20 SEPTEMBER 2007
383
gezegd: waarom zou u daar moeilijk over doen, het plan is immers door de scholen zelf geschreven.
Laat ik dat argument nou even omdraaien. Als het plan inderdaad door de scholen zelf geschreven is,
waarom vertrouwen we er dan niet op dat die scholen zelf ook het belang inzien van een makkelijke
doorstroming, het vooropzetten van het kind, het niet onnodig met elkaar concurreren maar elkaar
aanvullen, zeker aangezien ze elkaar straks zo vaak tegenkomen in die coöperatie? Dat vertrouwen
heeft onze fractie op zich wel en wij zien dan ook niet zozeer de noodzaak om van scholen te eisen
dat ze dat masterplan móéten volgen. Als het een goed plan is - ze hebben het nota bene zelf ge
schreven - dan doen ze dat toch wel. En daarnaast het door mevrouw Van Maanen genoemde argu
ment. Er is juist op dat punt nog steeds verzet van sommige scholen, van sommige medezeggen
schapsraden moet ik misschien beter zeggen. Dus misschien is het ook strategisch handig om die eis
eens wat minder hard te stellen. In die zin staat de fractie van GroenLinks wel positief tegenover het
amendement zoals het is ingediend. Alhoewel er ook wel weer wat haken en ogen aan zitten. Ik ben
het met u en ook met D66 wel eens dat we ons niet met de inhoudelijke onderwijsprogramma's moe
ten bemoeien. Aan de andere kant is het wel zinvol om bijvoorbeeld wat betreft de doorstromingskan
sen van kinderen het een en ander te faciliteren en misschien ook te eisen. In die zin deel ik dan weer
de woorden van mevrouw Vossenaar: het gaat uiteindelijk niet om de vrijheid van onderwijs - dat is
een heel hoog goed wat ik te vuur en te zwaard zal verdedigen - maar uiteindelijk gaat het in alles en
elke constructie die we bedenken, ook om het belang van het kind. Dus daar schipper ik iets mee.
Mevrouw VAN MAANEN
De mogelijkheid is er wel om dat buiten de coöperatie ook te regelen. Het hoeft niet per se binnen de
coöperatie geregeld te worden.
De heer AKINCI
Dat lijkt me nou weer een handige, en misschien ook niet zo'n discutabele, taak die wel via de coöpe
ratie geregeld kan worden. Misschien is dat spanningsveld iets waarop u in uw tweede termijn nog
even terug kunt komen. Dat laat onverlet dat ik in ieder geval heel positieve gevoelens bij het amen
dement heb.
De VOORZITTER
Goed. Het woord is aan de heer Vergroesen namens de SP.
De heer VERGROESEN
Voorzitter, de SP was en is voorstander van het masterplan. Wij weten echt wel, ik heb het vanavond
meer gehoord, dat nog niet alles is geregeld en dat ook niet alle neuzen dezelfde kant uit staan. Wij
vinden echter de intensieve samenwerking van onderwijsinstellingen en de drempelloze overgang van
leerlingen in het middelbaar onderwijs van wezenlijk belang. Daar doen we het voor. Als die leerlingen
van school afgaan, als die leerlingen niet naar een andere instelling kunnen, zijn we helemaal ver
keerd bezig met het onderwijs. Het is door anderen ook al gezegd: het kind staat centraal. Een wezen
lijk onderdeel van het masterplan is de doordecentralisatie van de huisvestingsmiddelen, want dan
kan het onderwijsveld slagvaardig aan het werk. En mits, en nou komt ie, er door de gemeente, al dan
niet op afstand, voldoende controle wordt gehouden en passende voorwaarden worden gesteld - ik
kom daar straks nog op terug bij dat amendement - dan zal de SP met het raadsvoorstel instemmen.
Wat het amendement betreft. Wij hebben het gelezen. Vooral punt 1 spreekt ons aan, dus wij zullen
het amendement steunen.
De VOORZITTER
Het woord is aan mevrouw Boelema, D66.
Mevrouw BOELEMA
Ik heb afgelopen dinsdag ook even naar de tv gekeken, naar de rijksbegroting die gepresenteerd is. In
grote lijnen was mijn partij het daar niet zo mee eens. Maar toen ik mijn licht liet schijnen over de be
groting en de beleidsagenda voor het werkveld onderwijs, werd ik wat positiever. Want wat zegt de
heer Plasterk daar: 'De overheid past enige bescheidenheid. Goed onderwijs komt tot stand in de klas
tussen leerling en docent. Het onderwijs gaat over het hoe en de overheid gaat over het wat.' Nou, dat
is eigenlijk op ons lijf geschreven en ook van toepassing op het amendement dat wij samen met de
VVD hebben ingediend. Maar dat gaat nog verder, want er is ook heel veel te doen geweest over het
advies van de Commissie Leraren van de heer Alexander Rinnooy Kan. Voor leraren betekent schaal
vergroting dat de afstand tot het bestuur en het management toeneemt. Niet altijd is direct duidelijk
wie binnen grotere gehelen nu eigenlijk wat bestuurt en aanstuurt. Rollen en wederzijdse verwachtin-