20 SEPTEMBER 2007
366
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breda '97.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Voorzitter, de lange incubatietijd die deze woonvisie heeft meegemaakt, heeft haar geen kwaad ge
daan, dachten wij zo. In de commissie hebben we al kunnen vaststellen dat er uiteindelijk een stuk
voor ons ligt waar we mee door de deur kunnen. Ik ga nu even niet meer in op de gevolgde procedu
re, maar ik wil toch wel even vaststellen dat er zorgvuldig is gewerkt en aandachtig is geluisterd naar
al datgene wat betrokkenen en wat wij als raad en commissie hebben ingebracht. En dat stemt ons
oprecht tot vreugde. Daarvoor dank. Voor Breda '97 is deze woonvisie een beleidslijn, geen contract.
Het college stelt de komende jaren alles in het werk om te laten bouwen. Te bouwen voor starters en
ouderen, te bouwen in de bereikbare sfeer, energiezuinig te bouwen en kwalitatief hoog en zodanig te
bouwen dat de doorstroming op gang kan komen. Daarnaast wil het college een maximum aan aan
dacht geven aan de leefbaarheid en het woonklimaat. Dat is in drie zinnen datgene wat er in de nota
eigenlijk staat. Dat is natuurlijk niet nieuw. Het zijn uitgangspunten die in menig politiek programma
voorkomen, ook in dat van Breda '97. Relevanter is dan ook naar ons idee de vraag op welke manier
het college dit wil waarmaken. Het zij maar weer eens gezegd, de gemeente zelf zet geen steen op de
andere. De corporaties als beheerders en ontwikkelaars van publiek goed zullen van hun kant na
drukkelijk bereid moeten zijn alles op alles te zetten om deze grote achterstand die we met zijn allen
constateren, in te halen. Ze stellen onverkort dat ook te willen, maar kennelijk zijn er toch steeds op
nieuw hindernissen die de vlotte afwikkeling van de plannen belemmeren. Daar ligt een zeer belang
rijke taak voor de voorgestelde taskforce woningbouw, die onverkort van start moet gaan. Onverkort.
Hier is daadkracht nodig, energie, flexibiliteit en tempo, en wel van alle kanten. Morgen beginnen, heb
ik al iemand horen zeggen. Voorzitter, daar rekenen we op, we willen resultaten zien. Ja, en dan die
cijfers. De heer Akinci heeft ons net allerlei ingewikkelde sommen voorgerekend. Ik kan dat niet meer
volgen, moet ik zeggen. Ik wil iets kwijt over die cijfers. Cijfers zijn concreet en cijfers lijken geweldig
houvast te kunnen bieden. Je kunt er iemand op afrekenen, en dat is prettig en dat is makkelijk. Maar
in het geval van woningbouwproductie geven cijfers ook een schijnzekerheid, want het is maar te vaak
gebleken in het verleden. Te veel externe door ons en ook door anderen niet te beïnvloeden factoren
kunnen die rekensommen ernstig verstoren. En daarom wil ik ze toch met de nodige korreltjes zout
nemen. Wij hebben niets
De heer GOUKA
Voorzitter, mag ik interrumperen?
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Mag ik even mijn zin afmaken, mijnheer Gouka, dan is uw vraag misschien al over. Wij hebben niets
tegen cijfers, maar voor ons zijn het streefgetallen. Natuurlijk moet er gebouwd worden. Er is een forse
achterstand. Dat hebben we met zijn allen al eerder vastgesteld. Maar met elkaar kibbelen over mar
ges, dat heeft geen zin. Dat is tijdverlies. Laten we doen wat we kunnen.
De heer GOUKA
Voorzitter, bij interruptie
De VOORZITTER
Mijnheer Gouka, een korte interruptie.
De heer GOUKA
Voorzitter, dank u wel. Uiteraard gaat het om streefgetallen. Dat hebben wij ook aangegeven. Maar als
het streven is om aan het einde van de jaartallen waarin we dat streven hebben bepaald, nog verder
af te zijn van waar we nu zijn, dan lijkt me dat geen goed streven.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Het is helder wat u zegt.
De heer GOUKA
Het staat er wel in als zodanig.