20 DECEMBER 2007
622
compact moet houden vanwege de tijd. Eigenlijk had ik graag alles nog eens in perspectief willen
zetten vanaf het begin tot nu toe, maar dan overschrijd ik de mij toegewezen tijd. Dus dat zit er dan
niet in. Toch wil ik in ieder geval beginnen met u als raad en ook alle maatschappelijke organisaties
een compliment te maken, kijkend naar de periode die voor ons ligt en kijkend naar de stappen waar
in deze structuurvisie is behandeld, en wat hopelijk vanavond tot een apotheose komt, want door u
als raad, maar ook door de maatschappelijke organisaties, is daar zeer zorgvuldig en gedegen mee
omgegaan. Voorzitter, toch wil ik - daar ontkom ik niet aan, hoewel ik veel van mijn tekst zal over
slaan - even ingaan op de status van deze structuurvisie in relatie tot de nieuwe Wet ruimtelijke or
dening, want door verschillende fracties is hier even aan gerefereerd. Ik kan daar heel duidelijk over
zijn. De Structuurvisie Breda 2020 voldoet nog niet aan de eisen die de nieuwe Wet ruimtelijke orde
ning stelt. De reden hiervoor is dat Breda al gestart was met de ontwikkelingsvisie op het moment dat
het wetsvoorstel nog in beide Kamers werd besproken. Alleen de plannen die volgens de exacte pro
cedurestappen van de nieuwe wet tot stand zijn gekomen, krijgen automatisch de status van de struc
tuurvisie. Voorzitter, wat ook in de belangstelling heeft gestaan, was de reactie van de Provincie. Ook
daar wil ik even aan refereren. Het was de ambtelijke reactie. Ik constateer dat de Provinciale dienst
in hoofdlijnen onze structuurvisie onderschrijft. Ten aanzien van Lijndonk/Tervoort ben ik verbaasd. Ik
kan wel zeggen dat ik daar zeer verbaasd over ben. Er is de afgelopen periode vaak gesproken in
planningsoverleggen, waarbij zowel collega Schoenmakers als ik met onze ambtenaren aanwezig zijn
geweest. Daarin is telkens dat Lijndonk/Tervoort-verhaal, de grondgebonden woningen, besproken.
Het kan niet zo zijn dat men nu zegt dat men nooit meer iets van de gemeente heeft gehoord, dus dat
verwerp ik. Als ik dat zou beamen, dames en heren, dan zou u kunnen denken dat zich een zekere
luiheid van mij had meester gemaakt en dat ik daar niet alert op ben geweest. Nogmaals, ik kan u
vertellen dat het regelmatig aan de orde is geweest. In dat verband heb ik een dezer dagen nog tele
fonisch contact gehad met de heer Rüpp, ook naar aanleiding van dat krantenartikel. De heer Rüpp
heeft mij nog eens verzekerd dat wij, wat hem betreft, als wij de komende jaren in onze onderbouwing
nog wat concreter worden, de Provincie aan onze zijde hebben. Het gaat erom, ik heb dat in dat ge
sprek ook gezegd, dat wij in Breda een visie hebben die zeer ambitieus is. En dat is ook nodig, als ik
kijk naar datgene wat zich momenteel in Breda aandient, mensen die hier willen wonen, bedrijven die
hier aankloppen. Dus kortom: ik denk dat wij wat dat betreft op de goede weg zijn. Als ik de kranten
kop van afgelopen zaterdag zou mogen herschrijven, voorzitter, dan zou ik willen zeggen: deze struc
tuurvisie staat als een huis. Nogmaals, dames en heren, ik moet het allemaal heel compact doen
vanwege de tijd. Ik kom nu bij de moties en amendementen. Ik wil daarbij wel vooraf zeggen dat het
moeilijk is, daar waar u om tekstvoorstellen vraagt, om dat in een amendement te doen. Dus waar het
gaat om tekstvoorstellen denk ik dat we spreken over een motie. Als u daarmee instemt, zal ik in mijn
reactie ervan uitgaan als ware het een motie. Het CDA
Mevrouw BOELEMA
Mag ik daar even op reageren? Want dat is toch wel heel procedureel. Bovendien gaat het in een
amendement nou juist om een tekstvoorstel. Wat dat betreft, denk ik dat de amendementen zoals die
allemaal zijn opgesteld, gewoon recht doen aan het woord 'amendement', dus ik zou ze ook als zo
danig willen beschouwen. Tenminste, zo heeft onze fractie ze in ieder geval wel beschouwd.
Mevrouw SCHOKKER
Voorzitter, wij hebben dat ook bedoeld als amendement. We hebben daarbij het college gewoon de
ruimte gelaten om die tekst dan in te vullen.
Wethouder OOMEN
Voorzitter, wat ik ook nog
De heer HAARHUIS
Voorzitter, nog even voor de duidelijkheid. In onze ogen is het zo dat je, als je een amendement in
dient, precies moet verwoorden wat er exact in de tekst moet komen te staan. Op het moment dat je
dat uitspreekt in de zin van: we willen het op die manier geformuleerd hebben, kan dat nooit precies
een amendement zijn. Dan moet het dus een motie zijn. Ik vraag even aan de burgemeester en de
griffier of dat een goede uitleg is.
De VOORZITTER
Ik vind het een heel goede uitleg. Mevrouw Schokker zei over het amendement dat de tekst in een
bepaalde zin moest worden ingevuld. Ik denk dat het goed is als u zegt: dit willen we er expliciet in.
Dan is het een amendement, en is het aan de raad om dat te beoordelen. Een motie geeft aan: in die