10 MEI 2007
177
en correctheid naar onze inwoners. In de tweede plaats wil ik zeker ook namens het college opmer
ken, maar naar mijn mening zal u dat ook niet ontgaan, dat onze stad op dit moment in alle opzichten
een ongelooflijk dynamische stad is. Ik mag wel zeggen: zeer dynamisch. Zelden worden in een zo
kort tijdsbestek zo veel grote projecten en activiteiten uitgevoerd, voorbereid en gepland. Breda bouwt
in alle opzichten aan zijn toekomst. De vele, vele bouwkranen zijn daarvan een bewijs. Als u zelf een
tochtje maakt, en u niet alleen beperkt tot de Haven, en u trekt steeds meer cirkels rondom die haven,
dan staat u ervan te kijken wat zich in alle complexiteit daarbij voltrekt, maar ook in onze dorpen.
Nieuwe wijken, herontwikkeling van bestaande wijken, bedrijventerreinen, noem maar op. Het is, denk
ik, die dynamiek die ook voor een vorm van onzekerheid zorgt bij mensen, en die ook leidt tot het naar
voren brengen van een diversiteit aan belangen. Belangen van uiteenlopende groepen lopen niet altijd
parallel. Je kunt communiceren tot je een ons weegt, maar heb niet de illusie dat je dan ook iedereen
kunt contenteren. De vraag is of er gevoel en respect gecreëerd worden. Ik denk dat het aan gemeen
te, college en gemeenteraad is om de belangen te wegen en tegen elkaar af te wegen, en vervolgens
de keuze te maken. Botsende belangen worden daarbij zeker niet genegeerd. Ik denk dat wij trachten
ons te verstaan met alle partijen en ons inspannen daar waar nodig om tot consensus te komen. Ik
denk dat dit stadsbestuur dat de afgelopen jaren wel nadrukkelijk tracht te ontwikkelen. Misschien is
dat in het verleden op een andere wijze gebeurd, maar juist als je het actief oppakt, dan komt er ook
heel veel los. Dan gaat die emmer in beweging komen. Dat kan misschien ook nog weieens een reden
zijn dat er nu gelukkig gesproken wordt over de communicatie en de kwaliteit. Wat dat betreft is het,
denk ik, ook goed om te wachten wat bijvoorbeeld de rekenkamer gaat presenteren. Wat zijn nu de
beoordelingscriteria van het college over de gemeentelijke communicatie? Op de eerste plaats de
betrouwbaarheid van de informatie die wij geven. Wij proberen daar zorgvuldig en zuiver mee om te
gaan. Maar ook de integriteit in het handelen van bestuurders en ambtenaren. Daar gaan wij, denk ik,
zeer serieus mee om. Ik ervaar in ieder geval dat wij in ons college daarover ook heel nadrukkelijk
spreken. Wat leveren wij, hoe doen we dat, en op welke wijze? De transparantie, de tijdigheid, maar
ook de volledigheid van onze informatie. Met name de criteria betrouwbaarheid en integriteit gelden
voor ons, denk ik, toch als zeer belangrijk als het gaat om de beoordeling en de geloofwaardigheid
van het handelen van ons als overheidsbestuur. Uw vraag over de planmatige aanpak in de commu
nicatie. Wij erkennen, ook zeker met uw fractie, dat een planmatige aanpak zeker zowel nodig als
gewenst is. Vanaf april 2006 zijn die inspanningen nadrukkelijk gericht op een planmatige aanpak.
Communicatie is een vast en belangrijk onderdeel bij de voorbereiding en uitvoering van met name de
grotere projecten en activiteiten in de stad. Mag ik dan toch nog eens even wijzen op de aanpak in
Teteringen en in de stationszone, maar ook op het thans gestarte cultuurdebat en het fonds Maat
schappelijke Ontwikkeling? Mag ik opmerken dat hier de voorzitter van de dorpsraad de strijdbijl heeft
begraven toen het ging over de problematiek Teteringen? Mag ik verwijzen hoe het misschien gegaan
is? Het zijn anderen die zeggen dat daar verbeteringen in zitten. Ik stel vast dat wethouder Willems in
openheid het debat over de uts en de zendmasten is aangegaan, wethouder Oomen het spreekuur
opgepakt heeft in Teteringen, in Bavel activiteiten opgestart worden, in talloze wijken het debat en de
dialoog aangegaan worden, een burgemeester die de wijken opzoekt als het gaat over de verkeers
veiligheid, het debat aangaat in de stationzone. En dan krijg je niet alleen de vrolijkheid terug of de
tevredenheid - Ja, als u met elkaar in gesprek bent, dan kan ik beter niet antwoorden Het gaat
er wel om dat wij wel terdege serieus dat debat aangaan en ook de lat hoog leggen als het gaat om de
kwaliteit. Deze week heeft het college nog besloten om door middel van stadsgesprekken aanvullende
vormen van communicatie aan te gaan. Wij willen ook de raad daarbij betrekken. Ik wil ook graag de
raad uitnodigen om samen met het college die stadsdebatten aan te gaan, waarbij er een rol wegge
legd kan zijn voor de raadsleden en een rol voor het college, omdat naar mijn mening de communica
tie niet alleen een vraagstuk is van het college, maar voor het gehele overheidsbestuur hoe in andere
tijdsgewrichten met elkaar en die burger om te kunnen gaan. De doelmatigheid en de effectiviteit. Ik
denk dat wij over die uitgangspunten niet met elkaar van opvatting verschillen, maar ons oordeel is
wel anders als het gaat over de kwaliteit die u geeft aan de communicatie rondom bijvoorbeeld Tete
ringen, Bavel en het Stationskwartier. Als een voorzitter van een dorpsraad iets aangeeft, zegt dat
meer dan duizend woorden die een bestuurder zou bespreken. Dat heb ik al eerder gezegd. Toch
willen we niet zo overmoedig zijn om te denken dat het onder alle omstandigheden altijd goed ver
loopt. Waar we werken, vallen er spaanders. Daar ben ik van overtuigd. Dat geldt ook voor het be
stuurlijke werk. Maar ik denk wel dat op basis van respect de stad, de gemeente en de inwoners met
elkaar moeten communiceren en elkaar daarin serieus moeten nemen. Daarom probeert dit college
met alles en over alles en met iedereen te spreken, en dat kan schuren, maar ik stel ook vast dat er
nog steeds een basis is om die communicatie voort te zetten. Dat is gebleken in het Stationskwartier,
in de Heuvel en in de binnenstad. Dat wil zeggen dat we met elkaar de ingeslagen weg moeten op
pakken, waarbij ik iedereen uitnodig om met elkaar kritisch daarnaar te kijken. Het is niet eenvoudig