15 NOVEMBER 2007
546
rijke historie, maar ook nieuwe ontwikkelingen niet schuwt. Willen we dat bereiken in 2020, dan zullen
we nu keuzes moeten maken. We moeten plannen. In ruimtelijke zin betekent dit dat we niet op te
veel plaatsen in de stad tegelijkertijd kunnen bouwen. We stellen prioriteiten. We kiezen voor
woningbouw in Teteringen, in Breda-Oost, enzovoorts. We kiezen voor natuur in De Rith. De
structuurvisie werpt een blik op Breda in de volle breedte. Een visie die aansluiting zoekt bij de
ambities van de stad en haar bestaande kwaliteiten versterkt. Dan heb ik het bijvoorbeeld over onze
prachtige historische binnenstad, onze bijzondere historische kernen en straten en pleinen. Ik denk
dat het voor zich spreekt dat we die moeten koesteren. Een andere kernkwaliteit zit hem in de manier
waarop wij landschap en woningbouw met elkaar verweven. Eerst investeren we in landschap, dan
pas in woningbouw. En dat, dames en heren, doen we in Breda al heel lang. Maar de wereld staat niet
stil. Er komen heel wat ontwikkelingen op ons af in de komende jaren. Ik zei het al: Breda is niet bang
voor de toekomst. De aansluiting op de HSL en de plannen met Via Breda geven een enorme impuls
aan onze Europese positie. De uitdaging voor ons is om vast te houden aan onze kernkwaliteiten en
die verder uit te bouwen. Dat doen we door nieuwe Europese kwaliteiten aan de top van de stad toe te
voegen en de natuurlijke basis te versterken. Want alleen ambitieuze benen kunnen een sterke top
dragen. Zo blijft Breda, ondanks zijn respectabele leeftijd van 750 jaar, een jonge en vitale stad. Met
dit visiedocument willen we werken aan. een duurzame stad, een complete stad met een sterke
economie. Een stad ideaal gelegen tussen de dynamiek van de Rijn-Scheldedelta en Brabant. Met het
hoofd in Europa en met de voeten stevig in de regionale grond. Leden van de raad, ik realiseer me dat
deze avond kort is en u nog een hoop te bespreken hebt en ik houd het daarom kort. De bal ligt nu bij
u. Ik wens u veel wijsheid toe en een open blik op de toekomst voor onze stad. Ik dank u wel.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer, wethouder Oomen. Dan gaan wij echt met het opiniërend debat beginnen. Nog even
voor iedereen. Iedere fractie krijgt de gelegenheid om een reactie te geven op het concept van de
Structuurvisie Breda 2020. Hiervoor is per fractie 5 minuten beschikbaar, waarbij geen interrupties
worden toegestaan. Na die 5 minuten krijgt iedereen de gelegenheid om 10 minuten met elkaar in
debat te gaan. De fractie die bij de loting wordt gekozen, vangt aan met spreken. De overige fracties
komen aansluitend aan de beurt in aflopende volgorde van grootte. Ik verzoek de griffier de bode te
vragen mij de bokaal te geven - ik dacht dat het een bokaal was, maar het is een bus - met de
briefjes voor de loting. (Trekking lot.) De fractie van D66. De heer Vos heeft het woord. Ga uw gang.
De heer VOS
Mevrouw de voorzitter, kunt u het mij zeggen als ik op drie minuten zit in verband met de tekst? Ja?
Oké. Dank u wel. Als de gemeenteraad vergadert, is het onderwerp altijd politiek en politiek gaat over
maar één vraag: waar gaan we heen? Zo ook vanavond. Hoe zal Breda verder groeien en in welke
richting? D66 heeft met zijn leden in Breda als voorbereiding voor dit debat een eigen visie gemaakt:
Breda Broedplaats. Die hebben we weer opnieuw geactualiseerd. En wat is daar dan uitgekomen?
Volgens D66 zijn dit de belangrijkste uitdagingen. Breda staat op een belangrijk schakelpunt van de
overgang van een gemengde diensteneconomie én industriestad naar een volledige dienstenstad.
Een tweede belangrijke trend is het gegeven dat de mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding bepalend
worden voor de kwaliteitservaring van een stad. En een derde punt betreft de ligging van Breda.
Breda heeft dus een schakelfunctie tussen de Randstad en Brabant. Meer eenvoudig gezegd: Breda
heeft aan de voordeur de winkelstraat van de Randstad en aan de keukendeur het Brabants
landschap. Wat is dan de ambitie wat je daarmee zou moeten doen volgens D66? Het is de ambitie
van D66 om Breda tot 2020 zo te ontwikkelen dat Breda herkend wordt als de mooiste groene
provinciestad met een goed onderhouden historische binnenstad, een stad met een moderne
diensteneconomie met veel bedrijvigheid op het gebied van hospitality, gastvrijheid, toerisme, zorg,
onderwijs, detailhandel en zakelijke dienstverlening, kenniseconomie, en waar logistieke bedrijven
gevestigd zijn op een modern ingericht Hazeldonk en een gerevitaliseerde Emer en Krogten. Een stad
die door een gematigde groei bereikbaar blijft, en niet alleen met de trein of de HSL, maar ook met de
snelweg. Maar één ding springt boven dat alles uit, en dat is dat Breda herkenbaar is als een groene
stad. Als je nu in de stad loopt, is Breda redelijk groen, maar in het verleden was Breda groener. Als je
eerder constateert dat de mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding bepalend worden voor de kwaliteit
van de stad, ligt er een uitdaging om verder te investeren in het groene netwerk van de stad. Niet
alleen in de stad, maar ook om de stad, in het buitengebied en rondom de dorpen. Welke keuzes
maakt D66 daarvoor? Die zijn naar mijn idee helder. D66 wil na Teteringen geen grootschalige
woningbouwlocaties meer. Breda groeit als gevolg van natuurlijke groei en de vestiging van mensen
van buiten Breda tot 2020 met 13 duizend huishoudens. Dit college stelt voor in de voorliggende
notitie om tot en met 2020 een kleine 17 duizend woningen te bouwen. Voor de realisatie ervan wordt