waarin zeker naar het beste vermogen actief wordt geïnvesteerd, maar ook vanuit respect

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 38