14 FEBRUARI 2008
7
De VOORZITTER
Dan zijn nu aan de orde de inlichtingen naar aanleiding van de antwoorden op artikel 41-vragen van
de WD. Conform het Reglement van Orde betekent dit dat er alleen een reactie komt van het college
en dat daarover verder geen bredere gedachtewisseling is. Het woord is aan de heer Arbouw.
Betreft: Betekenis wethouderswisseling voor de volkshuisvesting. (Fractie van de VVD.)
De heer ARBOUW
Dank u zeer, voorzitter. Voorzitter, de WD heeft een maand geleden vragen gesteld over de stand
van zaken van de volkshuisvesting in Breda, zeker ook gezien het feit dat er een wethouderswisseling
met deze portefeuille zal plaatsvinden, en dat gebeurt vandaag. De WD maakt zich wel indringend
zorgen over dit onderwerp, omdat we eigenlijk te weinig zien gebeuren. De raad moest al heel lang
wachten op de Woonvisie. Er was veel gehakketak met de corporaties. Ik hoef de voorbeelden eigen
lijk niet op te noemen. Ook landelijk. Gisteren bleek het weer. De beslissing van PvdA-minister Voge
laar betekent ook voor Breda en voor de volkshuisvesting veel. De Bredase corporaties zullen in ieder
geval van hun liquide middelen waarschijnlijk een paar miljoen moeten gaan missen. Die worden afge
roomd en die kan Breda dus niet meenemen in de volkshuisvesting hier in deze stad. Voorzitter, de
antwoorden op de vragen die wij hebben gesteld, vinden wij eigenlijk onvoldoende. Te weinig concreet
en misschien zelfs wel ontwijkend. Dat vinden wij erg jammer, omdat het zo'n belangrijk onderwerp is.
In die kluwen, die zo'n onderwerp dan toch is als je daar niet heel dichtbij staat, hebben wij gepro
beerd door middel van die vragen wat meer helderheid en duidelijkheid te krijgen. Maar dat is volgens
ons wat die beantwoording betreft, toch niet gelukt. Vandaar dat ik vanavond vier aanvullende vragen
wil stellen om voor de gemeenteraad het beeld van waar we staan met de volkshuisvesting wat scher
per te krijgen. Voorzitter, wij hebben gevraagd aan het college of het college onze zorg deelt. Wij heb
ben namelijk het gevoel dat er sprake is van een soort van stagnatie, en dat iedereen op elkaar aan
het wachten is. Uw antwoord is dat u heel druk bezig bent, en dat verwachten wij uiteraard van u. In
uw persbericht van gisteren geeft u aan dat er in 2007 850 woningen aan de woonvoorraad zijn toe
gevoegd, maar dat betekent dat er over 2006 en 2007 dus pakweg zo'n 500 woningen te weinig ten
opzichte van de ambitie uit de Structuurvisie zijn gemaakt. Mijn vraag is dan ook: Is er een harde,
feitelijke onderbouwing te geven dat de woningbouwproductie daadwerkelijk op gang komt? De twee
de vraag die wij gesteld hebben, ging over de ambtelijke ondersteuning. U antwoordt dat er een vaca
ture wordt ingevuld. Onze aanvullende vraag is: hoe groot is na de reorganisatie de formatie van amb
tenaren die met volkshuisvesting bezig zijn, zodat we goed weten wat voor ambtelijke capaciteit daar
ook daadwerkelijk in gaat. De derde vraag gaat over de ambtelijke capaciteit in algemene zin, dus ook
wat betreft de andere onderwerpen die met volkshuisvesting te maken hebben. De wethouder heeft
destijds aangegeven dat hij er garant voor staat dat de ambtelijke capaciteit voldoende is om het werk
van de corporaties ook volledig te kunnen ondersteunen. Onze vraag is: Kunt u dan antwoord geven
op die vraag? Is het inderdaad zo dat er geen belemmeringen en knelpunten zijn in de ambtelijke ca
paciteit, en dat die corporaties, als ze dat willen, ook inderdaad door kunnen? Voorzitter, de laatste
vraag die wij aanvullend willen stellen, betreft de prestatieafspraak. Kunt u aangeven - in de tijd van
nu, waar we nu staan - wanneer u met de corporaties daadwerkelijk tot prestatieafspraken kunt ko
men, dus wanneer die afgesloten zullen worden? Dank u wel, voorzitter.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan wethouder Schoenmakers.
Wethouder SCHOENMAKERS
Mijnheer de voorzitter. De heer Arbouw geeft aan dat de WD teleurgesteld is over de beantwoording
op de vorige artikel 41-vragen. Ik kan u zeggen dat het college ook teleurgesteld is over de manier
waarop de WD nu aanvullende vragen gaat stellen, omdat er een zekere suggestie uit naar voren
komt, althans, zo komt het bij mij over, dat wij niet ernstig op de vragen zijn ingegaan, terwijl het juist
zo is, en dat geldt niet alleen voor deze artikel 41-vragen maar voor alle artikel 41-vragen, dat we dat
met de grootst mogelijke zorgvuldigheid proberen te doen. Maar natuurlijk, het is mijn democratische
plicht om deze vragen te beantwoorden en ik doe dat dan ook graag. De eerste de beste vraag is
eigenlijk een open deur intrappen, want wat is de situatie in 2006? Er komt een nieuwe coalitie, er is
een achterstand in de woningbouw. We weten allemaal hoe die achterstand is ontstaan. We hebben
ook van het begin af aan gezegd dat het ons niet mogelijk zou zijn om in deze periode heel die ach
terstand in te lopen, maar dat we een uiterste krachtsinspanning zouden doen om het verschil zo klein
mogelijk te maken. Wij waren al blij dat we in 2007 in ieder geval 850 woningen aan de woningvoor-