14 JUNI 2007 246 ze thuishoren. En die verantwoordelijkheid kan het college en mag het college nooit ontlopen. Als ik uw reacties en de teneur van de commissievergadering in de richting van de initiatiefnemer hoor, ko men in het totale verhaal dergelijke reacties het afwegingsproces alleen maar ten goede. Kortom, voorzitter, ik probeer een zo afgewogen mogelijk bestuurlijk voorstel in de richting van het college te brengen. Het college zal vervolgens discussiëren en er zal besluitvorming plaatsvinden. Daarmee is de vraag absoluut niet opportuun of het college een zoektocht is begonnen, een excursie naar moge lijkheden en alternatieven. Ik zou de wedervraag aan mevrouw Lucassen willen stellen, en in de rich ting van de WD heel nadrukkelijk, zeker gelet op de voorgeschiedenis waar in alle collegialiteit duide lijk is gemaakt aan de initiatiefnemer welke lange weg er te gaan was: leg die vraag niet bij het college neer, maar stel die vraag aan uzelf welke initiatieven en alternatieven u heeft ondernomen om duide lijk te maken dat wellicht gelet op de druk die er zou ontstaan de zaken ordentelijk zouden kunnen lopen, en het college in die zin ook een goed besluit zou kunnen nemen. Dat is ook gedaan door een aantal fractieleden in die extra commissievergadering. Daar was het college ook bijzonder verheugd om. Voorzitter, wij zullen de aanvraag behandelen volgens de regels die wij in dit land en in deze stad hebben, en die mede vorm zijn gegeven en gesanctioneerd door een democratisch gekozen bestuur. En u zult als volksvertegenwoordiging in die zin uw eigen weg moeten lopen. De heer ARBOUW Voorzitter, mag ik een korte interruptie doen? U legt de bal weer terug bij de raad, in dit geval noemt u de WD. Als ik dan de beantwoording lees die u gegeven heeft naar aanleiding van de commissiever gadering, dan hebben we het over één van die alternatieven, die, in mijn optiek, in ieder geval beke ken zou moeten worden door het college in de tijd dat over het tweede plan dat ingediend is de ver schillende commoties ontstonden. U geeft aan: het college heeft niet overwogen om naar aanleiding van de ingediende aanvraag tot aankoop van Bouvigne over te gaan. En dan geeft u daarna aan dat het niks verandert aan de aanvraag. Dat is helder. Ten aanzien van het eerste punt. Als u nu gewoon inzichtelijk maakt, dat als dat een overweging zou zijn, wat zijn daarvan de consequenties? Dan kan je ten minste kijken of dat iets is wat reëel is, uitvoerbaar is, of is het echt geen optie omdat bijvoorbeeld de financiële consequenties te groot zijn. Dat inzicht hebben we niet. Ten aanzien van het tweede punt, als het gaat over die aanvraag. Natuurlijk is die formeel juridisch juist. Maar u kunt ook een goed gesprek aangaan met de andere partner over de alternatieve scenario's, waarna zo'n aanvraag inge trokken zou kunnen worden. Dus het is geen argument om te zeggen: ik kijk er helemaal niet naar. En dat is wat wij bedoelen als WD, dat wij zeggen: college, pak je verantwoordelijkheid, kijk naar wat er aan mogelijkheden zijn, kijk naar die alternatieve scenario's, ga het gesprek aan. En natuurlijk, de tijd gaat dringen, dat snap ik ook, want half juli moet dat besluit er liggen over die monumentenvergun ning. Maar het is wat te gemakkelijk om alleen vast te houden aan het formeel juridische traject, en te zeggen: we kunnen niet anders, we kijken niet naar andere opties, we overwegen het zelfs niet, zoals u dat zelf in uw beantwoording op papier heeft gezet. De VOORZITTER Ik stel wel vast dat dit een hele lange interruptie is. Ik wil wel een beetje recht doen aan het karakter, anders moetje daar andere wegen voor zoeken. Wethouder, kunt u daarop ingaan? Wethouder ADANK Ja, in twee zinnen. Ook door het vorige college is bij de planontwikkeling deze suggestie weggelegd bij de initiatiefnemer. En laat ik zeggen: links geen millimeter en rechts geen millimeter. Die poging heeft zowel ambtelijk als bestuurlijk als politiek plaatsgevonden. De heer Lips verwijst terecht vanuit zijn verantwoordelijkheid in de richting dat hij dat ook gepoogd heeft en anderen hebben dat ook ge poogd. Maar als daar geen rek in zit, is het college gehouden om de weg te volgen die in dit land rech tens toekomt en is het niet aan het college, wellicht eerder aan u, om dan te zorgen dat er alternatie ven bespreekbaar worden. Als meerdere malen die onverzettelijkheid, en u was daar zelf getuige van, die aangekaart is middels te waarschuwen voor de druk die er in de stad zou zijn ontstaan niet serieus wordt genomen, dan is het college gehouden om bestuurlijk-correct dat pad af te gaan. Het is dus niet aan het college De VOORZITTER Goed. Ik denk dat we daarover voldoende gesproken hebben. Ik kijk nog even voor de orde naar de WD-fractie, met name naar de indiener en woordvoerder van de interpellatie, want u had eigenlijk nog het woord. Het woord is aan u mevrouw, Lucassen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 47