S25S5 20 DECEMBER 2007 651 wijkstrips en de kleinere winkelcentra. De SP wil dan ook garanties voor het behoud van de bestaan de winkelcentra en -strips. Wij hebben nog één vraag voor de wethouder. Hoe hard zijn die garanties en hoelang blijven ze geldig? En dan zou ik nu het woord willen geven aan de heer Gouka. De VOORZITTER Het woord is aan de heer Gouka. De heer GOUKA Voorzitter, als u het goed vindt, doe ik het vanaf deze plaats. Dat is op dit moment wat prettiger voor mij. De VOORZITTER Ik weet dat. Ga uw gang. De heer GOUKA Voorzitter, je kunt ervoor kiezen om buiten de bewoonde centra winkelnering onder te brengen, zoals nu voorgesteld wordt om bij het NAC-terrein te doen. Ik ben daar over het algemeen genomen geen voorstander van, omdat de voordelen vaak niet opwegen tegen de nadelen. Mijn voorkeur gaat uit naar buurt- en wijkcentra, waarbij de grootte van de supermarkten aangepast is aan het gebied dat bediend moet worden. De XL-supermarkten die buiten de bewoonde gebieden worden geëxploiteerd, zijn over het algemeen supers die globaal één maal per week bezocht worden. Mensen hebben de neiging om dan zo veel mogelijk voor heel de week te kopen. Hierbij zijn ook veel artikelen voor dage lijks gebruik, zoals kaas, vlees, vleeswaren, brood, banket, groente, fruit, en gaat u zo maar door. Dit soort centra, ver van de bewoonde wereld, wordt over het algemeen genomen met de auto bezocht. En dat geeft direct al het eerste probleem. Het aantal autobewegingen over een wat langere afstand zal enorm zijn, met alle gevolgen van dien, zoals de luchtkwaliteit. Daarnaast is het zo dat niet ieder een de beschikking heeft over een auto. Op zich lijkt de verplaatsing van een bestaande supermarkt een goede zaak, ware het niet dat dit geen vergelijkbare grootheden zijn. We praten over een giga- markt van zesduizend meter bruto vloeroppervlakte, die mogelijk tot vijf maal meer omzet kan halen dan de super die verplaatst wordt. En die meeromzet zal altijd ten koste gaan van het aanbod op wijk of buurtniveau. Voorzitter, als eenmaal die eerste gigamarkt buiten de wijk een feit zal zijn, dan zal het moeilijk worden om te zijner tijd meer van deze centra niet toe te staan. De term runshopper lijkt mij in dit verband overigens ook misleidend. In wezen creëer je min of meer een funshop-situatie, wat dan weer ten koste zal gaan van de binnenstad. Ook de stelling dat de komst van een XL-super meer keuzemogelijkheden biedt dan bij het thans eenzijdige aanbod in het hogere segment, lijkt mij bezij den de waarheid. Er is hooguit sprake van meer van hetzelfde, maar dan op grotere schaal. Afslui tend, wil ik erop wijzen dat het onderzoek dat gedaan is door BRO cijfermatig mogelijk te optimistisch is, maar dat BRO ook aangeeft dat er voor andere supers negatieve gevolgen zijn. Duidelijk is dat voor eventuele aanpassingen en uitbreiding op wijkniveau in heel Breda geen plaats meer zal zijn. Het Midden- en Kleinbedrijf Brabant en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel hebben ook grote beden kingen. Ze stellen onomwonden: dit moetje niet doen. Daarnaast is ook nog de Kamer van Koophan del duidelijk in zijn stellingname. Die stelt dat winkels bij NAC niet wenselijk zijn, en dat een megasu- per van alle soorten winkels ook nog eens de slechtste optie is. Deze ter zake zeer gerespecteerde deskundigen weten van de hoed en de rand. Ik sluit me aan bij deze wijze mensen en ik hoop dat de collega's in deze raad deze wijze les ook zullen overnemen. De VOORZITTER Dank u zeer. De heer Van Yperen, Breda '97. De heer VAN YPEREN Ook voor Breda '97 zijn er nog twee punten die we hier aan de orde willen stellen. We hebben er al heel veel over gesproken. Dat zijn uiteraard de Stadionlocatie en de Bavelse Berg. De voorwaarden waaronder een XL-super kan worden gebouwd bij de Stadionlocatie zijn in de beantwoording door burgemeester en wethouders uitvoerig opgepakt. Alleen, hoe gaan we om met de consequenties wanneer de garantie, bijvoorbeeld door een faillissement, niet kan worden waargemaakt? Neemt de gemeente dan de garantiestelling over? Wij stellen B en W voor aan de raad de definitieve voorwaar den met een juridische toets voor te leggen. We kunnen de wijkvoorzieningen niet in de waagschaal stellen. Zekerheid is hier geboden om de burgers niet de dupe te laten zijn van de gevolgen van de leegstand aan winkels in de wijk, of door afspraken die later niets waard blijken te zijn. Breda '97 on derschrijft van harte de motie die is ingediend door de heer Leenders van de Partij van de Arbeid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 69