10 MEI 2007
178
om te zeggen: het college doet dat niet voldoende of te eenzijdig. Integendeel. Juist door ons nadruk
kelijk daarvoor in te zetten, stellen wij ons misschien ook wel kwetsbaar op. Dat is meer dan een van
zelfsprekendheid, vind ik. Dat betekent dat ik bijvoorbeeld met betrekking tot het besluit over de
stadsdebatten, en een heel andere aanpak die wij in mei/juni met u willen bespreken, hoop dat u uw
opvattingen daarover kunt geven. Datzelfde geldt ook natuurlijk voor de andere activiteiten die we
rondom de communicatie moeten oppakken. Spreek met de wijk- en dorpsraden. Dan krijg je soms
mee wat goed gaat, maar soms ook waar ze wel in teleurgesteld zijn. Maar dat tweerichtingenverkeer
moeten we met elkaar en samen ontwikkelen. Met andere woorden: ik denk dat we met een proces
doende zijn waar we in beweging zijn. Het rapport van de rekenkamer, maar ook andere activiteiten
van dit jaar zullen ons het houvast geven om met elkaar te kijken waar en op welke wijze we de ac
centen verleggen met als doel die burger het respect en het vertrouwen te geven, maar tegelijkertijd
moet er ook voor worden gezorgd dat het college en u als raadsorgaan ook datgene kunnen doen
waarvoor wij moeten staan: het belang van de ganse gemeenschap.
Voor het geven van een reactie is eerst het woord aan de VVD als indiener van de interpellatie. Dat is
het reglement van orde.
Mevrouw VAN MAANEN
De burgemeester zegt: wij hebben tal van instrumenten en wij doen vreselijk ons best om zo goed
mogelijk te communiceren. Ik heb in mijn bijdrage al gezegd dat ik dat niet bestrijd. De VVD is er ook
blij mee dat het college zo zijn best doet om goed te communiceren. Maar het gaat ons niet om alle
instrumenten die u inzet. Het gaat om de effectiviteit van de instrumenten en, als je dat soort instru
menten inzet en het trajecten zijn waarbij de communicatie goed dan wel verkeerd loopt, dat je die
situaties goed analyseert en vervolgens kijkt hoe het straks beter kan. Het gaat ons erom dat je een
standaard van communiceren hebt, dat je het planmatig doet, want hoe planmatiger je te werk gaat,
hoe minder je kunt vergeten. Bij inspraakprocedures waar al die stappen vastliggen, zie je dat het
daar gewoon over het algemeen goed of beter gaat. Dus leg dat nou voor jezelf vast, maak een
schema van wat te doen bij een project van groot tot klein, dan kun je het gewoon invullen. Wij zijn
ons ervan bewust dat het college vreselijk zijn best doet om goed te communiceren. Maar probeer
daar nou eens meer een plan onder te leggen en de criteria vast te stellen. U noemt een aantal crite
ria, maar ik vraag me af: waar liggen die dan vast? Dat heeft de raad niet besloten. Ik denk dat wij met
zijn allen moeten nadenken over: wat willen we bereiken met de communicatie, wat moet het effect
zijn? Daarom stel ik voor dat zowel de raad als het college veel planmatiger daarmee omgaat en eens
een keer zelf goed gaat kijken: hoe kunnen we dat nou beter doen?
De heer HAARHUIS
Voorzitter, mogen we al interrumperen, of
De VOORZITTER
Ik stel voor dat we eerst iedereen in de gelegenheid stellen voor een reactie, tenzij u nu een interruptie
wilt plegen.
De heer HAARHUIS
Wat ik me afvraag als ik dit nou zo hoor, is het volgende. We hebben samen met het college een op
dracht aan de rekenkamer gegeven, die we volgens mij ook nog eens een keer samen betalen. U zegt
dat er ook een hele hoop goed gaat, en ik hoor de burgemeester tientallen voorbeelden geven van
hoe we de communicatie met elkaar aan het verbeteren zijn in de afgelopen periode, en hoe we dat
ook nog verder gaan doen. Dan is er toch alle reden voor om te zeggen: laten we eerst kijken wat er
wel goed is en wat niet, wat wel en niet goed gaat, en wat de suggesties van de rekenkamer zijn, en
dan samen met het college kijken naar: hoe gaan we nu verder, welke dingen pakken we op en welke
urgentie zetten we erin? Ik zie de urgentie op dit moment niet.
De VOORZITTER
Ik stel voor dat we eerst iedereen de gelegenheid geven tot een reactie. Mag ik
Mevrouw VAN MAANEN
Is dit nou een interruptie of niet?
De VOORZITTER
Neen, een reactie is geen interruptie. Ik geef het woord aan mevrouw Boelema.