15 NOVEMBER 2007 568 Mevrouw BOELEMA Mag ik daar eventjes op inhaken? Ik vind dit echt van bijzonder weinig creativiteit getuigen. U zegt dat we moeten rondkijken. Wij bijvoorbeeld kijken rond en maken daar een keuze in, maar ik hoor u gewoon zeggen dat u over vier jaar wel weer verder ziet. Doet u nou toch eens een uitspraak. Die Vuchtpolder is wat ons betreft onbespreekbaar en is overigens ook in discrepantie tot de ecologische hoofdstructuur waarover ik u iets hoorde zeggen. Maar maak dan een keuze en geeft u nu dan toch eens een keer aan waar u dan nog meer zou willen bouwen dan wat er in deze structuurvisie genoemd staat. Voor de komende vier jaar, hè, want dat is kennelijk uw perspectief. De heer VERGROESEN Het is een visie naar 2000. Het is geen uitgewerkt plan. Het is voor de SP niet per definitie onbespreekbaar. Als u zegt dat u aan de rand van Ulvenhout wilt bouwen omdat u de jongeren in Ulvenhout in het dorp wilt houden, dan is dat voor de SP wel bespreekbaar. Wij weten ook geen pasklare locatie, want daar gaan we dan mee verder. De heer VOS Ja, nog even De VOORZITTER De heer Akinci, GroenLinks. De heer AKINCI Ik voel wel met de SP mee, hoor. Ik snap dat 2000 nog heel ver in de toekomst ligt, ongeveer 152 jaar. Even over de opmerking die u maakte over de hoogbouw. U zegt dat het een spookstad wordt, de middeninkomens wegtrekken, het onleefbaar wordt en er geen ruimte meer is. Ik vraag me even heel concreet af waar u dat op baseert, want als ik om me heen kijk in andere steden, binnen Nederland maar ook buiten Nederland, dan zie ik juist een andere ontwikkeling, namelijk dat hoogbouw prima gepaard kan gaan met recreatieve ruimte daaromheen - je bouwt dus nietje hele stad vol - en dat het ook zeer aantrekkelijk gemaakt kan worden voor allerlei inkomensgroepen. Alleen moet je dan niet met het voorbeeld van de Bijlmer aankomen, maar misschien het Chassépark als voorbeeld noemen. Ik noem maar wat. Waar baseert u De heer Boer roept hier iets over het ontbreken van De VOORZITTER De heer Vergroesen. Ga uw gang. De heer AKINCI In ieder geval is de vraag heel concreet: op welke cijfers baseert u dat, want ik ken ze niet. De heer VERGROESEN Dat kan. Wij constateren, en dat heb ik niet zelf bedacht, dat weet ik van de heer Schnabel, dat de keus van de Nederlander waar hij wil wonen behoorlijk veranderd is in de loop van de jaren. Dat is deel 1 van het verhaal. Deel 2 van het verhaal is dat we een stijging zien in de leegstand en in de duur van de leegstand van de flats, en dat we een stijging zien bij de wachtlijsten voor grondgebonden woningen. Als die keus er ligt, en als die cijfers er liggen, maakt het voor mij niet zoveel uit of die cijfers landelijk zijn, want waarom zou Breda zoveel anders zijn dan een andere stad? Zouden wij hier ineens alleen maar mensen hebben die in flats willen wonen? Ik geloof het niet. De heer AKINCI Mijnheer Vergroesen, niemand heeft het hier over alleen maar flats. En u blijft het ook flats noemen. Als u het flats wilt noemen, gaat u uw gang maar. U zegt dat u zich op de cijfers baseert. Welke cijfers, welk rapport, welk paginanummer, welke tabel? Ik hoor u nergens mee komen. De heer VERGROESEN Dan moet u de rapporten van het Sociaal en Cultureel Planbureau maar eens lezen. Dan komt u er vanzelf achter wat een Nederlander wil. De VOORZITTER De heer Vos, D66.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 29