1 NOVEMBER 2007
463
weer toe: in hoeverre zijn de opgegeven reserves noodzakelijk én toereikend? Of anders gezegd:
heeft Breda toch niet te veel overbodige spaarpotjes? Een lijstje met voorzieningen en reserves zoals
we recent kregen, zonder aanduiding welke verplichtingen en risico's daartegenover staan en over
welke perioden die risico's gespreid kunnen worden, heeft niet al te veel zin. En de screening die ons
is toegezegd, laat lang op zich wachten, en dat vertroebelt het beeld nog meer en maakt de onzeker
heid groter. Voorzitter, wij verwachten op korte termijn een overzicht met een toelichting, waar we iets
mee kunnen doen. Dat zeker met het oog op de kadernota 2009. Laten we er vooralsnog even van
uitgaan dat we niet armlastig zijn, het woord is al gevallen. We zullen dus iets te verdelen hebben.
Breda '97 is altijd voorstander geweest van een zorgvuldig en genuanceerd beleid en dat houdt ook in
dat we de invulling van die ruimte ter discussie willen stellen bij de prekadernota en de kadernota
2009. Dat is volgens ons het juiste moment. Dan willen we ook absoluut een reëel inzicht hebben in
de financiële mogelijkheden. Natuurlijk hebben we wensen, maar die willen we op dat moment in con
currentie brengen met alle ideeën en verlangens zoals ze in deze raad leven. Zo werkt dat volgens
ons in goed bestuur. Voorzitter, dan heb ik nog een amendement. Ik heb er slechts een. Wij zijn altijd
bescheiden wat dat betreft. Dat betreft de mogelijkheid om de Grote Kerk beter toegankelijk te maken
door iets aan de entreegelden te doen. Nu de restauratie heel vergevorderd is, is daarvoor alle aanlei
ding. Tot onze vreugde is het amendement mede ondertekend door de andere partijen, de Partij van
de Arbeid, CDA, GroenLinks, D66, en zojuist heeft de WD mij te kennen gegeven dat ze zich daarbij
wil aansluiten. In de wandelgangen mochten wij vernemen dat ook de resterende partijen daar niet
onsympathiek tegenover staan, waarvoor onze dank. Het gaat immers om de Grote Kerk, en die is
van ons allemaal. Het is ons belangrijkste monument en we ontlenen er voor een belangrijk deel onze
identiteit aan. Wil het de huiskamer worden, zoals het stichtingsbestuur nastreeft, dan moet er geen
belemmering zijn om binnen te komen. Nu moetje in de meeste gevallen je portemonnee nog trekken
om te kunnen genieten van het bijzondere interieur. En hoe gering het bedrag ook is, het is een drem
pel. Hoe meer bezoekers, ook uit de eigen stad, hoe meer de kerk zal gaan leven. Het stond allemaal
al in de krant vanmorgen, het stichtingsbestuur kan de entreegelden niet missen. Daarom stellen wij
ook voor om het stichtingsbestuur te compenseren wanneer het in overleg met het college komt tot
een modus om die drempel te verlagen, zoals meer zondagen open, kinderen gratis toegang, of wat
dan ook. We vragen de raad daarvoor een budget van 30 duizend euro. Wij zien dit gebaar nadrukke
lijk als een opstapje naar een meer structurele, gratis openstelling. Dat zou toch ooit een keer moeten
kunnen, ook uit het oogpunt van citymarketing. We verwachten wel van het stichtingsbestuur dat het
de resultaten van deze actie volgt en ons, met het oog op die zojuist genoemde kadernota voor 2009,
maar zeker ook voor de begroting 2009, daarover rapporteert. Voorzitter, ik wil niet eindigen dan nadat
ik een woord van dank gesproken heb. Kritiek en commentaar is makkelijk gegeven, dat past ook in
onze controlerende taak. Maar ik weet hoeveel werk er dagelijks wordt verzet door college en ambte
naren. Ik weet ook dat dat in bijna alle gevallen wordt gedaan met een grote inzet en met hart voor
deze stad, en daarvoor onze oprechte dank. Dat was het voor de eerste termijn, voorzitter. Ik weet niet
of ik binnen de tijd ben gebleven. Ik heb een amendement, dat ligt ergens, en dat zal ik u qraaq aan
reiken. Het is al bij u.
De VOORZITTER
Ik heb het amendement net ontvangen. Het dictum
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
U hoeft het niet voor te lezen, want dat is veel te lang.
De heer LIPS
En, burgemeester, wij kunnen allemaal lezen vanaf deze plaats. Wij kunnen allemaal lezen.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Voor de mensen thuis wil ik het wellicht even toelichten.
De VOORZITTER
Mevrouw Vossenaar, als u het niet erg vindt, lees ik het voor. Ja, ik kan natuurlijk ook weggaan, maar
dat zou ik ook wel spijtig vinden. Ik zou toch weinig van deze gedachtewisseling willen missen natuur
lijk. Dat begrijpt u. Ik denk dat het correct is om toch even het besluit voor te lezen, ook voor de aan
wezigen op de tribune. Dat hoort toch in formele zin. (De voorzitter leest het dictum van het amende
ment voor.) Ik begrijp dat uw amendement inmiddels door acht fracties is ondertekend. Dit is, dames
en heren, en voor de heer Boer in het bijzonder, amendement nummer 1. Mijnheer Boer u had een
vraag.