21 JUNI 2007 289
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
En wij kijken elkaar daarom ook helemaal niet boos aan. Het is een beetje lastig als de raad al ander
half uur heeft zitten luisteren om dan nog een verhaal te houden. Maar desondanks wou ik toch ook
even de visie van Breda '97 op de kadernota en op datgene wat er in de rekening staat aan u voor
leggen. De rekening laat ik eigenlijk ter zijde, daar heb ik in de commissie al uitvoerig over gesproken
en ik wil me beperken tot de kadernota. Ik stel met vele anderen dan ook vast dat de debatten rondom
de prekadernota hun vruchten afwerpen, want over veel wat daar op tafel kwam, heeft het college de
afgelopen maanden nagedacht en gesproken met partijen en met derden. Het resultaat van dat pro
ces ligt vanavond voor. Het zal u niet verbazen dat Breda '97 tevreden is, zowel met het proces als
met de uitkomst daarvan. We zien reserveringen voor kleine maar in onze ogen niet onbelangrijke
zaken, zoals de speelplaats op de Elzenbroek. Daar kun je wel wat laatdunkend over doen, maar ik
denk dat het de mensen in de buurt toch veel plezier doet dat dat geregeld gaat worden. We zien ook
grote plannen die nu een reële kans krijgen. De decentralisatie onderwijshuisvestingsbudgetten, die
ons zeer na aan het hart ligt, maar ook de tweede veiligheidsregisseur en de brede school in Geeren-
Noord. Dankzij ruime, veelal eenmalige middelen kunnen we tegemoetkomen aan een groot aantal
wensen. Er is nog enige ruimte waarvoor vanavond her en der al bestemmingen zijn aangegeven en
dus hebben we ook nog wat wensen. Maar de behandeling van de belangrijke jaarstukken op de ma
nier zoals we dat nu gedaan hebben, geeft ons ook de ruimte om vanavond wat verder te kijken dan
onze neus lang is, en ons op te winden over de toekomst van de stad en haar groeiend aantal inwo
ners. De kadernota kan hiermee eigenlijk weer een bezinning op de grote lijnen worden. Drie thema's:
wonen, werken en de sociale structuur. Het zijn de thema's die in onze bijdragen steeds weer terug
komen. Eerst even iets over wonen. Ik zal op dit moment niet opnieuw de discussie starten over het
waar, maar het is wel duidelijk dat we met smart zitten te wachten op de structuurvisie 2020. Biedt de
stad nu echt nog reële mogelijkheden om uit te breiden, of is het op? In dat geval zullen we uiterst
creatief moeten zijn om die 185 duizend inwoners die we kennelijk verwachten, een goede plek te
kunnen bieden. Zijn er grenzen aan de groei, vroeg Breda '97 zich in 2000 al af. We zijn er blij om dat
het komende onderzoek alle opties zal meenemen. Op dit moment ligt het zwaartepunt op de grote
ontwikkellocaties die in de steigers staan. Teteringen is daarvan de meest nabije en Bavel-Oost de
volgende stap. In relatie met de sociale structuur kom ik op beide locaties straks nog even terug. Ook
minder omvangrijke projecten zullen een bijdrage aan de oplossing van het woonvraagstuk kunnen en
moeten leveren. In de commissie Bouwen en Wonen ter voorbereiding op deze vergadering van van
avond, is gevraagd om de mogelijkheden in Ulvenhout. Een snel vergrijzende gemeenschap. Zoals
bekend, zijn er heel weinig mogelijkheden voor jongeren c.q. starters om daar huisvesting te vinden,
maar ze zijn niet uitgesloten. Zo ligt er al jaren een behoorlijk terrein braak. Dat is eigendom van een
ontwikkelaar. Daar zou best eens mee gepraat kunnen worden. Daarom herhalen we onze vraag die
eerder onbeantwoord bleef, een rechtstreekse vraag aan het college. Is het college bereid in overleg
te treden met de eigenaar van dit perceel om te onderzoeken of enige passende woningbouw in dit
deel van onze stad mogelijk is? Een tweede thema: werk. Onze verantwoordelijkheid als bestuurders
van deze stad strekt zich ook uit over het ruimtebeslag dat werk met zich meebrengt. Die discussie
woedt niet alleen hier in de raad, maar in veel media is daar ook aandacht voor. Niemand zit te wach
ten op een verrommeld landschap. Maar anderszins wil iedereen dat de economische motor lustig
draait. Helaas bepaalt de gemeente niet als enige of die motor het goed doet. Dat is afhankelijk van
allerlei veelal veel grotere ontwikkelingen. Wij willen en kunnen in feite alleen maar faciliteren. Daarbij
bestaat soms de indruk dat we achter de waan van de dag aan hollen. Bedrijven hebben hun eigen
agenda. Ze komen en gaan als het hun uitkomt. Terreinen en gebouwen worden ontwikkeld en even
zo vrolijk weer verlaten als de markt daarom vraagt. Stellen we ons dus de vraag hoe we die bedrijven
kunnen verlokken en verleiden - dat is kennelijk het toverwoord op dit moment - die veel werkgele
genheid bieden en weinig ruimte vragen, en die zich hier willen vestigen op onze voorwaarden? An
derzijds realiseren we ons als raad voldoende dat wij niet alleen het recht hebben om te bepalen wat
het bedrijfsleven zal doen. Het is een uiterst wankele balans en die balans daartussen moet ons bui
tengewoon duidelijk gemaakt worden. We hebben al meerdere malen gezegd dat we ons zorgen ma
ken over de leegstand en de verloedering van sommige bedrijventerreinen, en we staan daar niet
alleen in in deze raad. Natuurlijk begrijpen we dat revitalisering een moeilijk en langdurig en vooral ook
kostbaar proces is. We willen niets afdoen aan de projecten die al op gang zijn, of die in de steigers
staan. Het voormalige Vos-terreintje wordt bebouwd, de Saval-terreinen idem. Dat is een prima zaak,
dat past helemaal in onze visie. Zo zijn er nog meer ontwikkelingen. We vieren zelfs binnenkort een
klein feestje rondom het Hazepad. Perfect. Toch willen we van het college horen dat het alles op alles
zet om ook die kostbare ruimte binnen onze gemeente zo goed mogelijk te benutten. Na de zomerva
kantie zullen we in antwoord op de motie van 22 maart jongstleden een notitie over deze onderwerpen
*i r i MutfC *r~ «iiriii»it.r<-»>iiar«fiif-iBrr»rnrt-T -
V... ^«7»^