14 JUNI 2007
244
De VOORZITTER
Dan dient u de motie nu in.
(de heer Vergroesen leest de motie voor)
De door de heer Vergroesen namens de fractie van de SP ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 37 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden
van de gemeenteraad;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda in vergadering bijeen op 14 juni 2007 ter behandeling van de interpella
tie over de nieuwbouwplannen bij Bouvigne;
constaterende dat:
- er een brede discussie is over het landgoed Bouvigne;
- die discussie in de stad de nodige maatschappelijke onvrede veroorzaakt;
gehoord hebbende:
de discussie van vanavond in de gemeenteraad;
overwegende dat:
de inwoners van Breda recht hebben op een duidelijke opvatting van hun volksvertegenwoordigers, in
casu de gemeenteraad;
verzoekt het college:
de door het Waterschap Brabantse Delta gevraagde monumentenvergunning niet te verlenen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer VERGROESEN
Ik wil hieraan toevoegen, voorzitter, dat ik wil vragen om een hoofdelijke stemming.
De VOORZITTER
De motie maakt deel uit van de beraadslagingen en wordt nu uitgedeeld. Andere leden van uw raad?
Mevrouw Schokker.
Mevrouw SCHOKKER
Voorzitter, onze fractie betreurt het ook dat na de commissiebehandeling het Waterschap niet te be
wegen is geweest om te gaan praten over mogelijke alternatieven en dat het ook niet heeft geluisterd
naar de bevolking van Breda. Maar het gebouw staat er nog niet, en wij hebben dus nog steeds hoop
dat de natuur- en de cultuurhistorische waarde het zullen winnen van de verstening in het Markdal.
Dus wat er nog niet is, misschien komt het nog.
De VOORZITTER
Andere leden van uw raad? Dan is het woord aan wethouder Adank.
Wethouder ADANK
Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Als ik namens het college de reacties in deze enige termijn zojuist
heb gehoord, dan overheerst aan duidelijkheid datgene wat onder woorden is gebracht door mevrouw
Vossenaar, daarmee aangevend de zorgvuldigheid waarmee een bestuur elk initiatief van een burger,