20 MAART 2008 93 De heer POSTHUMA Voorzitter, als ik het zo beluister, heeft iedereen zo zijn eigen motieven om het onderzoek wel of niet te willen. Ik denk dat we het nu niet moeten hebben over de wenselijkheid van bouwen boven de Bre- destraat. Ik denk dat we het uitsluitend moeten hebben over hoe breed wil je het onderzoek voeren en dan sluit ik me helemaal aan bij wat mevrouw Vossenaar daarnet zei. Als je een onderzoek doet, voorzie jezelf dan van zoveel mogelijk informatie. De VOORZITTER Andere stemverklaringen? De heer Vergroesen, SP. De heer VERGROESEN Voorzitter, wij denken dat het onderzoek duidelijk zal uitwijzen of het wel of niet kan. Dan hebben we een feit om over te discussiëren en hopelijk kan dat een deel van de emoties uitschakelen. De VOORZITTER Andere stemverklaringen nog? Dan gaan we over tot stemming. Aan de orde is de motie ingediend door D66, hoofdelijke stemming. Ik begin bij nummer 26, de heer Postuma. Voor de motie hebben gestemd: De heer J.P.W.A.A.M. Taks, de heer B. Vos, de heer A.L.E. Arbouw, mevrouw S.M. Boelema, de heer J.O.E. Boer, mevrouw E.P.M.M. van Hasselt-Blankers, mevrouw S.E. Lucassen-van Oosterhout, me vrouw H. van Maanen, de heer F.H.M. van Overveld, de heer P.J.L. Ernst. Tegen de motie hebben gestemd: De heer G. Posthuma, mevrouw J.H. van der Sanden, de heer P.H. Scheltens, mevrouw S. Schokker, de heer B.G.C. Schreiner, de heer M. Spapens, de heer E. Ügerler, de heer F .A.M. Vergroesen, me vrouw I.W.F.D. Verkuijlen, mevrouw W.J.M. Vossenaar-Blokdijk, de heer D. Vuyk, de heer J. van Agt, de heer O.S. Akinci, de heer B. Bergkamp, de heer R. Blankenstein, mevrouw M.J. Boidin-van Hoeve, mevrouw S. van der Bruggen, de heer R. Defilet, de heer B.J. Driehuijs, de heer J.H. Gouka, mevrouw M. Haagh-Reijne, de heer H.J.M. Haarhuis, de heer A. Hardorff, de heer M.F.M. Hendrickx, de heer H.J.M. Leenders, de heer A.J.J.M. Lips, de heer J.G. Marcic. De heer ERNST Mijnheer de voorzitter, mag ik ook nog meedoen aan de stemming? De VOORZITTER Even mijn verontschuldiging. Er zijn, denk ik, een aantal omissies gepleegd. Dus dat betekent ook de heer Ernst. Mijn excuses. De heer ERNST Het zal niet de doorslaggevende stem zijn, maar De VOORZITTER Maar wel belangrijk. De heer ERNST ik ben voor. De VOORZITTER Dat maakt toch een groot verschil. 10 stemmen voor, 27 stemmen tegen. De motie wordt geacht te zijn verworpen. De heer VERGROESEN Het dak lekt, voorzitter. De VOORZITTER U weet toch dat ik voorstander ben van een andere raadzaal. De heer VERGROESEN Ik vrees dat we daar nu haast mee moeten gaan maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 11