15 NOVEMBER 2007
570
De heer HARDORFF
Bij interruptie. Ik wou daar toch even op reageren. U zegt: het is een richting. Het is zo vrijblijvend om
dan geen antwoord te geven op de vraag: waar ligt dan voor de SP de richting? Welke keuze zou
maken als u zegt dat er te weinig woningen zijn en we niet hoog willen bouwen? Ik neem aan dat de
consequentie is dat dat dus ruimte kost. Waar wilt u die ruimte innemen? U kunt dan niet blijven
zeggen dat u daarop geen antwoord hoeft te geven.
De VOORZITTER
Tot slot de heer Vergroesen.
De heer VERGROESEN
Wij zullen dus de mix moeten maken tussen flats en grondgebonden woningen. Dat betekent dat we
moeten zoeken op locaties waar die zijn.
De heer AKINCI
Ik ben het kwijt, hoor. Ik ben het echt kwijt.
De VOORZITTER
Mag ik dan het woord geven aan de heer Van Yperen, Breda '97? Mijnheer Van Yperen, ga uw gang.
De heer VAN YPEREN
Dank u wel. Breda kan door zijn ligging rekenen op stevige expansie. De HSL raast voorbij en de
shuttles helpen ons om snelle verbindingen tot stand te brengen. De groei van het aantal inwoners in
de komende jaren, wanneer de huizenmarkt weer aantrekt door nieuwbouw, zal naar onze mening
groter zijn dan zelfs verwacht. Door die snelle verbindingen is de overloop vanuit de Randstad niet
tegen te houden. Dat betekent doodgewoon dat er meer woningen op de tafel moeten komen dan er
nu zijn. Er wonen nu al veel Rotterdammers in Prinsenbeek en in de Haagse Beemden. De
opgestelde structuurvisie helpt daar driftig, heel driftig aan mee door haar kwaliteit. In de structuurvisie
is evenwicht geschapen tussen de verschillende factoren die de stad leefbaar maken, sterker nog,
zeer geliefd als woonplaats maken. Het groen kwispelt door de stad. Er is ruimte gezocht tussen de
verschillende herkenbare wijken en dorpen. De nieuwbouw is volgens ons zorgvuldig gepland, zowel
in het centrum van de stad als in de directe omgeving. De uitbreiding van de dorpen gaat tot nu toe op
een redelijke manier, in samenspraak met de bewoners. We hebben er alle hoop op dat het flink
aangepakt gaat worden. Breda is nog steeds een stad met stijl waar je in het toch drukke verkeer op
de plaats van bestemming kunt komen. Er is niets mis met de toekomst van de stad, zoals B en W die
neergelegd hebben in deze structuurvisie, mijnheer Oomen. Het plan omarmt als het ware de stad en
zijn omgeving in al zijn facetten en mogelijkheden. Maar dan? Laten we zeggen: alles is in 2020
verlopen zoals we gedacht hebben. En nu kom ik gedeeltelijk in het straatje van de heer Hardorff.
Voor we het in de gaten hebben, is het 2020. Met een vierjaarlijkse bijstelling zijn we er niet voor een
visie voor de jaren daarna. De uitbreiding van de stad is dan ook na 2020 noodzakelijk. Wat vinden wij
in deze structuurvisie aan mogelijkheden tot verdere expansie? Heel weinig eigenlijk. Een zoekgebied
bij Prinsenbeek, we hebben het er vanavond al uitvoerig over gehad. Daar waar de tuinbouw en de
glastuinbouw momenteel hun weg zoeken overigens. Boven de Bredestraat, het zoekgebied van het
CDA. Daarover zijn genoeg vragen gesteld. Maar is dat voor de toekomst voldoende? Er zijn geen
mogelijkheden in De Rith of Effen. Ulvenhout moeten we tot mijn spijt, zoals het er nu uit ziet, laten
vergrijzen. Het wordt een museumdorp. Het is de heer Hendrickx die daar ook op wees. En dat kan
natuurlijk niet. De Lage Vuchtpolder is uit den boze. Het Mastbos en Overaa zijn uitgesloten. Het geeft
ons geen enkele mogelijkheden. Breda '97 is dan ook heel blij met het persbericht dat we vandaag of
gisteren mochten ontvangen over de intensivering van de samenwerking met Oosterhout en Etten-
Leur. Willen we Breda groen houden, en dat is de opzet van ons allemaal hier, dan moeten we verder
denken en verder kijken. Breda kent in 2020 zijn grenzen aan de groei. Als we dan nog expansie
willen opvangen, dan moeten we nu al gaan bedenken hoe we dat vorm willen geven. Daarnaast
zullen we verder moeten kijken dan de gemeentegrenzen. Breda '97 vindt dat deze structuurvisie ons
met de neus op de feiten drukt om daar nü al aan te gaan werken. Het bestaande buitengebied dat we
koesteren, kunnen we nooit inzetten voor de expansie die we nodig hebben. In onze visie moeten we
het buitengebied alleen maar versterken. Terug naar de dag van vandaag. De structuurnota gaat te
weinig in op het toekomstig dichtslibben van de stad. Park en pendel, P+R, krijgt te weinig aandacht in
het stuk. Maar willen we de binnenstad leefbaar houden, dan zal stevig ingezet moeten worden op het
weren van autoverkeer. Park en pendel geeft de goede oplossing die al in veel steden zich bewezen
heeft. Overigens zal de stedelijke ruit die we hebben, ook zijn functie in de komende tien jaar verliezen