1 NOVEMBER 2007 483 De heer HAARHUIS Nou, nou, nou Mevrouw BOELEMA ...we matigen de stijging. Daar ben ik het ook helemaal mee eens. Wij hebben ook absoluut geen problemen met die 3,15 procent, en hoe die opgebouwd is, maar het is wel een beetje voor de bühne om te zeggen: kijk eens, uw lasten gaan eigenlijk niet omhoog maar omlaag, want wij gaan het OZB- tarief van 4,6 naar 3,15 procent verlagen. De VOORZITTER Laten we proberen ook een beetje op een goede woordkeuze te letten. Wij hebben hier de mogelijk heid te opponeren, elkaar uit te leggen, en ik ga ervan uit dat iedereen zeer zorgvuldig zijn woorden kiest. Mevrouw BOELEMA Nou, 'kulargument' vind ik niet echt een De VOORZITTER Het woord is aan de heer Haarhuis. De heer HAARHUIS Voorzitter, door de waardestijging zou de OZB, als je het percentage niet zou verlagen, hoger uitval len. Wettelijk kan dat op dit moment, en toch doen we het niet. Dat kan ik toch niet anders uitleggen dan als een matiging op de lastenontwikkeling? Ik kan het niet anders uitleggen. De VOORZITTER De heer Vergroesen. De heer VERGROESEN Mijnheer Haarhuis, u praat over 'forse matigingen'. U praat niet over forse matigingen. Dat vertelt u aan ons. U vertelt: ik mag wettelijk verhogen en ik doe het niet. Ik vind dat geen antwoord naar de burger. Tegen de burger zegt u gewoon: de kosten gaan zoveel omhoog. En u gaat niet zeggen bij wijze van spreken: ik mag het wettelijk met 100 euro verhogen en ik doe het maar met 60. De heer HAARHUIS En daarmee houden de burgers van deze stad een flink bedrag in hun zak. En ik vind dat je dat ook rustig kunt zeggen. Zo is het. De heer VERGROESEN Neen, want u stelt gewoon een bedrag vast. U stelt niet het bedrag eerst twee keer zo hoog vast, maakt er vervolgens de helft van, en zegt dan: u krijgt de helft terug. Neen, u krijgt niks terug, u betaalt minder. De VOORZITTER Goed. Ik stel voor dat we de eerste termijn van de heer Haarhuis daarmee afronden. Tot slot de heer Van Overveld. De heer VAN OVERVELD Wij hadden een korte vraag. Vindt u het niet vreemd dat u de lasten verhoogt, terwijl nut en noodzaak van een reserve van 153 miljoen niet is vastgesteld? De heer HAARHUIS Voorzitter, als je kijkt naar het ambitieniveau dat deze stad heeft, dan moet je ook voorzichtig zijn met het inzetten van reserves. Daar hebben we andere momenten voor. Dan praten we er met elkaar over. De VOORZITTER Ik stel voor dat we nu het woord geven aan de heer Lips, fractievoorzitter van het CDA.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 34