14 FEBRUARI 2008
63
Speech namens de gemeenteraad door de heer Haarhuis, fractievoorzitter van de PvdA, bij het
afscheid van wethouder Schoenmakers.
De heer HAARHUIS
Beste Kees, beste letje en kinderen. Ik mag namens de gemeenteraad van Breda een afscheidswoord
tot jullie richten nu je de politiek verlaat en dat vind ik een hele eer. Je zult in de geschiedenis van
deze stad een herkenbare plek blijven innemen. Het was voor ons allen heilzaam datje een wijs, ei
genwijs en zeer ijverig lid van onze gemeenteraad was. Eentje waaraan men zich graag spiegelt. De
leest waarop de dingen geschoeid worden. Dames en heren, dit is dan Kees. (Spreker plaatst een
schoenleest op het spreekgestoelte.) Solide, zeer langdurig te gebruiken, niet bang voor vernieuwing.
Steeds kunnen er nieuwe schoenen op geschoeid worden of gerepareerd worden. Kortom, Kees héét
niet alleen Schoenmakers, hij heeft ook alle kenmerken van de aloude leest, het meest prominente
gereedschap van dit prachtige ambacht dat zijn naam heeft gekregen. Een mooi symbool voor jouw
afscheid, Kees. Na je periode als raadslid was je twee jaar een van de wethouders van het college
van burgemeester en wethouders van onze sociale en welvarende stad. De afrondingsfase en de
opening van de Haven je noemt het de finishing touch is daarvan een heel zichtbaar onderdeel.
De burgemeester sprak er al over. En ik maak een heel klein scheurtje in de cadeauverpakking als ik
zeg dat ook ons cadeau aan jou iets met de Haven te maken heeft. Je inzet voor de positie van en de
verhoudingen met de dorpen en de wijken, heeft veel betekend voor de gemeente Breda en de relatie
tussen de stad en de dorpen. En ik formuleer dat met opzet zo. Ondanks het feit dat je afkomstig was
uit een lange politieke traditie in Nieuw Ginneken, heb je er altijd voor geijverd om niet alleen een
dorpsbelang te representeren. Ik weet dat je je voor het goed samengaan van alle stadsdelen erg hebt
ingespannen. Dit is de plaats waarop ik graag namens allen wil stellen dat die inspanning ook is her
kend. De stad boert goed, om de relatie met de dorpen nog eens tot uitdrukking te brengen. Ik memo
reerde al, Kees, dat jij niet bang was voor veranderingen. Minder zichtbaar misschien, maar ook heel
prominent is je bijdrage aan het zoeken naar de vormgeving en de uitwerking van de positie en de
betekenis van de gemeenteraad na de start van het dualisme in 2002. Deze overgang ging niet zon
der slag of stoot en was ook regelmatig een bron van verschil van inzicht. De dualisering vond daarbij
plaats in een periode dat de verhoudingen tussen de burgers en het bestuur op zichzelf al een stevig
onderwerp van verandering en discussie waren. Het zal zeker interessant zijn om in de toekomst nog
eens terug te zoeken hoe de ontwikkeling tussen 2002 en 2008 nu precies is verlopen. In Breda zijn
geen wethouders gesneuveld als gevolg van dualisering. Onze gemeenteraad heeft zich behoorlijk
goed ontwikkeld, terwijl we om ons heen ook grotere en kleinere catastrofes zien die samenhangen
met verstoorde verhoudingen in het worstelen met het dualisme. Ondanks de gezonde spanningen die
tussen oppositie en coalitie vanzelfsprekend bestaan, hebben de raadsleden in deze gemeenteraad
zich altijd ingespannen om op een behoorlijke manier met elkaar door de deur te kunnen. En daar zit
de kracht en daar zit het geheim van deze gemeenteraad. Het geheim dat jij altijd heel goed hebt be
grepen. Het geheim van fatsoenlijke relaties, het geheim van elkaar ruimte willen geven en het geheim
van samenwerking en van geven en nemen, ondanks alle verschillen. Als ik denk aan een zeer be
hoorlijke politieke betekenis van de oppositie, ook in de vorige periode, zie ik daar ook veel van jouw
inspanningen en streven in terug. We hebben gekozen voor een onafhankelijke rekenkamer. Dat is
niet alleen boeiend en uitdagend, we hebben er ook heel wat mee te stellen. En dat wist jij ook heel
goed toen je met Henk Snier en Cees Dubbelman dat voorstel aan ons deed. Maar de producten van
deze onafhankelijke rekenkamer blijken ook raad en college te scherpen. We werken nog steeds aan
veranderingen in de opzet en de vaststelling van de jaarstukken. De voorbereiding voor een nieuwe
opzet was mede jouw werk, en daar zijn wij je zeer erkentelijk voor. Heel vaak hebben we samen ver
gaderd. Misschien is het goed om ter afsluiting nog eens een voorbeeld te geven van je werkwijze. Die
is illustratief voor je benadering van politiek. Dat siert je en dat siert ook Breda '97. Bij de bekostiging
van de plankosten van het zuidelijk vervoersknooppunt, werden overschotten van onder andere de
Haven ingezet voor de dekking van plankosten. Je zei toen: De enige reden waarom ik dit nu aan
kaart, is omdat ik dit als voorbeeld wil gebruiken voor de manier waarop wij moeten proberen het fi
nanciële beheer transparanter te maken. Je kreeg daarvoor een fors bravo van toenmalig CDA-
voorman Cees Dubbelman, met wie je het toch niet altijd eens was. Je stelde toen datje aanvankelijk
tegen wilde stemmen, maar dat de ruiterlijke bekentenis van de wethouder, dat het geld eigenlijk eerst
naar de algemene middelen moest en dan pas weer terug kon worden ingezet voor de bestemming,
voldoende voor je was. De burgemeester constateerde dat dit straks een wave van de raad zou ople
veren. Kijk, dat is nou een mooi staaltje politiek zoals jij het graag deed. Transparanter maken van
financiën, respect van je politieke opponenten krijgen en een collectief besluit van de gemeenteraad.
Zo werkte je graag als je in de gemeenteraad zat. Kees, ik sluit af. Nogmaals dank voor het verschil