20 DECEMBER 2007
671
De VOORZITTER
Wij meenden dat het ook goed was dat u inzage had in datgene wat tot ons is gekomen over die on
vrede. En dat heeft u ontvangen.
Mevrouw VAN MAANEN
Maar waarom pas vandaag?
De VOORZITTER
Omdat recentelijk de brief van die advocaat is binnengekomen. Als u dat besluit wilt nemen, dan vin
den wij daar iets van. En dat is u toegezonden.
Mevrouw VAN MAANEN
Voorzitter, daar zaten brieven tussen van 2005.
De VOORZITTER
Ja, maar dat heb ik u gezegd. Die brieven waren aan het college gericht. En het college heeft die
brieven opgevat als een opvatting, als een beschouwing, zoals wij er vele hebben ontvangen. Als u
vanavond een besluit neemt, en daar ziet het naar uit, dan zullen wij op basis van dit besluit tot verde
re informatie komen aan de betrokkenen. Daar zal ongetwijfeld een verder overleg, denk ik, uit voort
vloeien, maar u heeft daar wel de lijnen bij bepaald.
Mevrouw VAN MAANEN
Voorzitter, het college volgt de lijn dat de raad het besluit neemt, en zegt dan vervolgens: de brieven
waren gericht aan het college. Maar de raad kan alleen een besluit nemen als die alle informatie
heeft. En u heeft informatie onthouden aan de raad.
De VOORZITTER
Ik vind dat u daar zeer zwaar aan tilt, want u kunt niet ontkennen dat u geïnformeerd was over de
opvattingen van de nachtzaken en alles wat daarmee samenvalt. Wij hebben in de stukken aangege
ven hoe wij menen tot een vorm van compensatie te komen. Als u dan spreekt over het onthouden
van informatie, dan vind ik dat redelijk zwaar. Ik heb u gezegd dat die brieven het college hadden
bereikt en dat wij die beschouwd hebben als opvattingen. Die hebben wij verwerkt. Dat is ook tot u
gekomen. Ik ben heel duidelijk. Als u vanavond een besluit neemt, dan zullen wij met partijen in ge
sprek gaan, maar u heeft daarbij wel de kaders vastgesteld. Het is duidelijk dat het ook voor ons on
mogelijk is om alle betrokkenen gewoon te contenteren, want dat kan niet met deze dilemma's. Dat is
in het kort toch de reactie. Als het gaat over de opvatting van discriminatie en deurbeleid. Ik heb ge
zegd, en ik heb daar alle vertrouwen in, dat we daarover met de horecaondernemers open en trans
parant moeten spreken, en niet los daarvan eigen activiteiten moeten plegen. Ik heb u de vorige keer
in de commissie ook gezegd dat rondom het alcoholbeleid in de meest brede zin de bereidheid er is
om daarover met ons mee te denken. We willen de debriefing organiseren en daarbij past dan ook
dat we elkaar nadrukkelijk dat vertrouwen geven. We zullen, dat vroeg mevrouw Van Maanen ook, op
1 februari daarmee starten. Ik heb met de politie overlegd om dan ook beschikbaar te zijn. U heeft de
vorige keer in de commissie de wens geuit om die start op dat moment te doen plaatsvinden. Het
gaat om een verandering, maar ik weet ook en ik merk ook dat de politie op zich gemotiveerd is om,
wanneer uw raad de lijn heeft gezet, dat ook toepasbaar te maken en inhoud te geven. Daar zullen
we dan ook met elkaar aan moeten werken. Ik wil aan het eind van het jaar met een grondige evalua
tie van het beleid, in de breedte en de diepte, bij u terugkomen, omdat voor mij ook geldt de werking
van de openbare orde, het gedragsgebeuren, het alcoholgebeuren. Dat moeten we dan gewoon met
elkaar ook durven beschouwen. Maar er komt een moment dat we tot een punt moeten komen en
dan daadwerkelijk de slag moeten gaan maken.
Mevrouw VAN MAANEN
Sorry, ik heb het heel even gemist. Bent u nou wel of niet bereid om met de ondernemers van de
nachtzaken tot een ander compromis te komen dan er nu ligt? Dat is dat ene uur en dat
De heer SZABLEWSKI
Ter interruptie, mijnheer de voorzitter. Mevrouw Van Maanen, wat u in de motie doet, is zeg maar
onderhandelen, maar u geeft eigenlijk al aan dat de VVD vindt dat de uitkomst van de onderhandelin
gen moet zijn dat ze aan de voorkant extra worden gecompenseerd. Ik stel voor om het college de