1 NOVEMBER 2007
526
komen. Want dat doen we dus ook niet. Daarin zijn we gewoon heel constant. En dan maakt het niet
eens uit onder welke coalitie, want dat doen we al tig jaar.
De VOORZITTER
Tot slot de wethouder.
De heer BOER
Dat is nou, als het mag, mijnheer de voorzitter, precies wat er gebeurd is. Twee keer 4 komma zoveel
procent, en dan zit ik in de buurt van de 10. Dat is nou precies wat er gebeurt. Een inhaalslag. En daar
zijn wij tegen.
De VOORZITTER
Tot slot de wethouder.
Wethouder SNIER
Voorzitter, ik heb daar niks aan toe te voegen. Ik bedoel, eigenlijk slaat de heer Akinci de spijker op
zijn kop. Wat je doet, is het toepassen van een systematiek en daar kun je niet het ene jaar in een
andere situatie een ander kwaliteitsoordeel aan hangen dan in het andere jaar. En het is ook zo datje
inderdaad niet probeert om in een situatie waarin het slechter gaat, de andere kant op te compense
ren. Daar gaat het om: solide en betrouwbaar, en proberen een continue lijn uit te zetten.
De VOORZITTER
Ik dank u. Dan is het woord aan wethouder Heerkens.
Wethouder HEERKENS
Voorzitter, heel kort twee opmerkingen. Richting het CDA: u vergelijkt de toch commerciële ruimtes
waar we het hier over hebben in Bavel en Ulvenhout, met jeugdvoorzieningen in andere wijken. Bavel
en Ulvenhout kennen natuurlijk ook jeugdvoorzieningen. De jeugdvoorziening in de Pekhoeve bijvoor
beeld, Jeugdland, de jeugdvoorziening in het klooster in Bavel. Daarin ga ik met u mee. Zij mogen
daarin natuurlijk niet achtergesteld worden ten opzichte van andere voorzieningen in wijken en buur
ten. Daar waar het gaat om ruimtes van een harmonie en carnavalsverenigingen in cafés is het zo dat
dit college zegt: natuurlijk, want ons is het ook een lief ding waard, wij weten heel goed wat het bete
kent als mensen gewoon ook lid zijn van een carnavalsvereniging of harmonie. Ook dat heeft te ma
ken met sociale samenhang. Alleen, het enige wat ik betoogd heb, is dat dat niet een alleen
verantwoordelijkheid is van een overheid, maar dat dit hand in hand gepaard mag gaan. Wellicht zou
je zelfs een beroep mogen doen op projectontwikkelaars, die natuurlijk met de eigenaren van deze
commerciële ruimtes kansen zien om geld te verdienen. Daar is niks mis mee. Maar mogen we dan
eens rond de tafel gaan zitten om te kijken hoe wij in de tussentijd dit soort voorzieningen goed onder
dak kunnen brengen, zeker als er bijvoorbeeld in Bavel een tussenperiode nodig is? Voor wij de multi
functionele accommodatie gebouwd hebben waar al die voorzieningen een plek hebben, zullen wij
daar misschien andere ruimtes moeten gaan verbouwen. Als dat helemaal op ons conto moet komen,
dan kan dat ook, en kom ik bij u terug. Maar ik denk dat u het college ook zou kunnen meegeven om
eens te proberen om met eigenaren en projectontwikkelaars te kijken: wat heeft u er dan voor over als
u dat in deze dorpen op deze manier wilt doen? Dat is het enige wat ik hier betoogd heb.
De heer LIPS
Uw zorg is mij nu duidelijk, mevrouw Heerkens.
Wethouder HEERKENS
Oké. Dan een tweede opmerking richting WD. Het is toch - ik krijg het er niet uit - een hardnekkig
geloof bij u dat de kosten niet dalen in de bijstand. In 2005 hadden wij nog voor het l-deel, waarvan
we de uitkering betalen, 56 miljoen euro uitgegeven, in 2006 48 miljoen en in 2007 46 miljoen. En het
voorlopig budget voor 2008 is 43 miljoen. Dat betekent dat we weer meer daling moeten hebben. Bre
da is ook nog eens een nadeelgemeente. Dus los van onze prestaties hebben wij iedere keer extra
dingen te doen boven op het landelijk gemiddelde, omdat wij anders aanzienlijk tekortkomen. Vandaar
dat wij ook een reserve hebben ingesteld. We lopen ook risico's. Ik heb het in de commissie al een
aantal keren verteld. U vraagt het nu weer. Het blijft een hardnekkig misverstand. Breda heeft veel
minder uitkeringsgeld te besteden dan een aantal jaren geleden.