14 JUNI 2007
227
De heer LIPS
Ik zat nu even een beetje te denken of te praten als ondernemer, mevrouw Boelema. Dat is wat an
ders.
Mevrouw BOELEMA
Dat is echt flauwekul in dit geval, want ik kan ook wel met mijn boerenverstand bedenken waarom die
reclamemasten wel of niet nodig zouden zijn. Maar wij vinden in ieder geval als D66-fractie dat wat dat
betreft nu die horizonvervuiling voor het vestigen van die bedrijven gaat. Want u weet net als ik dat wij
ook uitstekende ambtenaren hebben die bijvoorbeeld nu ook in de Verenigde Staten actief zijn om
voor ons bedrijven te werven, en die kunnen dan ook best uitleggen dat zo'n reclamezuil dan mis
schien niet tot de mogelijkheden behoort, maar dat Breda ontzettend veel andere mooie aspecten
heeft als stad, waaronder die Nieuwe Haven, waarom het zo fijn is voor bedrijven om zich hier te ves
tigen. Volgens mij is dat in ieder geval niet het argument dat het college hanteert, en wij gaan uit van
het collegevoorstel.
De heer LIPS
Na deze reactie van u, mevrouw Boelema, heb ik geen enkele behoefte om daar nog verder op te
reageren.
De VOORZITTER
Dan is het woord aan de heer Hendrickx, CDA.
De heer HENDRICKX
Dank u wel, voorzitter. Het is een hele leuke discussie. Toen de wethouder met het voorstel kwam,
was onze Joep de eerste die zei: wethouder, hebben we daar wel beleidsregels voor, zijn daar kaders
voor? Wat mag er, wat kan er? Unaniem heeft de commissie toen de wethouder teruggestuurd om
met een voorstel te komen met beleidskaders: wat, hoeveel, waar en hoe groot? Die heeft hij ons ook
aangereikt op 17 april. Op 17 april is daar door ons in de commissie over gesproken. Op 26 april is er
in de commissie Bouwen en Wonen opnieuw over gesproken. Daar ontstond enige verwarring van wat
moeten we nu eigenlijk bespreken? Dat was heel simpel. De wethouder had ons datgene aangereikt
waar wij om gevraagd hebben: wat kan er, wat mag er en hoeveel?
Mevrouw SCHOKKER
Voorzitter, zou ik mogen interrumperen?
De VOORZITTER
Ga uw gang.
Mevrouw SCHOKKER
U zegt, mijnheer Hendrickx, dat het college met een voorstel kwam. Dan verwachten wij dat dat een
voorstel is waar de raad een besluit over kan nemen. Het was een brief daags voor de commissiever
gadering ter informatie. Het was geen voorstel. Wij vinden dat de procedures zuiver gehouden moeten
worden. Er had een voorstel met mogelijk een raadsbesluit moeten liggen, en dat is gewoon niet ge
beurd. Er is niet aan de wens van de commissie tegemoetgekomen. Daarom heb ik aan het college
gevraagd of het daarop wilde reageren en daar misschien nog wel aan tegemoet wilde komen.
De heer HENDRICKX
Dat zijn dan uw woorden. Maar de andere mensen in de commissie hebben het toch wel heel goed
begrepen. Als mevrouw de voorzitter de commissie toen juist
De heer HARDORFF
Even ter interruptie, mijnheer Hendrickx. Ook de Partij van de Arbeid ondersteunt volledig de woorden
die mevrouw Schokker net uitspreekt.
De heer HENDRICKX
Dat kan, dat mag.
De heer HARDORFF
Dan is zij in ieder geval niet de enige die het verkeerd begrepen zou kunnen hebben.