14 JUNI 2007 242 Bouwen en Wonen in april hebben we al vragen gesteld aan de wethouder, waarvan wij vinden dat we daar niet voldoende of geen antwoord op hebben gekregen. Vandaar nog de volgende vragen aan de wethouder. Is het college van mening dat het Waterschap op grond van de beroering die in de stad is ontstaan over de nieuwbouwplannen nog eens naar de vergunningaanvraag zou moeten kijken, om te komen tot een vergunningaanvraag die meer tegemoet zou komen aan het zo zuiver mogelijk behou den van Bouvigne? Heeft het college naar aanleiding van de afgelopen commissievergadering half april over Bouvigne onderzoek gedaan of er organisaties, instellingen of stichtingen zijn die in staat zijn om de buitenplaats te beheren en te onderhouden, en die een beter alternatief kunnen bieden voor het behoud van de buitenplaats in originele staat? De heer HARDORFF Even ter interruptie, mevrouw Lucassen. Vraagt u dit nu aan de gemeente of aan het Waterschap? Mevrouw LUCASSEN-VAN OOSTERHOUT Aan het college. De heer HARDORFF Aan het college? Mevrouw LUCASSEN-VAN OOSTERHOUT Ja. Ik herhaal de laatste zin nog even. Heeft het college naar aanleiding van de afgelopen commissie vergadering onderzoek gedaan of er organisaties, instellingen of stichtingen zijn die in staat zijn de buitenplaats te beheren of te onderhouden, en die een beter alternatief kunnen bieden voor het be houd van de buitenplaats in originele staat? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat zijn de bevindingen? En wat wij belangrijk vinden in de meningsvorm is wat de mogelijke financiële consequenties kunnen zijn van genoemde alternatieve scenario's. Ik houd een motie achter de hand om in te dienen, afhankelijk van de antwoorden van de wethouder. Die motie ligt in de lijn van de gestelde vragen. De VOORZITTER En die dient u dan in de tweede termijn in? Willen andere leden van de raad hierop reageren? Ik no teer de heer Lips, de heer Hardorff, mevrouw Vossenaar en de heer Vergroesen. Het woord is aan de heer Hardorff, Partij van de Arbeid. De heer HARDORFF Ik zou eigenlijk alleen de vraag willen herhalen die de heer Augenbroe enkele maanden geleden ook aan mevrouw Lucassen stelde toen zij dit opperde, namelijk: hoe zou u het vinden als de gemeente ging onderzoeken of er alternatieve eigenaren zouden kunnen zijn voor het huis dat u op dit moment bezit? De VOORZITTER De heer Lips. De heer LIPS Ik ga er wat uitgebreider op in, voorzitter. Dit hele dossier kent alleen maar verliezers. Het blijkt uitein delijk toch een kwestie van smaak. Maar net zoals de burgers in Breda, worstelt ook de CDA-fractie met het dossier Bouvigne. Probleem is dat de Provincie, de Rijksdienst voor Monumentenzorg en de welstandscommissie hebben ingestemd. De nieuwbouw valt binnen het bestemmingsplan. Het is spij tig dat de discussie vanuit de Vrienden van het Markdal zich toespitst tot het college en de gemeente raad. Waarom ageren zij niet richting Provincie en Rijksdienst voor de Monumentenzorg? Een poging mijnerzijds de dijkgraaf te vragen nog eens goed na te denken, heeft geen gehoor gekregen. Langs deze weg willen wij als CDA-fractie het bestuur van het Waterschap vragen zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid opnieuw te bekijken en in gesprek te gaan met de Vrienden van het Markdal. Het Waterschap moet enerzijds niet blind zijn voor protesten uit de samenleving en anderzijds moeten de Vrienden van het Markdal beseffen dat als de wet op de juiste manier wordt toegepast daar niet zo maar aan voorbijgegaan kan worden. De VOORZITTER Mevrouw Vossenaar, Breda '97.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 43