10 MEI 2007
141
F .A.M. VERGROESEN (SP), DE DAMES I.W.F.D. VERKUIJLEN (CDA), W.J.M. VOSSENAAR-
BLOKDIJK (BREDA '97), DE HEREN P. VAN YPEREN (BREDA '97), N. VAN MOURIK, GRIFFIER.
AANWEZIGE WETHOUDERS: DE HEER A.C.A.M. ADANK (CDA), MEVROUW M.P. HEERKENS
(PvdA), DE HEREN A.J.G. OOMEN (CDA), C.G.M.F. SCHOENMAKERS (BREDA '97), H. SNIER
(PvdA).
AFWEZIG: DE HEREN A.L.E. ARBOUW (VVD), J.N. AUGENBROE (CDA), MEVROUW M J BOIDIN-
VAN HOEVE (CDA), WETHOUDER W. WILLEMS (GROENLINKS).
I. OPENING
De VOORZITTER opent de vergadering te 19.30 uur.
De VOORZITTER
Dames en heren, leden van de raad, hartelijk welkom. Ik open deze bijeenkomst van de raad. Deze
bijeenkomst wordt vanavond wederom live uitgezonden door StadsTV. Uiteraard wil ik ook de kijkers
thuis welkom heten. Dames en heren, leden van de raad, aanwezigen op de publieke tribune, mag ik
u verzoeken even te gaan staan?
Dames en heren, leden van de raad. Op 3 april jongstleden is in Ulvenhout overleden de heer Jan van
der Westerlaken. Van 1974 tot de herindeling in 1997 raadslid voor de partij Leefbaarheid Nieuw-
Ginneken in de voormalige gemeente Nieuw-Ginneken. Vier jaar daarvan als wethouder. Van 15 de
cember 2005 tot en met 15 maart 2006 raadslid van de gemeente Breda voor D66. Jan werd 72 jaar.
Ik heb Jan zowel tijdens mijn burgemeesterschap van Nieuw-Ginneken als van Breda mogen meema
ken. Jan van der Westerlaken was een echt Ulvenhoutse mens. Geboren te Ginneken en Bavel heeft
hij zijn dierbare geboortedorp nooit verlaten. Als zoon van de mulder woonde hij - hoe kan het ook
anders in de Molenstraat, waar hij het zicht hield op de wieken van zijn bergkorenmolen, waarvan de
geschiedenis beschreven staat in de uitgave De Korenbloem van de Heemkundekring Paulus van
Daesdonck. Uiteraard geschreven door Jan van der Westerlaken. Het is slechts een van de vele bij
dragen die hij met zijn vlotte pen heeft geleverd aan het levend houden van de geschiedenis van zijn
dorp. Ook in zijn werk als raadslid in de gemeente Nieuw-Ginneken stond hij voor het belang van de
cultuurhistorische waarden in de gemeente. Daarin namen het beschermen van het dorpsgezicht en
het behouden van de unieke dorpssfeer een centrale plaats in. Juist met al zijn grote inzet heeft hij er
ook mede voor gezorgd dat Ulvenhout een dorp is waar het goed wonen is. Als politicus was hij een
man van het woord en stond hij vanuit zijn ideologie voor zijn zaak. Hij was een betrokken en over
tuigde D66'er. Een politicus die in staat was een synthese tot stand te brengen tussen goede katholie
ke waarden en het liberale progressieve gedachtegoed. Hij nam graag actief deel aan het debat. In de
raadzaal bracht hij met de nodige onverstoorbare vasthoudendheid en humor zijn standpunt in klare
taal naar voren. Als mens was Jan van der Westerlaken een soort natuurlijk vaderfiguur, iemand die
de tijd voor je nam, echt luisterde en met goede raad en advies kwam. Een mens ook met een groot
hart en een echte contente Brabander. Hij hield naast zijn werk en de politiek ook van de geneugten
des levens, van verre reizen, lekker eten en ook van een goed glas wijn. Zeg maar gerust: goed ge
zelschap. Ik en met mij vele anderen koesteren de gedachte aan de vele mooie en gezellige momen
ten met hem. Op 15 december 2005 mocht ik hem nog beëdigen als lid van de gemeenteraad van
Breda. Daarvoor was hij al actief als lid van de fractie van D66 in zes raadscommissies. Hoewel hij
maar tot aan de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 raadslid was, was het weer een genoegen hem
in de raadzaal te mogen hebben. Nog in diezelfde vergadering als zijn beëdiging hield hij zijn maiden
speech. Het ging over het uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer. Maar hij had gelijk de smaak te
pakken en liet die avond dan ook van zich horen in het debat bij andere onderwerpen. Zo was hij in
ieder geval meteen aan de slag. Bij zijn afscheid in de laatste raadsvergadering van de vorige raads
periode op 13 maart 2006 sprak ik hem hier in deze zaal nog toe. Ik mocht Jan betitelen als het histo
risch geweten van Ulvenhout, aan wie de inwoners van dit schone dorp aan de Mark veel te danken
hebben. En dat herhaal ik hier. Het dorp maar ook de stad hebben veel aan hem te danken. Zijn grote
inzet voor de samenleving blijkt ook uit zijn ereburgerschap van de gemeente Nieuw-Ginneken en de
koninklijke onderscheiding die hij van Hare Majesteit mocht ontvangen. Ik wil, zoals ik ook bij zijn uit
vaart mocht benoemen, refereren aan de lijfspreuk van onze oude gemeente Nieuw-Ginneken: Ik geef
en blijf gaaf. Een lijfspreuk Jan op het lijf geschreven. Een heel mens, een compleet mens. Zo hoop ik
dat hij zal voortleven in onze beelden door zijn boeken en artikelen, maar zeker ook in onze harten.