15 NOVEMBER 2007 551 strijdigheid van Prinsenbeek met dat streekplan. Wij zijn daar wel benieuwd naar. En, ten derde, ondersteunen wij natuurlijk ook van harte uw pleidooi dat Breda vooral moet blijven liggen waar het ligt. De heer BOER Schaamt u zich maar niet dat u het op een groot aantal punten met ons eens bent, want dat mag best. De VOORZITTER Zijn er andere fracties die nog vragen hebben? Dan dank ik de heer Boer zeer. Vervolgens geef ik het woord aan de heer Hardorff, Partij van de Arbeid. De heer HARDORFF Dank u wel, mevrouw de voorzitter. We praten vandaag dus over de structuurvisie 2020. Het eerste dat opvalt bij het lezen van het document is dat het een beetje op twee gedachten lijkt te hinken. Ik constateer dat het aan de ene kant een document is om huidige ontwikkelingen te toetsen, en aan de andere kant dat er een poging wordt gedaan het een visionair document te maken dat de ruimtelijke uitdagingen van de verdere toekomst benoemt en aanzetten tot oplossingen geeft. Gisteren zat ik bij de bijeenkomst in hotel Brabant over de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, wethouder Oomen was hier ook aanwezig, en het document structuurvisie was hier een van de onderwerpen. Ik hoopte dus ook een antwoord te krijgen op het zojuist gestelde dilemma. Dat bleek toch vrij lastig. Het dient dus inderdaad een tweeledig doel dat eigenlijk om twee verschillende soorten documenten vraagt. Aan de ene kant structuur en aan de andere kant een visie. Wat wel duidelijk is, is dat het een belangrijk toetsingskader is en dat het daarbij vanaf 1 juli een uitvoeringsagenda moet bevatten. De technische vragen die zich dan aandienen, zijn: hoe gaan we om met die uitvoeringsagenda, die er nu dus nog niet in zit, en is dit document niet te abstract en te schetsmatig om echt op te kunnen toetsen, want de kaartjes lijken zelfs uit de losse pols getekend. We noemen dit document daarnaast ook een visie, en zit die er voldoende in? Volgens de Partij van de Arbeid tot bepaalde hoogte wel. Breda is zelfbewust als het gaat om het benoemen van onze eigen sterke punten en het verbinden van huidige ontwikkelingen. Ook de keuze van de drie leidende thema's, te weten historie, hoogbouw en vrijetijdscentra, getuigt van een visie én van een keuze. Maar benoemt dit verhaal de echte uitdagingen waar we in 2020 en eerder, maar wellicht ook later, voor zullen staan? Neen, dat denken wij niet. Want hoe gaan we bijvoorbeeld om met het opraken van fossiele brandstoffen? Hoe gaan we om met het dichtslibben van verkeer in de door ons gekozen compacte stad? En welk duurzaamheidseffect heeft de keuze voor bijvoorbeeld vrijetijdscentra? Kortom: denken wij echt dat het verder doorlopen op de reeds gebaande paden voldoende garantie biedt voor de verdere toekomst? De Partij van de Arbeid zou weieens écht willen nadenken over innovatieve oplossingen voordat het water ons aan de lippen staat. Want zijn voor die gegroeide stad twee stations nog wel genoeg als we mensen echt de auto uit willen krijgen, of moet je überhaupt nadenken over nieuwe vormen van openbaar vervoer? Vraagt de toekomst niet om een veel fijnmaziger fietspadennet? Zijn er in de toekomstige stadswijken geen nieuwe vormen van wonen en werken te combineren? Want als mensen wonen waar ze werken en werken waar ze wonen, heb je tenminste geen woon-werkverkeer. Kunnen we het concept van de zelfvoorzienende wijk qua energie niet eens onderzoeken? En hoe komt het toch dat we de Drie Hoefijzerswijk al bijna bouwen, maar nog steeds nadenken over de functie van het oude brouwerijhuis? De Partij van de Arbeid vindt dat we moeten leren van voorbeelden in steden als Essen en Leipzig, waar het industrieel erfgoed het startpunt vormde voor het nadenken over het karakter en de identiteit van nieuwe gebieden, met de vermelding op de Werelderfgoedlijst bijvoorbeeld van Essen tot gevolg. Wij kiezen in dit document historie als leidend thema, maar laten we dat dan maar eens zien met gebouwen als de Backer en Ruebfabriek en terreinen zoals de net ook gememoreerde Seelig- en Trip van Zoudtlandtkazerne. Niet nu direct, maar in ieder geval voordat projectontwikkelaars ons voor zijn. Dan zeggen we niet alleen dat we de stad met karakter zijn, maar geven dat authentieke karakter ook zichtbaar vorm in de stad. Excuses dat ik even hardop droom, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit document, dat we óók nodig hebben, misschien wel meer zegt over 2012 dan over 2020. In gesprekken met de stad zouden we naast de structuurvisie, de beheervisie en de beloofde sociale visie die er, geloven wij, aankomt, aan het beeld willen bouwen. Want we doen namelijk geen recht aan de toekomstige uitdagingen door nu een te kort gekozen punt aan de horizon te hanteren. Ik had tot slot, voorzitter, nog een paar concretere opmerkingen over het huidige document willen maken. Laat wat ons betreft, zien dat de zorg voor het buitengebied echt prioriteit heeft. Van ons mag dat buitengebied als geheel dus best als een van de VIP-plannen opgevoerd worden, aangezien de huidige VIP-plannen eigenlijk uitsluitend gaan over stedelijke ontwikkelingen. Een ander is de Galderse Meren. We zagen dat we die nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 12