15 NOVEMBER 2007
562
De heer HENDRICKX
Hoe we die lightrail door gaan trekken? Het idee is bij ons spontaan ontstaan en wij zijn erover aan
het brainstormen om die rond Breda aan te leggen. Het moet heel simpel zijn. Het is maar een manier.
Je kunt ook kijken naar het systeem in Turkije. Dat vind ik ook hartstikke mooi. Je steekt je hand
omhoog, het busje stopt en je stapt in. Kijk, dat is ook zo'n alternatief.
De VOORZITTER
Goed. Mevrouw Schokker, u als laatste.
Mevrouw SCHOKKER
Voorzitter, het CDA en onze fractie trekken vaak samen op als het gaat om het buitengebied. Dat is
heel goed. Maar ik heb de heer Hendrickx niet gehoord over de natuur in het buitengebied. Ik zou
graag van hem willen weten of hij vindt dat in de structuurvisie voldoende wordt gegarandeerd dat de
groene verbindingszone ook daadwerkelijk aangelegd wordt. Is het CDA dus bereid om de groene
verbindingszone in het programma op te nemen en op de VIP-kaarten aan te tekenen?
De heer HENDRICKX
Mevrouw Schokker, de groene zones in en om Breda, we kennen ze allemaal. Tenminste, u en ik
zeker. Die komen er zeker, want we hebben de uitvoering van de gebiedsplannen en de
reconstructieplannen en daarin staan ze genoemd. U bent gisteren ook op die bijeenkomst geweest.
Daar noemde de heer Westerberg van de Provincie met name de landinrichting die in Weerijs-Zuid
aan de gang is, wat een integraal gebiedsplan is waar dus alles in meegenomen is. Zo liggen er rond
Breda nog vier van die landinrichtingsplannen, die allemaal binnen nu en acht jaar helemaal
uitgewerkt en afgerond moeten zijn.
De VOORZITTER
Goed. Ik dank u wel. Dan wil ik graag nu het woord geven aan mevrouw Van Hasselt, WD. Mevrouw
Van Hasselt, ga uw gang.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Dank u wel, voorzitter. Om te beginnen, wil ik opmerken dat de WD-fractie niet begrijpt waarom het
zo lang heeft geduurd dat we de structuurvisie eindelijk in deze raad kunnen bespreken. Aan het
einde van de vorige periode was de structuurvisie al klaar, en we constateren geen grote
aanpassingen ten opzichte van de vorige. Daarom begrijpen wij eigenlijk niet waarom we nog
anderhalfjaar hebben moeten wachten. Wethouder Oomen geeft wel aan dat we niet over een nacht
ijs gaan. Dat klopt natuurlijk wel, maar ik vind datje ook wel een beetje kunt overdrijven met anderhalf
jaar vertraging. Iets wat we missen in deze structuurvisie is het ambitieniveau van Via Breda. De
komende jaren wordt er gewerkt aan het Stationskwartier, dat wil zeggen aan het station zelf en aan
de directe omgeving, maar de ontwikkeling van de Markoevers en het CSM-terrein wordt door dit
college op de lange baan geschoven. De WD is het hier eigenlijk helemaal niet mee eens. De CSM
heeft de productie in Breda al stopgezet en wij vinden dat het college zich nu actief moet gaan
bezighouden met de mogelijke invulling van dit terrein, zeker nu er op dit moment financiële middelen
beschikbaar zijn om onderzoek hiernaar te doen of plannen hiervoor voor te bereiden. De koppeling
van Via Breda en de binnenstad, zoals die hier in de structuurvisie wordt aangegeven, vinden wij
trouwens prima. De WD is van mening dat hoogbouw in de vorm van architectonische accenten
mogelijk moet zijn op de locaties die genoemd zijn in deze structuurvisie, namelijk Via Breda, bij de
entree van de Claudius Prinsenlaan en ook langs de A16. Wel vindt de WD dat hoogbouw moet
voldoen aan drie voorwaarden. Er moet een goede bereikbaarheid zijn van deze plekken. Een goede
ontsluiting is natuurlijk vereist. Goede kwaliteit van de gebouwen. En ten derde vinden wij dat
hoogbouw een meerwaarde moet hebben, niet alleen voor de omgeving maar ook voor Breda. De
WD is het eens met het college dat de aanleg van 250 hectare aan nieuwe bedrijventerreinen
mogelijk gemaakt moet worden. Dat is goed voor onze economie en werkgelegenheid en dus goed
voor de stad. Wel vinden wij het belangrijk dat het college tegelijkertijd er alles aan doet om de
bedrijventerreinen ook op te knappen en te revitaliseren. Het college moet hierbij een actieve rol
spelen. Wij zijn op zich niet tegen nieuwe vrijetijdscentra in en rond de stad, maar de voorzieningen
moeten wel aanvullend en vernieuwend zijn. Bovendien moet er een goede balans gevonden worden
tussen de detailhandel in de binnenstad en de andere locaties. De plannen bij NAC worden
voortvarend opgepakt, maar de WD is van mening dat deze plannen niet ten koste mogen gaan van
de ontwikkelingen bij de Bavelse Berg. Het omgekeerde geldt trouwens ook. Deze twee
ontwikkellocaties moeten elkaar versterken en mogen niet conflicterend zijn. Voor de WD hebben een