18 OKTOBER 2007 416 komende tijd verder vorm krijgen. Vervolgens zal de visie moeten worden vertaald naar een concreet en uitvoeringsgereed plan. Het is onmogelijk om nu al aan te geven welke kosten en tijd met dit plan gemoeid zijn, oftewel het is niet wenselijk om de uitwerking van de Woonakker aan de uitvoering van de nog te ontwikkelen visie te koppelen. Dus dat betekent dat ik namens het college niet in kan gaan op de toezegging die u van het college verwacht. Mijnheer de voorzitter, er is ook gesproken over het verkeerscirculatieplan. Het is even aangetipt. Ik wil daar het volgende over zeggen. Toen de bestem mingsplannen aan de orde kwamen, was de vraag van de dorpsraad: college, zorg ervoor dat het verkeerscirculatieplan, het interne plan dat de nieuwe plannen koppelt aan de oude, er ligt voordat de bestemmingsplannen in de raad komen. Dames en heren, dat verkeerscirculatieplan ligt er. Het is een bevoegdheid van het college en wij hebben dat plan ook vastgesteld. Dat plan is niet door het college gemaakt, ook niet door de portefeuillehouder. Het is op een gegeven moment door ons wel genoteerd. Het plan is aan de basis ontstaan. Ik heb vier tot vijf keer klankbordgroepen voorgezeten, en daar is de vraag gesteld: welke knelpunten ziet u in uw omgeving met betrekking tot de verkeersafwikkeling oud gekoppeld aan nieuw? Zij hebben de knelpunten aangegeven. Het college heeft met zijn ambte naren die knelpunten bestudeerd, en wij hebben daar een rapport van gemaakt. Er is exact aangege ven hoe wij denken de knelpunten op te lossen. De dorpsraad daarentegen had toen een genuan ceerde mening, omdat de presentatie van het Willem Alexanderplein, en dat ging buiten het college om, niet, zo heb ik begrepen, het hoogste cijfer heeft gekregen. Maar dat staat los van de eerste vraag die zij gesteld hebben om het verkeerscirculatieplan te maken. Dat hebben we gedaan. Ik heb wel gezegd: nu de feiten daar liggen, ben ik namens het college bereid om het verkeerscirculatieplan te betrekken bij de inrichting van het komplan op het Willem Alexanderplein. Voorzitter, mevrouw Haagh heeft nog gevraagd om het verslag, ik dacht van de bijeenkomst van november 2006. Dat is correct? Mevrouw HAAGH-REIJNE Niet het gehele verslag, maar de afspraken die gemaakt zijn omtrent de koppeling van de verkeers maatregelen en het opleveren van de woningen. Daarover is toen een faseringsplan afgesproken. Wethouder OOMEN Ik zal in het archief duiken en proberen om die zaak naar boven te halen om zo spoedig mogelijk die informatie aan u te doen toekomen. Dan de luchtkwaliteit, waar de SP over sprak. Die hangt natuurlijk ook samen met de verkeersafwikkeling. We hebben in het college de afspraak dat mijn collega Wilbert Willems zich beweegt op het provinciaal en landelijk niveau en dat ik me beperk tot de lokale keuze Teteringen. U ziet, zo liggen de verhoudingen ongeveer, leder zijn kwaliteiten. In de richting van de heer Vos. Ik heb met bewondering naar uw betoog geluisterd. Ik ben u dankbaar. Ik wil u ook een compliment maken voor de heldere analyse, want ik heb die niet honderd procent na kunnen doen, maar het is exact waar het om draait. U sloeg de spijker op de kop. Dames en heren, inspraak is hier in haar volle omvang aan bod gekomen. Dat betekent ook dat je niet moet zeggen wat mevrouw Van Hasselt naar voren bracht, ja, dat mag ze wel zeggen, maar ik vind dat niet verstandig: jammer dat we het niet iedereen naar de zin hebben kunnen maken. Dat kun je thuis toch ook niet. Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS Voorzitter, ter interruptie. Wethouder OOMEN Wat betekent nou: het iedereen naar de zin maken? Dat is een utopie. Dat moetje ook niet nastreven. Nogmaals, Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS Neen, voorzitter, even ter interruptie. Ik ben het natuurlijk wel met de wethouder eens dat je het nooit iedereen naar de zin kunt maken. Maar ik vind aan de andere kant, de dorpsraad is niet iedereen. Dat zult u toch met mij eens zijn. Wethouder OOMEN Mevrouw Van Hasselt, met de relatie tussen het college en de dorpsraad, daar is niets mis mee, he lemaal niets. Daar is een goede verstandhouding. U heeft ook in de notitie gelezen wat de heer Anto- nissen zei. Het zat hem namelijk in de laatste zin. Daar zei hij dat hij ook af zou wachten wat naar aanleiding van de commissie de reactie van het college zou zijn, hoe wij daarop zouden reageren. En u ziet hoe wij daarop gereageerd hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 16