20 SEPTEMBER 2007 386 De heer BLANKENSTEIN Voorzitter, volgens mij, in reactie op mevrouw Van Maanen, was juist het scholenveld degene die naar de gemeente toe kwam met een schitterend verhaal, vooral een onderwijsverhaal, waar onderwijs huisvesting slechts een onderdeel van uitmaakte. Mevrouw VAN MAANEN Ja, én? De VOORZITTER De wethouder. Wethouder SNIER Het masterplan gaat over meer dan onderwijshuisvesting, maar waar het over meer gaat dan onder wijshuisvesting, dan is dat een afspraak die de schoolbesturen onderling met elkaar wensen te ma ken. De bevoegdheid van de gemeente gaat over naar de schoolbesturen voor wat betreft de huisves tingsmiddelen. Daar hebben wij het hier in ieder geval heel concreet over en de schoolbesturen, ik heb het al gezegd, bundelen die huisvestingsmiddelen via de coöperatie. Voor alle duidelijkheid, zeker in de richting van mevrouw Van Maanen, geen enkel schoolbestuur raakt dus bevoegdheden kwijt. Ze krijgen via de doordecentralisatie van de huisvestingsmiddelen er een bevoegdheid bij. En wat de autonomie van de schoolbesturen betreft, is het niet aan de orde om daarover hier te spreken. Die autonomie blijft gehandhaafd. Mevrouw BOELEMA Mijnheer de voorzitter, zou ik een vraag mogen stellen aan de wethouder? Kan de wethouder mij ver tellen dan wel bevestigen of alle - niet alleen de schoolbesturen, want dat de schoolbesturen het er mee eens zijn, dat is mij helemaal helder - leraren hetzij de medezeggenschapsraden het met het masterplan eens zijn? Dat is natuurlijk een heel essentiële vraag, want dat zijn uiteindelijk, ook in de visie van uw minister, de mensen die het moeten maken. Wethouder SNIER Ik denk inderdaad dat de leraren voor de klas de belangrijkste rol hebben, maar ik denk wel dat we ook goed moeten kijken op welke manier we hier als gemeente zuiver opereren. Onze gesprekspart ner in dezen is het bevoegde gezag, en dat zijn dus de schoolbesturen. Die zijn onze gesprekspart ner. Nogmaals, die schoolbesturen zijn unaniem akkoord gegaan. Waar u waarschijnlijk aan refereert, vermoed ik, is het feit dat er één medezeggenschapsraad is die een voorbehoud heeft gemaakt dan wel niet helemaal akkoord gegaan is. Of: niet akkoord gegaan is? Dat is niet helemaal duidelijk. Maar goed, die situatie is er. Maar wij als gemeente praten niet met een medezeggenschapsraad. Als wij dat zouden doen, dan zou mij en u terecht het verwijt gemaakt worden dat wij ons in de vrijheid van onderwijs begeven. Want dat is nou juist de taak van een schoolbestuur. Die heeft een relatie met het personeel, en die hebben wij niet. De medezeggenschapsraad die niet akkoord gegaan is, vertegen woordigt naar mijn beste weten vijftien procent van de leerlingen in Breda. Maar dat gaat, nogmaals, om de medezeggenschapsraad. Onze gesprekspartner zijn de besturen en die besturen zijn unaniem akkoord gegaan met het masterplan. Daar ligt uiteindelijk voor ons de belangrijkste reden om dit toch zo aan u voor te leggen. Ik wil nu meteen maar even de doorsteek maken naar: waar staan we nu? Ik heb hier een document dat heet: Overdrachtsdocument Ruimte voor Samen Scholen. Dat is een van de producten geweest van een conferentie op 15 augustus van een twintigtal schooldirecteuren. Zij hebben met elkaar een aantal aanvullende afspraken gemaakt. Afspraken waarbij ze nadere invulling bijvoorbeeld hebben gegeven aan de coöperatie, waarbij ik dan wel gelijk zeg: ja, daar gaan ze ook zelf over. Duidelijk is in ieder geval dat dit betekend heeft dat tijdens die conferentie nog een keer heel expliciet de vraag aan de orde is geweest in hoeverre de coöperatieve vereniging zich mag bemoeien met de onderwijsvisie van de school en de wijze waarop deze wordt vormgegeven. Dat is een explicie te vraag geweest, een belangrijke vraag die hier ook gesteld is. Men heeft elkaar daarop duidelijk geantwoord: Neen, dat is niet aan de orde. Dat zal ook niet gaan gebeuren, dat is niet een manier waarop deze coöperatie zich verder zal gaan ontwikkelen. Daar kiezen we niet voor in gezamenlijk heid. Dat is een helder antwoord, en dat was ook een reden om op die bijeenkomst daar verder niet meer over te spreken. Men beschouwde dat als achter zich gelaten en men heeft voortvarend verder aan de uitwerking gewerkt. Hier staan dus ook allerlei afspraken in over stemrecht binnen de coöpera tie, enzovoort, enzovoort. Dat zijn allemaal elementen waarvan ik vind en waarvan het college vindt dat ze het college niet aangaan, want dit zijn de keuzes die het onderwijsveld zelf verder maakt in de uitwerking van hun afspraken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 43