21 JUNI 2007
326
Mevrouw BOELEMA
Die is pas overbodig, mijnheer Lips, op het moment dat er genoeg geld uitgesleept is bij de gaswinst-
uitkering. En dan kun je achteraf pas vaststellen of die overbodig was.
De heer LIPS
Daar denken we dan verschillend over, maar dit was mijn idee erover. Goed, tot zover mijn bijdrage in
tweede termijn.
De VOORZITTER
Zijn er nog vragen in de richting van de heer Lips? Dan is het woord aan de heer Arbouw.
De heer ARBOUW
Dank u wel, voorzitter. Ik heb namens de WD-fractie toch wel de behoefte om nog even kort op wat
punten van het college te reageren. Allereerst de wethouder van Financiën. Natuurlijk ben ik blij dat
wethouder Snier zich ook aangesproken voelt door mijn eerste bijdrage. Dat wil dan toch zeggen dat
we kennelijk de juiste toon geraakt hebben en dat we ook een echt oppositiegeluid laten horen. Dus
daar ben ik wel plezierig mee verrast. Over die 24 miljoen, en hoe dit precies in elkaar zit, hebben we
in de commissie Bestuur lang gesproken. Maar als u dan een beetje belerend uitlegt hoe dat in elkaar
zit, dan zou u die 5 miljoen die we als tegenvaller hadden van de Oosterhoutseweg, ook wel even
moeten noemen. Wij hebben in de eerste bijdrage best wel fundamentele kritiek geleverd, maar wat ik
jammer vind is dat de wethouder daaraan een beetje voorbijgaat en dat door hem bepaalde termen op
die manier in zo'n debat worden gebruikt. Wij hebben ernstige zorgen over een stukje degelijkheid van
de financiering, de systematiek waarop we het doen. U wimpelt de motie over het beoordelingskader
af, terwijl tijdens het debat met u in de commissie Bestuur heel duidelijk is gebleken dat de kritiek op
de onduidelijkheid over hoe precies die overheveling plaatsvindt en de argumentatie eronder bijna
raadsbreed gedragen werd. Ik vind het toch jammer dat u daar dan niet even serieus op ingaat. Als
het gaat om onze motie had u het in mijn optiek ook anders kunnen oppakken. U had het ook als een
kans kunnen oppakken. In plaats van te zeggen dat die wellicht wat onvolledig is, had u kunnen zeg
gen: van een aantal elementen vinden wij ook dat die er nog bijgevoegd moeten worden, en ik zal me
als wethouder Financiën in ieder geval sterk maken om de verbeterslagen, op grond van de opmer
kingen van de accountant - en die logen er ook niet om - en de verschillende punten die de commis
sie heeft aangegeven, volgend jaar beter te gaan doen, zodat u als raad straks in ieder geval snapt
hoe dit in zijn werk is gegaan. Dan had ik, denk ik, een goed gevoel gehad over het debat. Mevrouw
Heerkens, dit college maakt natuurlijk andere keuzes. Dat is helder en dat is ook niet erg. Ik denk dat
in zo'n debat als vanavond die tegenstellingen ook best duidelijk mogen zijn. Maar als het gaat over
de inzet van het gemeentelijk apparaat op de verschillende punten en prioriteiten, en u geeft aan dat
het apparaat aan zijn top zit, dan zeg ik dat we dus keuzes moeten maken waar we onze mensen op
inzetten. Wij maken daarin andere keuzes dan het college, dat is vanavond ook duidelijk geworden.
Maar ik herinner u eraan dat, toen er in de commissie Wonen met wethouder Schoenmakers ook ge
sproken werd over het probleem van de ambtelijke capaciteit, hij heeft toegezegd dat, als het gaat
over het bouwen in de stad, wat de corporaties moeten gaan doen, het gebrek aan ambtelijke capaci
teit op de verschillende gebieden geen blokkade zal zijn ten aanzien van de plannen van de corpora
ties. Wat dat betreft, hoop ik dat u ook de mening deelt, als het gaat om de ambtelijke capaciteit en
het richten daarvan, dat we in ieder geval de infrastructuur, het bouwen en alle ontwikkelingen van de
stad niet moeten vergeten. En dan de heer Haarhuis over dat FMO. De WD is in ieder geval nog niet
zo tevreden over de eerste resultaten. Het zijn er natuurlijk maar een paar, dus je kunt nog niet echt
een oordeel hebben over de effectiviteit en het rendement. Maar goed, de rekenkamer heeft iets ge
zegd over het evaluatiebeleid. Gaandeweg, denk ik, zullen we zien wat er van dit plan terechtkomt en
straks zullen we evalueren of het de doelstellingen die we op voorhand hadden aangekondigd, ook
gehaald heeft.
De heer HAARHUIS
U krijgt weer een uitnodiging voor de informatie over de tweede tranche en dan zullen we kijken of we
met zijn allen kunnen luisteren naar het enthousiasme van de mensen die die projecten hebben ge
kregen.
De heer ARBOUW
Het gaat niet om het enthousiasme van de mensen. U moet mij niet verkeerd begrijpen. Het gaat erom
of het instrument dat je gebruikt, past bij de initiatieven die er zijn. En het gaat om de doelstellingen
die je daarmee wilt bereiken. Uiteindelijk gaat het daarom in de stad. Dan, voorzitter, een