21 JUNI 2007
331
beleidskader WMO een onderdeel is, maar die ook raakt aan flankerend beleid, zoals wonen, et cete
ra. Dus dat betekent helemaal niet dat we alles opnieuw gaan uitvinden, maar dat we wel ook voldoen
aan dat beleidskader WMO. Dat is volgens mij de suggestie. Ik heb de toezegging gedaan dat we die
weg op willen. Over de vorm, et cetera zal u binnen een aantal weken een voorstel bereiken, waar de
burgemeester de eerstverantwoordelijke voor is, over de wijze waarop we dat ook intensief als raad en
college met de stad kunnen aanpakken. Dan als derde opmerking nog een reactie op de motie van de
Partij van de Arbeid met betrekking tot het open sportcentrum Haagse Beemden. Als ik u goed beluis
terd heb, dan zit de discussie niet zozeer op de inhoudelijke kant van het totaal, want u zegt eigenlijk
allemaal dat het een heel aantrekkelijk voorstel is. Dit is toch een vrijwilligersvereniging. Ik heb ook
zelf gesproken met die mensen, die al langere tijd aan het sjouwen zijn om de nodige gelden bij elkaar
te krijgen, maar die ook heel veel contact hebben met de reguliere verenigingen. Als je kijkt in het
land, dan zijn er al echt sprankelende voorbeelden, waar onder andere overigens ook de Hockeybond
Nederland een groot voorstander van is, van multifunctioneel gebruik van sportvelden samen met de
buurt. Dat is volgens mij nou bij uitstek iets wat in de maatschappelijke ontwikkeling en in de sociale
cohesie allerlei dingen kan bevorderen. Laat dan dit open sportcentrum Haagse Beemden nou eens
als een soort voorbeeld zijn voor de stad en ook op andere plekken tot enthousiasme leiden, waardoor
dat een inspiratiebron kan zijn, ook in andere wijken en buurten. Dan zullen we weer op een andere
manier daarnaar kijken. Zoals ik het begrepen heb, gaat de discussie vooral over de regeltjes. We
hebben er toch maar even de subsidieregeling bij gehaald. In artikel 8, lid 6, staat heel duidelijk: 'Uit
de begroting dient te blijken dat er naast gemeentesubsidie ook voor een substantieel deel aanvullen
de middelen beschikbaar zijn. Dat kunnen eigen middelen zijn, maar mogelijk ook van andere maat
schappelijke organisaties en/of het bedrijfsleven.' Dus het kunnen eigen gemeentelijke middelen zijn.
Zie hier bijvoorbeeld deze motie. En mogelijk 60 duizend uit sport. En van maatschappelijke organisa
ties. Zie de corporaties, zie de uren die de vrijwilligersorganisaties beschikbaar stellen, zie de BOS-
subsidie die vanuit het Rijk komt, waardoor allerlei activiteiten ook mogelijk zijn, en zie de inzet van
organisaties, de heer Haarhuis wees er ook al op, die inzet gepleegd hebben. Het gaat niet alleen om
de cofinanciering sec voor het kunstgrasveld. Neen, het extra zit erin dat het een open sportcentrum
is, en het kunstgrasgeld is een middel daartoe. In een tweede artikel, artikel 11, staat: 'De middelen uit
het Fonds Maatschappelijke Ontwikkeling zijn beschikbaar voor aanvragen van inwoners, instellingen,
bedrijfsleven van Breda en de gemeente zelf.' Dus ook de gemeente zelf mag nog aanvragen doen.
Dus in combinatie daarmee kan de gemeente het ook nog zelf doen. Dus u kunt het van de ene kant
bekijken en u kunt het van de andere kant bekijken. Het valt totaal onder de regeling van het FMO en
het past ook in de doelstellingen. Het enige wat de commissie heeft gezegd, is: substantiële cofinan
ciering, wij willen niet dat alles uit het fonds komt. Dus laat dan eens zien dat dat ook nog uit andere
bronnen komt. En dat mogen ook gemeentelijke middelen zijn. Als laatste, voorzitter, nog een opmer
king in de richting van de heer Arbouw die begon over de ambtelijke capaciteit. Zo heb ik het niet be
doeld. Ik heb er alleen mee willen zeggen dat we zo ambitieus zijn dat ik ook merk, en dat zult u ook
gemerkt hebben, dat we aan de top zitten van de capaciteit zodat er niemand zomaar niks zit te doen.
Natuurlijk zullen we, als dat nodig is - bouwen is ook heel belangrijk - maatregelen nemen, maar voor
mij ging het er niet zozeer om dat we ergens een veer zouden moeten laten. Mij ging het er meer om
aan te tonen dat we juist heel ambitieus zijn en dat we zowel Via Breda maar ook de bestaande stad
heel nadrukkelijk daarin willen meenemen. Dat is volgens mij tussen ons niet eens meer een nuance
verschil. Dat was het een hele tijd geleden wel. Ik denk dat wij op sociaal terrein een wat andere in
steek hebben, maar als ik van alle kanten bekijk wat we in de stad aan het ontwikkelen zijn, dan denk
ik dat ook de WD zich daarin heel erg kan vinden.
De VOORZITTER
Het woord is aan wethouder Oomen die met name nog zal ingaan op de moties 5 en 12. Wethouder
Oomen.
Wethouder OOMEN
Dames en heren. Met betrekking tot motie 3 over de ondergrondse infrastructuur - ik zou die term
willen gebruiken, want u weet dat dit kunstwerken zijn en dat ze het daarom ook verdienen dat er op
die manier over gesproken wordt - heel in het kort het volgende. Wat ik u kan toezeggen, is dat ik in
het najaar bij de begroting in een collegeomslag de investeringen inzichtelijk zal maken die nodig zijn
voor de komende jaren, met de bijbehorende lasten of, zo u wilt, de lastenverzwaring. Ik ga nu nog
niet in op de methodiek, want die is vooralsnog zoals we die al jaren hebben gevoerd. Het is dan aan
u om te kijken: de komende jaren is dit de dekkingsbehoefte aan de hand van inzichtelijk gemaakte
investeringen, en dit zijn de daarbij behorende lasten. Het college zal met een voorstel komen, en het
is aan u om dat dan weer te beoordelen. De moties 5a en 5b over het dierenasiel. Dames en heren, ik