20 SEPTEMBER 2007
382
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Voorzitter, Breda gaat voor kwaliteit. Kwaliteit op alle fronten. Wij willen trots zijn op onze stad en ook
op het onderwijsaanbod dat onze stad biedt. Alle scholen voor voortgezet onderwijs willen samen
garant staan voor een gedifferentieerd kwalitatief hoog onderwijsaanbod, inclusief een zorgstructuur
die zich bekommert om de leerling die dreigt uit te vallen. Daarom is een unieke samenwerkingscon-
structie opgezet. Dat is heel relevant. Relevant is ook dat het ROC in deze samenwerking participeert.
Niet alleen omdat er een eigen school voor vmbo onder zijn gezag valt, maar zeker ook om veel bete
re kansen op doorstroming naar het mbo te scheppen. Een drempel die op dit moment voor veel jon
geren nog erg hoog lijkt. Kortom: een situatie die wij als gemeente kunnen faciliteren door het over
dragen van huisvestingsmiddelen. En ons wordt dat nu gevraagd. Daarmee dragen we ook
verantwoordelijkheid over. Dat valt ons meestal niet gemakkelijk, maar hier is realiteitszin geboden.
Het onderwijs staat op dit moment weer op allerlei manieren onder druk. Ook het voortgezet onder
wijs. Het is voor de sector een noodzaak om te kunnen inspelen op steeds nieuwe ontwikkelingen en
maatschappelijke vragen. Dat vraagt ook het een en ander van de huisvesting. We zien met eigen
ogen hoe besturen die in de besteding van hun budgetten niet afhankelijk zijn van gemeentelijke re
gels en verordeningen, met hun gebouwen kunnen omgaan. Getuige het ROC. Wij zien ook dat ande
re scholen voor VO al jaren in een impasse zitten. Zoals ik in de commissie in juni al heb mogen zeg
gen: dat is niemands schuld, maar het zijn nou eenmaal de regels die het partijen onmogelijk maken
om de kwaliteitsvraag voorrang te geven boven de kwantiteitsvraag. Niet altijd meer, maar ook anders
en beter. Voorzitter, het is nu nodig dat we knopen doorhakken. Het onderwijsveld moet aan de slag.
Er moeten zodanige statuten opgesteld kunnen worden dat voldaan kan worden aan de voorwaarden
die wij stellen. U formuleert ze in uw voorstel. Nadrukkelijk wil ik hierbij nog eens vaststellen dat het
hier niet gaat om een fusietraject. Scholen blijven hun eigen verantwoordelijkheid houden. Het is na
drukkelijk zo vastgelegd. Net zolang als zij dat zelf willen. Nadrukkelijk is vastgelegd dat de coöperatie
zich niet bemoeit met de onderwijsvisie en de vormgeving daarvan binnen de onderscheiden scholen.
De inbreng van de verschillende directies in de opstelling van de uiteindelijke statuten is ook gewaar
borgd. En laten we wel wezen, die directies spreken namens hun instellingen. Bovendien zijn school
besturen en schooldirecties mondig en wijs genoeg om hun zelfstandigheid te bewaken op die punten
waarop zij dat noodzakelijk vinden. Koudwatervrees is hier zeker niet op zijn plaats. Het is vanzelf
sprekend dat besturen en directies zelf zorgdragen voor een goede en heldere communicatie naar
hun eigen docenten en hun andere achterban, zodat eventuele misverstanden die nog zouden kunnen
leven, of onduidelijkheden kunnen worden weggenomen. De plannen hoe om te gaan met de huisves
ting van het VO liggen eigenlijk op de tekentafel. Er zal snel een bestuur voor de coöperatie moeten
komen om die plannen vaart te geven. De stuurgroep heeft zijn werk gedaan en zal het voorberei
dingstraject kunnen afsluiten. En het past hen te danken voor het geduld, voor hun visie en voor hun
inzet. Er zijn inmiddels ook in financieel opzicht goede afspraken gemaakt en het is vanzelfsprekend
dat er op regelmatige momenten inzicht gegeven wordt in de besteding van de door de gemeente
ingebrachte gelden. Ik twijfel er niet aan of daar zal met de uiterste zorgvuldigheid mee worden omge
sprongen, want bij het onderwijs heeft men allang geleerd om zuinig te zijn. Voorzitter, ik kan maar
niet genoeg benadrukken dat het om de leerlingen gaat. Voor hen moet de meest optimale situatie
geschapen kunnen worden om een opleiding te volgen en af te maken. Voor hen moet er een keuze
zijn die ertoe doet, zodat ze gemotiveerd blijven. Voor hen moeten er gebouwen staan die aanspreken
en uitnodigen. En laten wij daar nou aan bijdragen wat we kunnen.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Akinci.
De heer AKINCI
Voorzitter, we hebben het in de commissie vlak voor de zomer al uitgebreid hierover gehad en steeds
werd ons toen gezegd dat de conferentie er nog aan kwam en dat alles dan duidelijk zou worden. Met
de heer Defilet ben ik dus ook van mening dat ik die duidelijkheid eigenlijk nu al wel zou willen heb
ben. Hoever staan we nu? Hebben alle scholen nou wel of niet meeondertekend? Is er nog steeds
weerstand? Want als u zich dat nog uit de commissiebehandeling kunt herinneren, en daarbij richt ik
me dan tot de wethouder, hebben wij toen ook al expliciet gezegd dat voor ons een voorwaarde was
dat alle scholen mee zouden gaan doen. Dat is op zich ook wel logisch, want als er een school niet
meedoet, dan kan sowieso het hele plan al niet doorgaan. Heel veel bedenkingen hadden wij in de
commissie over de consequenties die het masterplan heeft voor de vrijheid en eigen ruimte van scho
len, omdat wij namelijk zeggen dat de coöperatie onverkort, en met de coöperatie dus eigenlijk de
scholen, het masterplan moet volgen en invulling moet geven aan. Feitelijk is het inderdaad niet aan
de overheid om dat te bepalen. Niet aan de landelijke en ook niet aan de lokale overheid. Toen werd