14 JUNI 2007 236 voor dat gebied waar geen bewonersregeling binnen het gebied realiseerbaar is, omdat daar op straat absoluut geen plek voor is, zoals in het voetgangersgebied, afgezien hebben met volle overeenstem ming van alle betrokkenen om daarvoor de bezoekersregeling te maken, ook met het motief dat daar nou juist voldoende parkeervoorzieningen zijn in de vorm van de parkeergarages. Wat ik heb toege zegd in de commissie, en daar houd ik ook aan vast, is dat ik nog wel eens wil kijken of we buiten die gefiscaliseerde regeling, die er is in de vergunningengebieden, iets kunnen doen met kortingen, of uitrijkaarten, of iets anders in de parkeergarages. Ik ben met dat onderzoek bezig. Door de vervroe ging van deze raad was het mij niet mogelijk om het onderzoek waar ik mee begonnen ben tijdig af te ronden. Ik kan u wel zeggen, er zijn ten minste drie ernstige bezwaren om tot een dergelijke regeling te komen: juridische, praktische en technische. En daarom vergt het ook wat beter onderzoek. Juri disch, in de zin van het moet een regeling zijn die de bezoekers van het stadshart niet bevoordeelt ten opzichte van bezoekers van andere wijken. Technisch, omdat er in de parkeergarages niet voorzien is in een regeling om met bezoekerspassen te werken. Daar zijn parkeerautomaten die daar niet voor geschikt zijn, en het kost ons tonnen om die parkeerautomaten zomaar eventjes aan te passen. En praktisch, want op het moment datje naar een parkeergarage moet met een bezoekerspas om daar je bezoekerspas in te stoppen, heb je al een bon, misschien wel twee. En dat is ook niet erg praktisch. Dus ook voor dat soort dingen moet een oplossing gevonden worden. Ik zeg al, ik zal daarnaar kijken, en ik wil graag op dit punt aan de commissie in september of oktober, in ieder geval als ik daarmee klaar ben, de verschillende alternatieven voorleggen. Het zal dan ook geld kosten, mogelijk, maar ik hecht wel aan die gelijke behandeling. Maar een gelijke behandeling, ik meen dat de SP daarnaar vroeg, is per definitie niet mogelijk, want de situatie in het stadshart is gewoon in feitelijke zin anders dan die in andere bezoekersgebieden en bewonersgebieden. Dus u kunt daar niet dezelfde regeling toepassen. Helaas. Maar ik kom daar dus graag een keer op terug. Dat staat los van de huidige ver ordening, want het parkeren in de parkeergarages wordt niet in deze parkeerverordening geregeld. Nog een enkel los punt. De heer Taks kan ik niet helemaal tevreden stellen met zijn tweede auto. Dat is ook een compromis geweest dat wij in de klankbordgroep met elkaar hebben afgesproken: het in feite tegemoetkomen aan de bewoners dat in ieder geval per huishouden één auto voorrang krijgt bij het afwegen van de vergunningen. En als er genoeg plek is, kan ook de tweede en de derde auto nog een vergunning krijgen. Maar u moet eerst per huishouden één vergunningplaats kunnen krijgen. En als u meer auto's heeft, loopt u in een vol gebied dus het risico dat u dan niet over een tweede jaar vergunning kunt beschikken. Ik zou aan die systematiek ook graag willen vasthouden, want dat is nou juist de vrucht van het overleg met alle betrokkenen geweest. En ik kan me voorstellen dat ook de WD hecht aan dit soort democratisch overleg. Dat u tegen de verruiming van de venstertijden bent, daar heb ik eerder kennis van genomen. Maar daarin stond u, dacht ik, redelijk alleen. De heer Marcic stelt nog een vraag over het oordeel van de commissie. In zekere zin heeft u gelijk. De commissie heeft gezegd: we nemen het voorstel mee terug. Maar ik heb begrepen dat dat eigenlijk alleen betrek king had op die bezoekersregeling en niet op de rest van de verordening. Maar misschien heb ik dat toch iets te snel aangenomen. Ik heb die formulering ook verder niet zo voor mijn rekening genomen. Maar ik heb er geen bezwaar tegen, als u zegt: we hebben het teruggenomen, dat u alsnog ermee instemt vanavond. De bezoekersregeling voor mantelzorgers. Daar kan ik u gerust in stellen, want die blijft gewoon, die wordt zelfs ruimer dan die nu is. Dat is geen bezoekerspas, dat is een bezoekers vergunning, en die is voor alle mantelzorgers en zelfs in ruimere mate straks voorradig in de nieuwe regeling dan die nu is. Dus u hoeft daar verder geen zorgen over te hebben. De heer Van Yperen zegt: met verhuizen moet je weer opnieuw beginnen. Ja, dat is zo. Maar in praktische zin heb je daar geen last van, omdat wij vastgesteld hebben dat er in feite overal ruimte is voor een eerste vergun ning, voor een basisvergunning. Dat zal hooguit in een enkel gebied tot problemen kunnen leiden, er is hooguit één gebied waarvan wij dat verwachten, het Nonnenveld. Maar in alle andere gebieden zult u eigenlijk direct in aanmerking komen voor een vergunning op het moment dat u die aanvraagt, al thans, als u daar woont, een auto heeft en niet op eigen terrein kunt parkeren. Dat zijn wel de drie voorwaarden. Als u er nog niet woont, maar van plan bent om te gaan wonen, ja, dan bent u iets te vroeg. Ten slotte, mevrouw Overboom. Zij vraagt of wij alle uitwerkingsvoorstellen eerst aan de com missie willen voorleggen voordat wij die vaststellen. Die belofte kan ik helaas niet doen. Mevrouw OVERBOOM Neen, ik vraag alleen naar die voor de bezoekersregeling. In de verordening staat dat u de bevoegd heid heeft om de gebieden aan te wijzen waar een bezoekersregeling voor geldt. En daar gaat u dit najaar een besluit over nemen. Onze vraag is feitelijk of u, voordat u over die bezoekersregeling een besluit neemt,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 37